De Drentse ondernemers Noud Brinke en Martijn van Geel verbazen zich over het grillige overheidsbeleid. Veel politieke onzekerheden en kostprijsverhogende effecten van maatschappelijke en milieueisen remmen het ondernemerschap.
Glastuinbouwbedrijf Van Geel beslaat 10 hectare en ligt in het Drentse Erica. Een omgeving waar glastuinbouw vanaf 1960 begon. Gemeente Emmen en provincie Drenthe blazen deze sector nieuw leven in met een nieuw bestemmingsplan om ruimte te creëren voor extra groei in de tuinbouw. Martijn van Geel deed de opleiding small business en retailmanagement in Groningen en nam in 2011 de kwekerij van zijn vader Rien over. “Hij kwam op zijn 21ste uit de Noordoostpolder hierheen en begon in 1977 met het telen van verschillende bloemen en planten, maar dat bleek te veel. Na twee jaar kweekte hij alleen chrysanten”, vertelt Van Geel. In 2008 nam Van Geel het rozenbedrijf van de buren over en begon Rien ook met het kweken van orchideeën. Een soort die in het Nederlandse klimaat goed gedijt, net als chrysanten. In 2009 kwam Martijn van school en ging zich meer oriënteren op orchideeën. De laatste vijf jaar zijn twee keer nieuwe kassen gebouwd en is het areaal orchideeën verdubbeld tot vijf hectare.
Van Geel is in gesprek met Noud Brinke, melkveehouder in Klazienaveen. Brinke kent het glastuinbedrijf van Van Geel wel. “Als middelbare scholier reed ik vroeger op mijn brommer langs jullie bedrijf, onderweg van huis naar school, de Groene Welle in Hardenberg”, vertelt Brinke. Voor de familie Brinke is opschaling ook niet vreemd. “Mijn opa kwam uit Groenlo naar Drenthe en begon in 1978 met 130 melkkoeien, toen al bovengemiddeld. Nu zijn dat er 345”, vertelt Brinke. Hij was in 2019 klaar met zijn has-opleiding in Dronten, agrarisch ondernemerschap en dierhouderij. Maatschap Brinke kiest voor groei, meer melk per koe en efficiency. “Daarom melken we onze koeien sinds medio 2020 drie keer daags met hulp van melkers. Dat zijn scholieren van 16 tot 22 jaar, die na schooltijd bij ons melken.” Dat gebeurt in een 50-stands buitenmelker. Van Geel heeft daar nog nooit van gehoord en vraagt zich af hoe dat werkt en hoeveel koeien Brinke per uur melkt. Brinke geeft tekst en uitleg: “Bij een buitenmelker staan melkers aan de buitenkant van de carrousel en bij een binnenmelker aan de binnenkant. We melken 50 koeien tegelijk en hebben in 1,5 uur ongeveer 300 koeien gemolken.” Brinke streeft dit jaar naar meer dan 11.000 kilo per koe, in 2019 was dat nog 10.000 kilo.
Hobbels in ondernemerschap
Beide ondernemers hebben moeite met het huidige overheidsbeleid, omdat het leidt tot veel onzekerheden en kostprijsverhogende maatregelen. “We moeten de CO2-uitstoot in 2030 met 50% omlaag brengen en met 100% in 2040. Maar we weten nog niet hoe”, zegt glastuinder Van Geel. Hij investeerde al in ledverlichting, een wkk en zonnepanelen. En in airmix, een systeem om de kas te ontvochtigen, waardoor ze goedkoper stoken. “Maar dat is nog niet genoeg. Met collega-telers hebben we gekeken naar windenergie, maar dat lukt niet qua vergunningverlening. We kijken nu ook naar aardwarmte.” In de glastuinbouw is de CO2-uitstoot gebaseerd op hoeveel kuub gas een kweker verbruikt en daar hangt een CO2-equivalant aan. “Als we te hoog uitkomen komen, moeten we CO2-emissierechten gaan betalen.”
Brinke kan er over meepraten. “Wij zijn hard geconfronteerd met de stikstofkaart met reductiepercentages van het kabinet en de kritische depositiewaarde KDW. In eerste instantie kunnen we er niet zoveel mee”, zegt Brinke, die met hun bedrijf binnen twee kilometer van het natuurgebied Bargerveen (Natura 2000-gebied) ligt. “In 2011, toen wij de laatste stal hebben gebouwd, speelde de stikstofdiscussie ook al. Als je koeien liet weiden, was een emissiearme vloer niet verplicht, want weiden helpt tegen ammoniakuitstoot. Dan begin je er niet direct aan. De melkveehouderij moet de uitstoot van broeikasgassen, zoals ammoniak en methaan, ook verminderen om de CO2-emissie te verlagen. De land- en tuinbouw heeft daar de laatste jaren al veel aan gedaan, dat vergeten mensen weleens”, zegt Brinke. Hij stelt dat boeren het stikstofprobleem met technische maatregelen kunnen oplossen. Bijvoorbeeld met emissiearme vloeren, luchtwassers, meer weidegang, water toevoegen aan mest en andere innovatieve oplossingen.
Voor Van Geel is dat een echte eyeopener en hij vraagt wat een luchtwasser kost. Hij verwondert zich erover dat je met installatie van een luchtwasser circa € 100.000 kwijt bent en ongeveer 75% ammoniak uit een stal reduceert. “Die kosten vallen mij nog mee, ik wou dat ik voor zo’n relatief laag bedrag van mijn CO2-probleem af zou zijn”, zegt Van Geel.
