Doorgaan naar artikel

Halveren en verdubbelen

Een vuistregel binnen de landbouw is halvering van het aantal bedrijven in 15 tot 20 jaar. Wat dat betreft is de rundveehouderij er het afgelopen decennium genadig afgekomen.

In 2003 telde het CBS nog 20.835 melkveebedrijven, in 2013 waren dat er 17.000. Dat is een krimp van 19 procent. Bij de tuinbouwbedrijven ligt dat afhaakpercentage op 40, bij de varkenshouders op 38. Dat zo’n snelle –vaak gedwongen- uittocht gepaard gaat met sociaal leed is eenieder wel duidelijk.
Het aantal melkveebedrijven is dan tot nu toe relatief weinig gekrompen, een inhaalslag lijkt voor de deur te staan. In een intern discussiestuk geeft het LTO-bestuur aan dat het tot 2025 een schoksgewijze halvering van het aantal melkveebedrijven verwacht. Dat betekent dat er dan nog 8.500 bedrijven zijn. Daarmee zal het gemiddelde bedrijf in 2025 zo’n 175 koeien melken.

Laat dat eens op je inwerken. Gemiddeld 175 melkkoeien! Dat is een groeisprint van jewelste. Is net die uitrbeiding richting 140 koeien klaar –en hield je jezelf voor dat dit de laatste bouw was-, zegt LTO dat je de komende jaren weer zult bouwen. En niet alleen bouwen, nee, simpelweg nog eens snel moet verdubbelen als je groter wilt blijven dan gemiddeld.

Tegen zo’n verdubbeling zijn volop argumenten. Op heel veel locaties is zo’n uitbreidingsslag met een standaardstal onmogelijk door de eisen rondom ammoniak. Dat betekent verplicht aan de luchtwasser, uitwijken naar werken op twee locaties of op niet al te lange termijn stoppen. Als werken op twee locaties betekent jongvee op de ene, melkkoeien op de locatie, is dat nog niet echt een probleem. Daar is mee te werken. Maar op twee plekken melken is inefficiëntie ten top, ook al zou het een satellietkudde op een of twee robots zijn. De kostprijsverhoging ten opzichte van melken op een plek draait de ondernemer die daartoe besluit echt wel langzaam de nek om.
Het grotere kapitaalbeslag zal ook bij velen de bottleneck zijn. De bouwkosten zijn dan nog geeneens het grootste probleem. Er moet betaald personeel komen, een dubbele ruwvoervoorraad, de mechanisatie moet twee slagen groter en ga de hele weg maar langs. Voor een bedrijf op pachtbasis is het dan waarschijnlijk over en uit onder het huidige economische bestel waarin banken vragen om voldoende zekerheden.
Maar de grootste vraag is: wil de ondernemer die slag wel maken. De slag van koeien als way of life naar koeien als productiefactor. Daar zullen er waarschijnlijk meer op afknappen dan op alle zakelijke economische tegenwerpingen.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin