Gezonde bodem: efficiënte mineralenbenutting. Johnny en Arie van Eck willen veel voer van eigen grond. Deelname aan het project Kringlooplandbouw Utrecht-Oost: van A naar Beter helpt daarin. Verbetering van bodem en mineralenbenutting leveren op langere termijn ook geld op.
Het melkveebedrijf van vof Van Eck in de gemeente Wijk bij Duurstede ligt in het overgangsgebied tussen Veluwse zandgrond en rivierklei rondom de Lek en Neder-Rijn. “We hebben zandgrond, rivierklei en daartussen zavelgrond”, vertelt Johnny van Eck. Als hij op het erf loopt, bekijken zijn koeien vanuit de open frontstal nieuwsgierig wat er gebeurt. Johnny en zijn vader Arie zijn dagelijks druk doende om zoveel mogelijk voer van hun eigen land te halen. “Acht jaar geleden was ik hier al mee bezig, want ik wil graag voorbereid zijn op de toekomst”, zegt Van Eck. “Toentertijd in een studieclub van Dirksen Management Support. Sinds twee jaar via een regionaal project over kringlooplandbouw in Utrecht-Oost.” Om zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn in ruwvoer en te voldoen aan grondgebondenheid, kochten de vennoten in 2014 meer grond, circa 10 hectare. Ook kwam er 30 hectare pachtgrond bij, waarvan 20 hectare natuurgrond. “Om incourante stukken grond rendabel te maken, valt 5 hectare onder ecologisch hooiland en een 0,5 hectare is randenbeheer. Het bestaat allemaal uit bloemenranden, goed voor de biodiversiteit en aantrekkelijk voor burgers en toeristen in het gebied.”
Meer kalk nodig
Volgens Van Eck is het belangrijk om bij de bodem te beginnen als je de opbrengst en kwaliteit van eigen ruwvoer wilt verbeteren. Daarom kiest hij voor een uitgebreid grondbemonsteringspakket. “Ik wil alle mineralen en spoorelementen in de bodem in beeld hebben, om te weten of er tekorten zijn.” Uit de eerste resultaten bleek dat 90% van de grond te weinig kalk bevat en daardoor te zuur is. “Op een perceel op afstand deed onze mais het slecht met een opbrengst van 35 ton per hectare. Oorzaak was deels de droogte, maar ook de verzuurde grond. Zure grond is slecht voor het bodemleven, dus dat wilden wij direct aanpakken”, vertelt Van Eck, die afgelopen winter begon met bekalken van zijn percelen. Hij is ook kritisch op de kalksoort. “We gebruiken Limkalk, omdat deze soort snel werkt. We gaan elk jaar 2 ton kalk per hectare strooien en steeds opnieuw het kalkniveau en de bodem-pH meten.” Op de bekalkte percelen, verwacht Van Eck hogere opbrengsten. “Op het oog zie je duidelijk dat het gras hierop groener is. Dat duidt erop dat de stikstof beter wordt benut en er meer gras groeit. De daadwerkelijke meeropbrengst moeten we nog vaststellen.” De stromest van de kalverboxen en het afkalfhok wordt benut om het organische stofgehalte in de bodem te verhogen. “We hebben te weinig stromest en zoeken andere methoden om organische stof toe te voegen aan de bodem. Organische stof houdt mineralen en vocht vast in de bodem en dat verbetert de mineralenbenutting en groei van gewassen.”
Grasklaver inzaaien
De vof begon 20 jaar geleden al met grasklaver inzaaien om meer eiwit van eigen grond te halen. Anno 2019 bestaat het grasareaal voor ruim 53% uit grasklaver. “We breiden dat nog verder uit. Grasklaver is goed voor een efficiënte stikstofkringloop, omdat klaver stikstof uit de lucht bindt. Daarnaast wortelt klaver ook dieper en is daardoor minder droogtegevoelig. Deze zomer en afgelopen droge zomer zie je dat terug, de grasklaverpercelen blijven langer groen. Een nadeel van grasklaver is dat je ridderzuring moeilijk kunt bestrijden, omdat klaver niet tegen een bespuiting kan.” Dit jaar deed het Utrechtse melkveebedrijf een experiment met inzaai van
1,7 hectare van een mengsel gras-luzerne op zandgrond. “Luzerne wortelt net als klaver ook dieper dan gras. Dat is beter voor de bodemstructuur en gras-luzerne houdt beter stand bij droogte. Het is wel opletten, want luzerne houdt niet van zure grond.”
