Flynth vergeleek biologische met gangbare melkveehouderij. Waarbij onder meer is gekeken naar bedrijven met vergelijkbare bedrijfsomvang en vergelijkbare intensiteit.
De inzet van het vorig kabinet was om het aandeel biologische landbouwgrond te laten stijgen van 4% nu, naar minimaal 15% in 2030. De nieuwe landbouwminister Wiersma noemde onlangs geen nut te zien in het opleggen van zo’n minimumpercentage. “Dat ondergraaft het verdienmodel voor de boeren”. In haar vorige rol als Friese landbouwgedeputeerde, bleek al dat het rendement bij biologische landbouw, wat Wiersma betreft uit de markt moet komen. Maar hoe zit het met dit rendement?
Melkprijs biologisch versus gangbaar
Terug kijken
Langjarig, over de periode 2013-2022 lag de melkprijs op de biologische melkveebedrijven gemiddeld 12,5 eurocent hoger. In 2016 was het verschil gemiddeld zelfs 20 eurocent per kilogram melk, vooral door de lage gangbare melkprijs. In 2022 was het verschil slechts 5 eurocent per kg, mede door de hoge gangbare prijs (Bron WUR, Agrimatie). Dus grote verschillend tussen jaren.
Bij Flynth zien we bij biologische melkveebedrijven, over afgelopen drie tot vier jaren een gemiddelde melkprijs rond 53 tot 54 cent en bij gangbare melkveebedrijven een gemiddelde melkprijs rond 44 tot 45 cent, een verschil tot 9 cent.
Vooruit kijken
De prognoseprijs voor komende jaren, wordt voor gangbare melk ingeschat op 47 cent per kilo melk. Voor biologische melk wordt deze ingeschat op 56 cent, een verschil van 9 cent. Voor biologisch dynamische melk wordt de melkprijs ingeschat op 60 cent. (Bron WUR, KWIN 2024/2025).
Melkproductie
Bij Flynth zien we bij biologische melkveebedrijven, als gemiddelde over afgelopen jaren, een gemiddeld melkproductieniveau’s van afgerond 7.200 kg per koe per jaar, waarbij dit bij de vergelijkbare gangbare bedrijven gemiddeld bijna 9.100 kg per koe per jaar is, een verschil van afgerond 1.900 kg per koe per jaar.
Saldo
Uit Flynthcijfers blijkt dat het saldo van opbrengsten minus voerkosten evenals het saldo per kilogram melk, bij de biologische bedrijven zo’n 4,7 tot bijna 5,5 cent per kilo melk hoger ligt dan bij de gangbare bedrijven. Door meer “overige opbrengsten” op de biologische bedrijven, is het verschil van het totale saldo per kilo melk zelfs bijna 6 tot 7,5 cent per kilo melk. In het voordeel van biologische bedrijven.
Bruto geldstroom
De bruto geldstroom is de vergoeding voor de inzet van arbeid en kapitaal op het bedrijf. Op biologische bedrijven ligt deze gemiddeld tussen 27 en 28 cent per kilo melk. Op gangbare bedrijven is dit 24 tot 25 cent, dus een verschil tot 3 cent per kilo melk. Nog steeds in het voordeel van biologische bedrijven.
Bedrijfsresultaat
De gemiddelde bedrijfsresultaten liggen zowel bij gangbaar als bij biologisch rond 15 cent per kilo melk en zijn dus ongeveer gelijk. Het hogere saldo van de melk bij biologische bedrijven, wordt “te niet gedaan” door gemiddeld hogere vaste kosten voor machines en werktuigen, voor onroerend goed en de hogere financieringslasten (meer rente en aflossing) bij de biologische bedrijven.
Kritieke opbrengstprijs
De kritieke opbrengstprijs is de prijs die een melkveehouder moet ontvangen om juist alle uitgaven te kunnen betalen, inclusief de lasten voor jaarlijkse vervangingsinvesteringen om het machinepark op peil te houden, aflossingen en privé-uitgaven. Op biologische bedrijven ligt de gemiddelde kritieke opbrengstprijs op 50 tot 53 cent. Op de vergelijkbare gangbare melkveebedrijven, qua bedrijfsomvang en intensiteit is de gemiddelde kritieke melkprijs 37 tot 40 cent. Een verschil van zo’n 13 cent. Waarbij opgemerkt dat over alle gangbare bedrijven (groter en kleiner en intensief en extensief), de kritieke opbrengstprijs over afgelopen jaar gemiddeld rond 47 cent is!
Gerealiseerde melkprijs en marge
De werkelijk gerealiseerde opbrengstprijzen noemde we al: op biologische bedrijven gemiddeld 53 tot 54 cent en op gangbare bedrijven gemiddeld 44 tot 45 cent, bijna 9 cent lager.
Het verschil in kritieke opbrengstprijs van 13 cent is dus groter dan het verschil in werkelijk gerealiseerde melkprijs van bijna 9 cent. Dit is tegelijkertijd de verklaring voor het verschil in gemiddelde marge, tussen biologische bedrijven en gangbare bedrijven. De totale uitgaven liggen op biologische melkveebedrijven namelijk zo’n 15 cent hoger dan op vergelijkbare gangbare melkveebedrijven.
Hiermee ligt de marge “helemaal onderaan de streep” op de biologische bedrijven gemiddeld tussen bijna 1 en 3 cent. Terwijl de marge op vergelijkbare gangbare bedrijven bijna 6 tot ruim 7 cent per kilo melk is. De gemiddeld hoge marge bij gangbare bedrijven, is deels verklaarbaar door de uitzonderlijk hoge gerealiseerde melkprijs in 2022 en begin 2023 op de gangbare bedrijven.
Blik vooruit
Extra kosten voor mestafzet verhogen met name de kostprijs op gangbare melkveebedrijven. Via de zwaardere financiering telt de gestegen rente gemiddeld harder door op de biologische bedrijven.
Jaarlijks zien we grote verschillen in de resultaten van individuele bedrijven. Waarbij de verschillen tussen individuele biologische bedrijven vaak nog groter zijn, dan bij gangbare bedrijven. Kijk bij het maken van toekomstplannen dus niet alleen naar de gemiddelde cijfers van deze groepen. Maar kijk vooral ook waar het individuele bedrijf staat en waar je als ondernemer naar toe kan.