Melkveebedrijf Riedstra-Hoving wil niet ter discussie staan in zijn omgeving. Bij te maken keuzes staat voorop dat privé niet mag lijden onder een beslissing, en dat een investering rendement moet toevoegen, liefst zo snel mogelijk.
Veel melkveehouders zien hun bedrijfsontwikkeling geremd door gebrek aan goede arbeidskrachten. Bij melkveebedrijf Riedstra-Hoving is het voorzien in arbeid geen item, het bedrijf grossiert bijna in medewerkers. Jappie en Dirk Riedstra werken met tien losse krachten die per week zo’n 200 uren inbrengen. Het zijn melkers, voerders, kalververzorgers en mensen die landwerk verrichten. Ieder doet vooral het werk wat hem of haar boeit. Die verdeling hebben de twee maten ook. “We zijn als een Siamese tweeling”, zegt Jappie. “Ik richt me op de dieren, Dirk op de machines.”
Jappie bemant twintig melkbeurten per veertien dagen de 2×28 swingover met beweegbare putvloer. “Melken is leuk werk, maar dat blijft het niet als je dag in dag uit in de melkstal staat”, zegt de Drent. “Een melkstal sloopt je lichamelijk. Om dat te voorkomen melken hier altijd twee wisselende personen met daarbovenop een persoon in de stal die boxen reinigt, de groepen wisselt en kalfjes voert.”
Drie keer daags melken, komt geregeld op tafel. “De meerkosten voor ingehuurde arbeid worden goedgemaakt door een hogere productie. Financieel zijn melkrobots dan toch een betere optie, maar die maken je geestelijk kapot. Automatisch melken zou hier 100 uur per week aan benodigde arbeid besparen, daarmee betalen melkrobots zichzelf.” Ze maken afscheid van een deel van de medewerkers nodig. “We hebben een heel flexibele schil, een deel van de mensen zal dan zelf ontslag nemen. We groeien langzaam naar die situatie toe.”
Riedstra werkt niet alleen met los-vaste medewerkers. Vaak zijn er ook nog twee tot drie stagiairs actief op het bedrijf. “We vinden het leuk mensen iets te leren. We accepteren dat ze fouten maken, die maken we zelf ook. We starten bij nieuwe medewerkers altijd met goede instructie, vertellen hen de meest gemaakte fouten om van te leren.”
Geen overlast bezorgen
Aan de stallen is de groei van het bedrijf af te lezen. Een jongveestal uit 1990 is grotendeels in gebruik als berging en huisvest nog veertig stuks jongvee. De oude ligboxenstal uit 1975 met 100 boxen is in 1998 met 60 boxen vergroot en is in 2015 met nog eens 220 boxen uitgebreid. “Het bedrijf ligt dicht bij natuurgebieden en de bebouwde kom. We hebben al sinds 1975 de hinderwet-, milieu- en Natuurbeschermingswet-vergunning op orde”, zegt Jappie. “We willen niet ter discussie staan in de omgeving. We letten er terdege op dat we de burgers niet onnodig overlast bezorgen. We doen zo weinig mogelijk transportbewegingen op woensdagmiddag, omdat veel transport door de rustige hoofdstraat van Veenhuizen gaat waar dan kinderen spelen. Bij het inkuilen doen we in de avond de percelen rond het huis, niet rond de woningbouw. Bemesting rond de huizen doen we in het begin van de week. En we leren alle trekkerchauffeurs dat het gas eraf moet in de bebouwde kom. Soms moeten we het een tweede keer zeggen, maar dan komt die boodschap echt wel over. Met mensen die ons geen energie geven zijn we snel klaar.”
