Het produceren van een koe die lange afstanden kan lopen en met glooiende heuvels om kan gaan. Dat zijn de belangrijkste fokdoelen van een Ier die nu zijn eigen melkveebedrijf in Australië runt.
De Ier Brian Corr groeide op een gemengd bedrijf en werkte als bedrijfsleider op melkveebedrijven in Ierland, Groot-Brittannië en Nieuw-Zeeland. Uiteindelijk vestigde hij zich in Australië waar hij twee melkveebedrijven beheerde voor een investeringsgroep, deels via een sharemilk-constructie.
Corr greep in juli 2022 de kans om zijn eigen bedrijf te kopen. Dat bedrijf met 153 hectare ligt in Moyarra, 80 km ten zuidoosten van Melbourne. “We hadden het geluk dat de bankdirecteur begreep wat we wilden doen en die ook de geschiedenis kende van het bedrijf dat we kochten. De melkprijs was toen prima en de rente was nog niet veel gestegen. Hoewel het aanzienlijke besparingen, planning en ondersteuning vroeg, zijn we ons ervan bewust dat er ook wat geluk bij betrokken was.”
Snel groeien van 100 naar 400 koeien
Het oorspronkelijke plan van Brian en zijn partner Myrid Bartlett die fulltime lerares is, was om 270 koeien te melken. Ze konden echter 60 hectare land naast de deur pachten en tekenden drie maand na de start een pachtcontract op nog eens 20 hectare aangrenzend land. Ook pachten ze nu 80 hectare op 10 km afstand. Daar loopt het jongvee. “Op de meeste boerderijen die binnen ons budget lagen, kun je slechts 200 koeien melken. Dit bedrijf had goed weiland en een grote melkstal, een 2×30 swingover. Maar alles was vervallen. Het heeft veel werk gekost om het weer op orde te krijgen.”
In het eerste seizoen molk Brian 400 koeien, waarvan 40 procent vaarzen. Er kwamen ongeveer 100 koeien en 50 vaarzen mee vanuit zijn sharemilk-carrière. “De rest kocht ik van de vorige boerderijeigenaar aangevuld met drie veestapels uit de omgeving.” Het merendeel van de koeien is een Friese Jersey-kruising maar er zijn ook enkele zuivere Friese en Jersey-koeien.
Kilo vet en eiwit per kilo lichaamsgewicht
In seizoen 2022-2023 produceerden de koeien 380 kilogram vet en eiwit per koe bij 4,8 procent vet en 3,7 procent eiwit. “Dit seizoen mikken we op 440 kilogram vet en eiwit per koe”, zegt Brian. “We streven ernaar om een efficiënte koe van gemiddelde grootte te fokken die zeer vruchtbaar is, lange afstanden kan lopen en met onze heuvels om kan gaan. Daarbij gebruiken we de Nieuw-Zeelandse fokwaarde-index, omdat deze het beste aansluit bij ons systeem. Ik wil een koe die voor elke kilo levend gewicht één kilogram vaste melkbestanddelen produceert.”
De koeien van Brian grazen het hele jaar door buiten in één kudde. De enige gebouwen op de boerderij zijn een kalverunit en de visgraatstal. “We proberen de investeringen in machines en technologie tot een absoluut minimum te beperken. We zetten loonwerkers in voor alle landwerk, ook het balen persen. Het enige dat we zelf doen is voeren en kunstmest strooien.” De mechanisatie is er naar. Er is niet meer dan een Landini-tractor van 75 pk op het bedrijf.”
Uitbreiding of aankoop tweede bedrijf
Brian breidt dit seizoen uit naar ruim 500 koeien. Verdere groei is een optie. Hij houdt niet voor niets dit jaar ruim 200 vaarskalveren aan. “Hopelijk krijgen we de kans om meer land om ons heen te kopen, inclusief een deel van wat we momenteel pachten. Ik sluit aankoop van een tweede boerderij in de toekomst niet uit. De eerste prioriteit is nu echter het aflossen van de schulden.”
Het verkrijgen van arbeidskrachten een probleem voor Brian, die momenteel één fulltime werknemer en twee tijdelijke medewerkers in dienst heeft tijdens het afkalven. Brian voegt toe: “Andere uitdagingen hier zijn droge zomers, maar we zaaien witlof als gewas om vroeg in het seizoen groenvoer te bieden. De cichorei levert, afhankelijk van de regenval in de eerste zomer, acht tot zestien ton droge stof per hectare op en wordt vervolgens overgezaaid met Engels raaigras. Dit jaar planten we acht hectare voederbieten aan, zodat we in de nazomer en het vroege najaar zelfgekweekt voer kunnen leveren.”