Het verdwijnen van het Europese melkquotum zal leiden tot een nog sterkere concentratie van productie in de belangrijkste melkproducerende gebieden in Noordwest-Europa. Dit schrijft Rabobank in haar nieuwste rapport New Dawn for European Dairy dat alleen beschikbaar is voor zakelijke klanten van Rabobank International. Volgens de bank zullen veehouders in deze regio’s hun in de afgelopen dertig jaar met investeringen en inzet opgebouwde extra capaciteit nu aanspreken.
Nadat de afschaffing van het melkquotum in 2006 werd aangekondigd groeide de melkproductie met 12 miljoen ton. Een groot deel van de extra capaciteit op melkveebedrijven en bij de zuivel is daarmee al benut. Toch streven zuivelondernemingen er niet naar verdere ontwikkeling van melkleveringen door veehouders in de toekomst te remmen. Zodra de beschikbare capaciteit van grond in gebruik is zal de melkprijs een flinke sprong moeten maken zodra opnieuw in grond geïnvesteerd kan worden om de productie verder uit te breiden.
Ook zijn volgens analist Kevin Bellamy extra maatregelen nodig om te zorgen dat Europese melk concurrerend kan blijven. Over de wereldzuivelmarkt is Rabobank positief. Afgezien van incidenteel ongunstige marktomstandigheden verwacht de bank dat de wereldwijde vraag naar zuivel op de middellange termijn toeneemt. De stijging is toe te schrijven aan de voortdurende bevolkingsgroei, verstedelijking, globalisering en toenemende besteedbare inkomens.
De vraag mag dan stijgen, extreme prijsschommelingen blijven hun stempel op de zuivelketen drukken. Er zijn wereldwijd veel onzekere factoren – zoals de Russische importstop van afgelopen jaar – die de markt kunnen verstoren.
Concurrerende kostprijs
Voor de melkveehouderij liggen er uitdagingen. Er moet meer nadruk komen op een concurrerende kostprijs om de sector te wapenen tegen grote prijsverschillen en opkomende internationale concurrentie. Dit kan via schaalvergroting en productieconsolidatie.
Productieconsolidatie vond al volop plaats. Een derde van de melkveehouders heeft al een met het buitenland concurrerend kostprijsniveau dat aantoont dat verdere schaalvergroting geen must is. Deze kopgroep moet volgens de bank navolging krijgen, zodat de hele sector een goede uitgangspositie op de wereldzuivelmarkt krijgt en kan behouden. Ondersteuning door overheid en toezichthouders is daarbij onmisbaar.