Rechten nog niet aangekocht
Na de laatste uitbreiding was op de teldatum 2 juli 2015 de stal niet vol bezet. Aankoop van 4.000 tot 5.000 kilo aan melkveefosfaatrechten ‘destijds rond €200 per kilo, €9.000 per koe’, was financieel zeer lastig en zou het bedrijf vastleggen. “Een betere optie was benutten van andermans rechten”, stelt Jappie. Alle jongvee vanaf ongeveer vijf maanden leeftijd staat sindsdien bij de buurman. “Nu de prijs tot zo’n €60 per kilo, ofwel €3.000 per koe is gedaald, kijken we wel naar aankoop van rechten, zeker na de financieel goede jaren 2022 en 2023. Niet omdat we het jongvee weer terug willen op eigen bedrijf, maar wel om productie zeker te stellen. Ik voorzie namelijk een generieke krimp en de rechten zijn nu nog relatief goedkoop.”
Bij de laatste uitbreiding is geïnvesteerd in 1.700 zonnepanelen en ook kwam er een monovergister die 380.000 kWh plus warmte voor de woningen en kantine produceert. Het bedrijf was destijds de eerste die een Rabo-impactlening kreeg, wat de rentelast deels met 0,5% drukte. “We willen voorop lopen en onze eigen weg volgen. Dat maakt ondernemen leuker, maar niet makkelijker.”
Riedstra verwacht hogere rentelasten nu de eerste langlopende leningen verlengd moeten worden. “We gaan ervan uit dat de komende jaren onze rente 3% stijgt. Dat is bij ruim €3 miljoen financiering ongeveer een ton per jaar. Die ruimte is er nu, daar zien we geen probleem ontstaan.”
Groei zit in alle generaties
Jappies opa startte op een bedrijf van Domeinen en greep vijf keer de kans een groter bedrijf te pachten. In 1970 kwam hij met Jappies vader op de huidige locatie. Ze bouwden vijf jaar later een van de eerste ligboxenstallen in Drenthe. “Van opa leerden we vooral goed met mensen te praten, hard te werken en kansen te grijpen. Mijn vader benadrukte juist na te denken, goed te rekenen, maar niet tot in den treure en niet te bang te zijn. En vooral focus te houden.”
Al die raad nemen ze ter harte. Beide broers zijn bestuurlijk actief en hebben het vermogen mensen voor zich in te nemen, er wordt ze dingen gegund. Hun focus ligt alleen op melken van de koeien. “Als je focust, bereik je je doel altijd”, zegt Jappie. “Ik geloof niet in verbreding anders dan energieproductie. We gaan voor optimalisatie om de stijgende kosten te pareren. We streven ernaar continu tussen de 360 en 380 koeien te melken en willen met hetzelfde aantal koeien elk jaar 4% meer melk leveren bij dezelfde inputs.” In 2023 nam RFC 4.281.000 kilo melk af met 4,72% vet en 3,69% eiwit.
Bij de huidige 380 koeien zijn alle boxen bezet. “We willen geen overbezetting meer. Productieverhoging werkt financieel beter uit dan meer melk uit een overbezette stal. En we voorzien dat de overheid strikte normen gaat stellen aan aantallen boxen versus aantal dieren We willen ook niet groeien naar meer dieren op deze locatie. Dit is een prima plek, met grond rondom, maar vergroting is uitgesloten. Als kinderen willen overnemen, is aankoop van een tweede bedrijf de beste optie.”
Formeel overleg is cruciaal
Beslissingen over strategische zaken ‘niet over een nieuwe trekker ofzo’ worden in het tweewekelijkse formele overleg afgestemd. “Als je zaken niet doorneemt en verschillen niet uitpraat, los je niks op en is het snel einde oefening”, motiveert Jappie het belang van het structurele overleg. Jappie is daarbij de man van de proefballonnen, met name de echtgenotes prikken die lek. “Ze zijn de remmende klankborden.”
Besluiten worden unaniem genomen. “In de ideeënfase wordt nog niks doorgerekend. Dat komt later wel. We beslissen ook niet op vier cijfers achter de komma. We willen ons niet klem zetten. Aan de andere kant: rust is ook stilstand. De twee belangrijkste afwegingen bij te maken keuzes zijn dat privé niet mag lijden onder een beslissing, en dat een investering rendement moet toevoegen aan het bedrijf, en liefst zo snel mogelijk.”