Van Eck houdt graag grip op de kosten van ruwvoerteelt en -winning en doet dat grotendeels met eigen mechanisatie in eigen beheer. “Dat is goedkoper dan alles in loonwerk. Wij laten alleen onze mais spuiten en hakselen door de loonwerker. Het seizoenswerk is veelal landwerk, deels uitbesteed aan stagiaires en jongens in de buurt. Het voordeel is dat we daarmee kunnen sturen op het juiste oogst- en maaimoment.” Voor een hoge kwaliteit graskuil, maait Van Eck strak om de vier weken. “Jong gras levert het meest eiwit op in de gras(klaver)kuilen.” Jaarlijks wordt circa 13,5 ton gras(klaver) per hectare geoogst. Van Eck voegt Advance-inkuilmiddel met melkzuurbacteriën toe aan de graskuilen, want dat verbetert de conservering en vermindert conserveringsverliezen. Het zorgt ook voor een betere kwaliteit gras(klaver)kuil.
Minder bijproducten nodig
De koeien krijgen een gemengd rantsoen met 80% graskuil en 20% mais, aangevuld met sodagrain als extra energiebron en raap voor extra eiwit. “Omdat we nu meer eigen grond in gebruik hebben, hebben we voldoende eigen ruwvoer en voeren we minder bijproducten. Zoals bijvoorbeeld pers-, citrus-, rodebieten- en wortelpulp, bierbostel en aardappelpersvezels en dat scheelt jaarlijks een paar duizend euro in de voerkosten.”
Aan het gemengde rantsoen wordt een maatwerk mineralenmeel toegevoegd. “Dat is belangrijk om problemen rondom het afkalven te voorkomen. Hierbij letten we ook op eventuele toevoeging van extra calcium op basis van de kuiluitslagen.”
De jongveeopfok vanaf een leeftijd van zes maanden is uitbesteed aan een opfokker. Van Eck voert een deel van het hooi afkomstig van de natuurgrond aan het jongvee en een deel verkoopt hij als paardenhooi.
Omdat ze de 20 hectare natuurgrond niet mogen bemesten, moet nog wel mest afgevoerd worden, jaarlijks circa 350 kuub. “In het algemeen is het raar dat wij mest moeten afvoeren en kunstmest moeten kopen. Als minister Carola Schouten kringlooplandbouw wil, zou zij ook moeten pleiten voor meer eigen mest op eigen grond. Dat scheelt ons € 5.600 aan mestafzetkosten per jaar en het is beter voor regionale kringlopen, bodem en milieu.”
Toekomst kringlooplandbouw
In de toekomst wil de Utrechtse vof het melkveebedrijf verder investeren in een gezonde bodem. “We streven naar 100% kringlooplandbouw. Want zuinig zijn op onze grond, ons belangrijkste productiemiddel, heeft de toekomst”, stelt Van Eck. “Het levert niet direct geld op, maar het leidt op langere termijn wel tot een efficiëntere melkproductie en een bodem met perspectief voor volgende generaties.”
Kringlooplandbouw is een uitdaging voor de sector, maar er is volgens Van Eck wel een risico dat je teruggaat in de liters melk. “Het gaat meer op biologische landbouw lijken en de vraag is of de consument hiervoor gaat betalen.” Om de consument te informeren over kringlooplandbouw zijn de vennoten en Bianca van Eck zich aan het oriënteren op boerderij-educatie voor scholen en burgers. Deelname aan het initiatief ‘Kromme Rijn boert en teelt bewust’ is daarin al een eerste stap. Het is een bedrijfslabel voor maatschappelijke verantwoorde agrarische ondernemers in de Kromme Rijnstreek. Binnen Kromme Rijn Boert en Teelt Bewust zoeken boeren en fruittelers uit de Kromme Rijnstreek actief het contact met de burger op.
Profiel
Naam: VOF Johnny (40) en Arie van Eck (67). Woonplaats: Langbroek (Utr.) Bedrijf: Familie Van Eck melkt 140 koeien en houdt 70 stuks jongvee, waarvan 25 uitbesteed. Er is 89 hectare grond in gebruik, waarvan 35 hectare grasland, 40 ha grasklaver en 14 hectare mais. Dit jaar stond er ook 1,6 hectare gras-luzerne. Het rollend jaargemiddelde is 9.300 kg melk met 4,44% vet en 3,59% eiwit. Bel Leerdammer neemt de melk af. Bianca (37), de vrouw van Johnny, werkt buitenshuis in een apotheek. Wilma (62), de moeder van Johnny, doet de administratie van het melkveebedrijf. De VOF huurt vreemde arbeid in voor gemiddeld 20 uur per maand. Strategie: vanaf 2011 werkt de VOF aan kringlooplandbouw met bodemverbetering en een meer efficiënte mineralenbenutting.