Brinke is bestuurslid van het Drents Agrarisch Jongeren Kontakt (DAJK). Hij vertelt dat agrarische jongeren al eerder met provincie Drenthe om tafel hebben gezeten. “Bij overleg over de zogeheten PAS is ook al aangegeven dat stikstof goed te reduceren is met technische maatregelen. Water toevoegen aan de mest, scheelt zo maar 10 tot 20% ammoniakemissie”, weet Brinke. “Boeren willen en kunnen wel wat doen, maar er wordt niet echt naar ons geluisterd. De politiek wil gewoon minder vee in Nederland. Er moeten altijd dieren weg, dat begon al met de introductie van fosfaatrechten.”
Van Geel vertelt over de stijging van het tarief van de ODE (Opslag Duurzame Energie)-toeslag. “Vanaf 1 januari 2020 ging deze met 180% omhoog. Daar kun je niet op ondernemen”, zegt Van Geel. “De eerste kas zonder gas werd enorm geprezen, maar die gebruikt heel veel stroom. Als daar ineens 70% bij komt, krijgt de zogenoemde verduurzaming een enorme knauw. Bij een onbetrouwbare overheid, die tussentijds steeds dingen aanpast met zulke grote stappen, kun je geen beleid en strategie maken.”
Brinke is het helemaal eens met Van Geel. “We hebben een overheid nodig die zegt waar we over 20 jaar willen staan. Dan kunnen we daar naartoe werken en er zonder risico op investeren. Nu lukt dat absoluut niet. Alle onzekerheden vanuit de overheid, zoals ook het afschieten van de PAS, zetten een rem op ondernemerschap en toekomst voor jonge ondernemers”, stelt Brinke. “Een jonge collega-veehouder is al vijf jaar bezig om een stal te bouwen, maar die kan nu niet verder omdat de bank door alle onzekerheden niet financiert. Dat is toch triest.”
Toekomststrategieën
Van Geel wil graag met flexibele arbeid inspelen op snelle marktbewegingen. Daarom heeft hij bij de bouw van de nieuwste kassen niet alles geautomatiseerd. “Daarmee zouden we onszelf te veel vastleggen in een constante productiestroom. Wij willen vraaggestuurd produceren, in de zomer minder produceren en in februari rondom Valentijnsdag veel meer, want dan groeit er weinig buiten. Dat levert ons financieel uiteindelijk meer op”, zegt Van Geel. Hij wil verdere verduurzaming van zijn bedrijf voor maatschappelijk draagvlak en behoud van toekomstperspectief. “Onze producten hebben al een relatief lage milieu-impact. We zetten in op meer ledverlichting, alternatieve warmte, residuloos telen en gebruik van gerecycled verpakkingsmateriaal.”
Brinke ziet efficiënter produceren en blijven groeien als belangrijkste toekomststrategieën om de kosten te drukken. “Dat doen we door elk jaar wat fosfaatrechten erbij te kopen tot we 400 koeien melken en meer melk per koe produceren. Om te besparen op energiekosten laten we dit najaar zonnepanelen plaatsen. Mijn moeder doet nog wat in rundvleesverkoop, mogelijk dat we hierin uitbreiden, maar het produceren van melk blijft voor het ons het meest belangrijk.”
‘Met meer voeropslag spelen we in op hogere voerprijzen’
Noud Brinke (28) heeft samen met zijn ouders Marcel (58) en Caroline (58) een melkveebedrijf in Klazienaveen (Dr.). Maatschap Brinke melkt 345 koeien en houdt 125 stuks jongvee op 147 hectare grond. Er is 100 hectare gras en 47 hectare mais. Brinke ruilt grond met een akkerbouwer, waarbij mais wordt afgewisseld met aardappelen. Een deel van de mest gaat naar de akkerbouwer. De koeien produceren 10.850 kilo melk met 4,20% vet en 3,50% eiwit. Maatschap Brinke melkt drie keer daags met een 50-stands buitenmelker en werkt met een vaste medewerker en acht melkers (studenten uit het dorp).
Noud Brinke in vier uitspraken
1) ‘Bij onduidelijk overheidsbeleid zie je uiteindelijk dat boeren die gewoon door zijn gegaan, het beste af zijn’
2) ‘Wij hebben een Nb-vergunning voor 400 koeien en wachten met investeren in een emissiearm systeem eerst de stikstofdiscussie af’
3) ‘In Nederland lopen we voor op duurzaamheidseisen in de zuivel, daar kunnen we een paar centen per kilo melk extra uithalen’
4) ‘Fosfaatrechten bijkopen, is moeilijk financierbaar bij de bank
90% van de orchideeën komt uit Nederland
Martijn van Geel (38) runt samen met zijn zwager Johan Booster (41) het glastuinbouwbedrijf in Erica (Dr.). Het bedrijf is door Martijn overgenomen van zijn vader Rien, die in 1977 vanuit de Noordoostpolder naar Erica kwam en begon met een chrysantenkwekerij.
Van Geel Orchideeën heeft 5 hectare orchideeën als potplant en 5 hectare chrysanten als snijbloem en werkt met 80 mensen personeel. De bloemen en planten gaan naar meer dan 50 landen (98% EU). Chrysanten via een afzetorganisatie van 14 kwekers, de afzet van orchideeën gebeurt in eigen beheer.
Martijn van Geel in vier uitspraken
1) ‘De hele wereld komt in Nederland kijken hoe wij het als glastuinbouwsector doen’
2) ‘In 14 jaar dat wij in de glastuinbouw zitten, is het nog nooit zo onzeker geweest als nu’
3) ‘In de sierteelt verwacht ik veel uitval van planten- en bloemen-aanbod’
4) ‘De vorige recessie bleek niet zo slecht voor de bloemen- en plantenhandel. Maar het is zeer onzeker wat de inflatie dit keer gaat doen’