De ondernemers houden de fiscale structuur nu tegen het licht. “Wij zijn de laatste generatie die alle productiemiddelen zelf bezit, in eigen hand heeft. De structuur is veranderd naar een bv, anders loopt het fiscaal echt mis. De bedrijfswaarde en het rendement lopen steeds verder uit elkaar.”
Spreiding van risico’s
De melkafzet is het enige punt waar de ondernemers maar op één paard wedden. “Daarin zijn we bewust coöperatief. Het collectief eigenaarschap trekt ons.” Op alle andere cruciale punten willen ze zich zo min mogelijk committeren aan één leverancier of afnemer. Aan de voerzijde zijn ze overgegaan van mengvoer naar TMR. “Losse grondstoffen zijn overal dezelfde. Dan kun je op prijs vergelijken en kopen. We merken dat we bij Duitse leveranciers het scherpst kunnen inkopen, die kant gaan we steeds meer op. We moeten daar scherp op zijn, want de kostprijs stijgt snel. Alleen aan lonen zijn we dit jaar al €45.000 meer kwijt dan in 2023.”
Ook in de grondpositie en mestafzet wedden de ondernemers op meerdere paarden. Er is nu 85 hectare eigendom, waar in 1978 het bedrijf alleen 41 hectare pacht telde. “We hebben met vier grotere partijen pacht dan wel meerjarige zekerheid van gebruik van in totaal 145 hectare geregeld. Daarnaast is er 10 hectare losse huur. We moeten dan nog steeds mest afzetten. Onder andere daarvoor investeerden we in monovergisting en 4.000 kuub extra opslag. We zitten namelijk aan de rand van een akkerbouwgebied. Transporteurs rijden eerst hun eigen opslagen vol met mest van grote afstand, daarna kijken ze vooral naar mest in de directe omgeving. Dat zitten we, met ruime opslag. En als er meer vraag is naar mest dan we moeten afzetten, dan passen we daar een mouw aan. Je moet je afnemers koesteren.”
Aankoop van extra grond is altijd een overweging, maar geen prioriteit. “We willen alleen kopen op korte afstand of aanliggend.” En qua hoeveelheid? “We hebben de houding: alles kan. Als je geen 40 hectare kunt kopen, kan 5 hectare ook niet.”
De productie per koe is hoog, rond 10.500 kilo per koe. “Dat hebben we wel op rij. Belangrijkste is dat de koeien snel drachtig zijn, de rest komt dan vanzelf.” De broers schromen ook niet al 45 dagen na afkalven te insemineren. “Als de conditie maar redelijk is. Te schraal insemineren biedt weinig kans.” Elke veertien dagen worden de koeien op dracht gescand. “De te scannen koeien moeten op een A4’tje passen, vijftien tot twintig stuks. Als dat niet zo is, is er ergens iets fout gegaan en moeten we de reden achterhalen en bijsturen.”
Het bedrijf is embryo-ontvangsterbedrijf bij CRV. “Dat is voor ons een beter verdienmodel dan inzet van Belgisch Blauw-sperma. En het biedt de kans een hoogwaardiger veestapel op te bouwen.” BB-sperma passen ze overigens wel toe. Al was het maar omdat een van de medewerkers in de zomer een koppeltje vleesvee wil mesten op zijn eigen land.
De afgelopen tien jaar is zwaar geïnvesteerd in mechanisatie. Alle machines zijn in eigen beheer, met uitzondering van een hakselaar. “Werken met grote, moderne machines trekt potentiële medewerkers. Ik kan gewoon geen minuut zonder hen. Het werk moet gebeuren, alle arbeid wordt per bank uitbetaald. We willen wel rust, en ook een privéleven. Daarom moet het werk om zeven uur ’s avonds af zijn, behalve dan die ene keer dat we aan het inkuilen zijn.”