Vorig jaar startte Firma Stremler met drie andere melkveehouders met de levering van melk aan zuivelcoöperatie De Fryske. Het is en blijft een hele stap: je eigen vertrouwde melkverwerker vaarwel zeggen en gaan leveren aan een ander.
Zo ervaart Bokke Harmen Stremler dat tenminste. “We houden helemaal niet zo van dat switchen tussen leveranciers of afnemers. Toch hebben we deze keuze gemaakt en zijn we vertrokken bij onze verwerker Hochwald, waar we overigens zeer tevreden over waren.”
De aanleiding daarvoor is dat De Fryske een kaasmerk is en kaas onder het Beter Leven-keurmerk in de markt zet. Kaas met een plus. Een plus voor dierenwelzijn en een plus voor weidevogels. En dat past precies in de filosofie van het gezin Stremler. Ze werken met passie aan de manier waarop ze in harmonie met de natuur willen boeren. Daar hoort extra aandacht bij voor natuurbeheer en het welzijn van de koeien, inclusief weidegang. En dat past ook weer bij de wensen die in de maatschappij leven.
Het dierenwelzijn wordt geborgd door het keurmerk Beter Leven 1 ster van de Dierenbescherming. Ook de Vogelbescherming is betrokken. Vooral om de grutto meer ruimte te bieden in het Friese landschap, want daar hoort de vogel thuis, vindt Bokke Harmen. “Voor ons was weidevogelbeheer al heel gewoon. We laten elk voorjaar nesten zoeken en markeren en doen aan uitgesteld maaibeheer. En een beter dierenwelzijn wil eigenlijk iedereen, want het is ook de basis voor een langer levende koe.”
Aanpassingen voor Beter Leven 1 ster
Aan het Beter Leven 1 ster-keurmerk hangt wel een heel pakket eisen. “We voldeden al aan veel van de in totaal 274 regels en eisen, maar aan een beperkt aantal ook niet.” Zo waren bijvoorbeeld de eenlingboxen te smal. Ze zijn vervangen door nieuwe eenlingboxen van 1 meter breed. “Ik merk nu dat ik daar veel minder werk aan heb. Eenmaal goed ingestrooid, is het makkelijk bijhouden.”
De boxen voor de kalveren zijn maar een voorbeeld. Terwijl Bokke Harmen door de jongveestal loopt, wijst hij naar de buitenmuur van deze huisvesting. “Hier was de kopruimte van de ligplaatsen van het jongvee te krap. Daarom hebben we de muur verwijderd en 35 centimeter verder een damwandprofiel opgetrokken, met daarboven vogelgaas. Gelukkig kon dat vrij eenvoudig, omdat ons dak een overstek had van een halve meter. Dat paste mooi. Behalve meer kopruimte is er nu ook meer en betere ventilatie mogelijk. Eigenlijk een win-win.”
Ook aanpassingen aan de melkveestal
Ook bij de melkkoeien is een deel van de stal aangepast. De loopruimte tussen de ligboxenrij en het voerhek in het nieuw aangebouwde gedeelte was prima. Maar in het oude deel van de stal was deze ruimte, die 3 meter moet zijn, iets te krap. Het muurtje onder het voerhek is gesloopt, en een nieuw muurtje iets verder weer neergezet met daarop het voerhek. Dat is gelijk 5 centimeter hoger gemaakt op de norm van 1,55 meter. Staat het ook weer gelijk in lijn met het voerhek van de nieuwbouw.
In de stal liggen ook dikkere matten, van 7 centimeter bij de knieboom tot 5 centimeter bij de achterzijde. Dat is al een stuk dikker dan de oude matten. Het afschot zorgt ervoor dat de ligplaatsen droger blijven. “We hebben natuurlijk geld geïnvesteerd om aan alle eisen te kunnen voldoen, maar het geeft ons ook gelijk een stap voorwaarts in bijvoorbeeld het dierenwelzijn.”
Intussen kreeg de Friese ondernemer al twee keer controle. Dan wordt het hele bedrijf doorgelicht, en gekeken of het niet van de eisen afwijkt. Beide controles waren aangekondigd, maar ook een onaangekondigde controle is mogelijk.
De extra toeslag die het bedrijf ontvangt is 4,5 cent per kilo melk voor het Beter Leven-keurmerk en 1 cent van De Fryske. Deze 5,5 cent betekent, bij 1,8 miljoen kilo geleverde melk per jaar, dat de investering in ruwweg een jaar is terugverdiend. Overigens krijgt Bokke Harmen ook nog 1,5 cent voor weidegang. Die telt hij als meerprijs niet mee, omdat ook Hochwald deze weidetoeslag uitkeerde.
Producten in de regio afzetten
“De toeslag moet je niet opzij schuiven, maar het leveren van melk onder Beter Leven-keurmerk past perfect bij ons. Het levert gelijk ook waardering op voor de manier waarop we ons bedrijf in de omgeving integreren. Daar ligt onze passie, en dat is ook doorslaggevend geweest in de keuze om voor de kaasproductie te gaan leveren.”
De 7 cent toeslag komt boven op de basisprijs van Farmel, dat de melk verhandelt. Deze gaat naar CZ Rouveen en zij leveren de kaas aan De Fryske die zorgt voor de distributie, marketing en verkoop. Bokke Harmen: “We vinden het mooi dat we onze melk nu terugzien in een speciaal product dat in Nederland te koop is. Sterker nog, in onze eigen regio, want hier in het dorp ligt onze kaas in de winkel.”
De afzet van De Fryske kaas begint nu te lopen. Als de vraag er eenmaal is kan de productie worden uitgebreid. Mogelijk biedt dat ook ruimte voor nieuwe leveranciers. Alleen is dat nu nog niet zover.