De Basel-IV regels waaraan banken per 2023 moeten voldoen, krijgen zeker impact op melkveehouders. BAnken zullen namelijk, nog meer dan nu, moeten financieren op basis van rendement en liquiditeit.
Er komen nieuwe regels voor banken bij het financieren van bedrijven. Het gaat om de regels vanuit Basel IV voor de weging van kredietrisico’s. De weging is van belang voor de wijze waarop door banken hun financiële buffers worden berekend. Bedoeld om de banken zelf robuuster te maken. De nieuw regels moeten per 1 januari 2023 ingaan. De veranderingen hebben impact voor banken en boeren en zeker ook voor melkveehouders. Gevolg is, dat banken nog meer dan nu, moeten gaan financieren op basis van rendement en liquiditeit.
Dit is geen gemakkelijke combinatie met de opgave om verder te verduurzamen. Verduurzaming gaat vaak gepaard met investeringen. Waarbij we zien dat banken vaak nog terughoudend zijn in het financieren van dit soort investeringen.
Zekerheid
Bij huidige financieringen speelt zekerheid nog steeds een rol. De balanswaarde van een gemiddeld melkveebedrijf is gestegen tot zo’n 4,5 miljoen euro. De waarde van de grond neemt hierin een belangrijk aandeel. Op melkveebedrijven is gemiddeld bijna 60% van de grond in eigendom en ruim 25% in pacht. Het overige deel van de grond is in gebruik via bijvoorbeeld gebruikersovereenkomst of erfpacht.
Financiering en lasten
Melkveebedrijven bij Flynth hadden afgelopen jaar 2020 een gemiddelde financiering van € 1,04 per 100 kilo melk. Dit is nog zonder omgerekende pacht of erfpacht, wat eigenlijk ook een vorm van financiering is. De gemiddelde rentelast is met rond 2 cent per kg melk de laatste jaren historisch laag, maar de aflossingsverplichtingen gaan richting bijna 5 cent per kg melk. De bank eist vandaag de dag dat er ook wordt afgelost.
Marge
De ontwikkeling van de marge en ruimte voor vervangingsinvesteringen is een lastig verhaal. De praktijk maakt dit zichtbaar via de vele machines die op basis van lease worden aangeschaft. Over de afgelopen bijna 20 lag de gemiddelde marge bij Flynth melkveebedrijven op 2,5 cent per kilo melk. De gemiddelde marge over de laatste vijf jaar is 0,6 cent, amper genoeg voor het opbouwen van bufferruimte, laat staan om te investeren in extra’s.
Een beperkte marge betekent dat investeringen gelijk rendement moeten opleveren, dus een positieve bijdrage leveren aan de kasstroom. Daarmee kunnen dan de (extra) financieringslasten in de vorm van rente en aflossingen worden betaald.
Grote verschillen
Gelukkig zegt een gemiddelde beeld niet alles! De verschillen tussen individuele bedrijven zijn groot. Tussen de bedrijven met de 20% hoogste marge en het gemiddelde zit een margeverschil van 8 cent per kg melk. Bij een bedrijfsomvang van 1 miljoen kilo is dit een verschil van 80.000 euro. Bijvoorbeeld bij 7% financieringslasten een ruimte om 1,1 miljoen extra te financieren. Zelfs als niet het totale verschil wordt gebruikt voor de financiering, blijven er nog aanzienlijke mogelijkheden over.
Mogelijkheden
Voor een deel van de bedrijven blijven er dus zeker mogelijkheden om te investeringen en leningen aan te gaan. Maar op andere bedrijven wordt verbeteren van rendement en marge een uitdaging.
We weten dat de vergoeding voor verduurzaming nog lang niet altijd via een hogere productprijs bij de producent komt. Voor u als melkveehouder betekent het dat u op uw bedrijf dus ook gerichte aandacht moet blijven hebben voor zaken als rendement, slimme vernieuwingen en efficiëncy. De verschillen tussen individuele bedrijven laten zien wat er kan!
Adviezen
• Bespreek met uw voerleverancier of de hoogste melkproductie voor uw bedrijf ook nog steeds de meest efficiënte en economisch beste melkproductieniveau is.
• Bedenk ten aanzien van investeringen, wat u voor uw bedrijfssituatie een verantwoorde terugverdientijd vindt.
• Maak bij uw plan voor investering in machines, gebruik van de monitor voor bewerkingskosten van Flynth. En maak een nieuwe afweging tussen eigen mechanisatie of loonwerk.
• Beoordeel voor bedrijfsontwikkeling en bijvoorbeeld groei in grond, fosfaat- of stikstofrechten, de eventuele mogelijkheden via samenwerking met een collega-agrariër.