De Estlandse zuivelgigant Trigon Dairy Farming Estonia zit ruim in eigen grond en capaciteit. Genoeg om het bedrijf in Väätsa uit te breiden met 1.100 koeien. “Maar meer geld lenen bij de bank is geen optie”, zegt directeur Margus Muld. Hij gaat daarom voor kostenefficientie en risicospreiding.
Trigon Dairy Farming Estonia (TDFE) bezit drie melkveebedrijven in Estland. Een van de bedrijven ligt in het dorp Väätsa, ongeveer een uur rijden van de hoofdstad Tallinn. Het bedrijf is in 2012 aangekocht. Voor € 11 miljoen is het bedrijf vervolgens in tien maanden tijd omgebouwd van een ouderwets bedrijf naar een moderne, toekomstbestendige melkveehouderij. De twee andere Trigon-boerderijen zijn gelegen in Kaiu, op 35 kilometer van Väätsa, en Karla op 250 kilometer van Väätsa. In totaal heeft Trigon een melkveestapel van 3.600 Holstein melkkoeien plus jongvee.
Hergebruik warmte
Margus Muld, algemeen directeur van TDFE leidt ons rond op het bedrijf in Väätsa. Met een melkveestapel van 2.250 koeien plus jongvee is dit het grootste bedrijf dat in handen is van de Estlandse zuivelgigant.
Het bedrijf omvat twee grote stallen van elk 250 meter lang. In elke stal worden 1.100 koeien gehuisvest. Een braakliggend perceel ernaast is gereserveerd voor het bouwen van een derde, identieke stal. Naast de twee huidige stallen staat een groot kantoorgebouw met ontvangstruimte, met aan de achterkant de melkstal en wachtruimte voor de koeien. Het bedrijf is omringd door verrijkende hoeveelheden graan- en grasland.
De stallen zijn licht en open. Koeien vreten aan de voorkant, drinken in het midden en rusten aan de achterzijde. Volgens Muld heeft deze stalindeling een positief effect op het eetgedrag van de koeien, en vervolgens op de productiviteit. Het bedrijf heeft een 80-stands draaimelkstal van DeLaval. In de melkstal zijn continu twee melkers aan het werk, wat resulteert in het melken van 400-450 koeien per uur. De koeien worden drie keer per dag gemolken. De wachtruimte wordt schoongehouden door een automatisch spoelsysteem dat regenwater vanuit de dakgoten naar de wachtruimte transporteert. Kleppen in de vloer zorgen er vervolgens voor dat het water over de vloer wordt gespoten. Dit systeem wordt vaak in de Verenigde Staten gebruikt.
Muld is trots op het feit dat het bedrijf energiezuinig werkt. “Melk afkoelen van circa 35 graden naar 4 tot 5 graden Celsius kost een hoop energie. De warmte hergebruiken we om de stallen, melkstal en kantoorruimte te verwarmen. Dit bespaart ons zo’n € 40 tot 50.000 per jaar”, legt Muld uit.
De winters in Estland kunnen koud zijn, en temperaturen kunnen dalen tot minus 25-30 graden Celsius. Ook dan is er voldoende warmte beschikbaar. De stallen beschikken tevens over gordijnen aan de zijkant. Deze worden automatisch gesloten als de tempartuur beneden de 21 graden komt.
Melkproductie blijft maar stijgen
Het management, gecombineerd met personeel in vaste dienst, is een van de factoren waardoor Trigon Dairy Farming Estonia de productie constant blijft verhogen. In Väätsa is de melkproductie gestegen van 9.500 kilo per koe per jaar in 2014 tot 11.100 kilo in 2016. Voor 2017 zal de productie nog eens hoger uitvallen, naar verwachting rond 11.300 kilo per koe. De koeien op de locatie in Kaiu doen het nog iets beter. Dit jaar verwacht men een productie per koe van 12.200 kilo. Het bedrijf in Karla zal dit jaar naar schatting op 10.800 kilo per koe komen. In Väätsa zit de grootste veestapel, dus de totale opbrengst van deze locatie is het hoogst: 25.486 ton melk in 2017. Hiervan wordt 24.749 ton verkocht aan twee zuivelverwerkers: Valio en Estover.
De productieniveaus van de koeien van Trigon Dairy Farming Estonia liggen hoger dan het gemiddelde dat in Estland op 8.900 kilo per koe per jaar ligt. Muld: “Dit komt doordat we profiteren van onze grootte, eigen medewerkers zoals dierenartsen, melkers en inseminatoren. Het bedrijf biedt aan 85 mensen werk, inclusief management. Maar ook het land is in Estland nog betaalbaar.” De prijs voor een hectare bouwgrond in Estland varieert van € 3.500 tot € 4.000, een fractie van wat er in de Scandinavische landen en Nederland voor betaald moet worden.
Wat betreft diergezondheid doet Muld en zijn team niet per se iets extra’s. naast de vitaminen en mineralenmix gebruiken ze geen extra voersupplementen. De klauwbekapper pakt drie keer per jaar de klauwen aan. De koeien moeten relatief veel lopen, als gevolg van de grote stallen en de afstand naar de melkstal. Behandeling van klauwen heeft dus de aandacht.
Niet alleen de melkproductie is hoger dan het Estlandse gemiddelde, ook de graanopbrengsten zijn gemiddeld 20% hoger. Afgelopen seizoen werd er 5.700 ton granen geoogst. Een deel van de oogst wordt gebruikt voor de TMR. In Väätsa wordt jaarlijks 40.000 ton kuilvoer en 5.500 ton granen gevoerd. De mais en de vitaminen/mineralenmix wordt aangekocht. De beschikbare hoeveelheid grond doet dienst als verwerking voor de jaarlijkse mestproductie van 130-140.000 ton. De mest wordt verzameld in twee grote mestbassins. Voor de 11 miljoen investeringskosten is toentertijd ook drie mestscheiders en composteerder (met een capaciteit van 200 kg per uur) gekocht. Twee mestscheiders produceren een dikke fractie met een drogestofgehalte van 28%, die direct op het land wordt gebruikt. De derde mestscheider produceert een dikke fractie met 32% droge stof. Deze fractie gaat vervolgens de composteerder in. Wat eruit komt, wordt als strooisel gebruikt in de ligboxen.
Groei zonder extra leningen
Muld is bezig met verdere uitbreiding van de melkveestapel in Väätsa, van 2.250 naar 3.300 koeien. Er is al land gereserveerd waar de derde stal moet komen te staan. “We kunnen dit redelijk makkelijk doen. We hebben de ruimte en we hebben waarschijnlijk maar vijf extra man personeel nodig”, aldus Muld.
Bij Trigon Dairy Farming gaat het om het zo efficiënt mogelijk maken van melkproductie. De melkprijs in Estland is met 32 cent per kilo in september 2017 goed te noemen. Maar het geld voor de extra stal zal moeten komen van investeerders. Het bedrijf is aan het plannen om hiervoor een openbare inschrijving te organiseren voor investeerders.
Extra lenen van de huidige financier, de Zweedse bank, is geen optie. Volgens Muld is het melkveebedrijf dit jaar zeker winstgevend, maar nog steeds belast met een netto schuld van € 10,5 miljoen. De totale omzet van het bedrijf, drie melkveebedrijven samen, zal naar verwachting meer dan 21 miljoen euro bedragen in 2017. De EBITDA zal dan boven de € 5 miljoen uitkomen.
Naast het reduceren van schulden wil het bedrijf ook de risico’s spreiden en investeren in innovatieve agrarische activiteiten. Muld: “Produceren van melk (en granen) blijft onze hoofdtak, maar we kijken ook naar andere activiteiten zoals innovatieve kweekmethoden voor voedselgewassen (verticale landbouw, groente en fruit produceren met behulp van led-verlichting en hydrocultuur). Hierdoor willen we ook bijdragen aan duurzame productie van voedselgewassen voor de toekomst. Daarnaast vinden we het belangrijk dat we niet puur afhankelijk zijn van melkprijzen. Op dit moment gaat het goed in Estland en we hebben nog veel ruimte om te groeien en om onze export van melk te vergroten. Maar daarnaast kijken we dus ook eens stapje verder dan dat”, concludeert Muld.
Naam: Margus Muld (42). Plaats: Väätsa, Estland.
Bedrijf: Melkveebedrijf, onderdeel van Trigon Dairy Farming Estonia, met 2.200 stuks melkvee.
Land: In totaal 4.000 ha. Hiervan is 1.701 ha bedekt met graangewassen (263 ha koolzaad, 228 ha triticale, 67 ha wintertarwe, 444 ha zomertarwe en 699 ha haver). Trigon Dairy Farming Estland is een Estlands bedrijf dat in 2006 is opgericht. Met drie melkveebedrijven en een totaal melkveestapel van 7.000 dieren (waarvan 3.550 melkkoeien), is het de grootste zuiveloperatie van de Baltische landen. Alle inspanningen zijn gericht op verdere schaalvergroting en efficiëntie. Het bedrijf Väätsa wordt in de nabije toekomst verder uitgebreid.
Strategie: Groei door kapitaal aan te trekken van private investeerders. Daarnaast verbredeing van activiteiten om risico te spreiden.