De Hongaarse zuivelsector heeft de afgelopen jaren zware klappen gekregen. Melkveehouders gingen failliet, anderen wierpen de handdoek in de ring en velen staan voor het dilemma of ze ook zullen stoppen. Covid, hoge inflatie en in 2023 een van de droogste jaren ooit hebben de marges weggenomen. Extra Tej heeft echter het bedrijf toekomstbestendig gemaakt door te investeren in nieuwe technologie en het verbeteren van de belangrijkste KPI’s.
Extra Tej is een in 2003 gestart familiebedrijf in Beled, in het Noordwesten van Hongarije. De eigenaren namen destijds een failliete coöperatie over. Extra Tej houdt nu zo’n 1.000 koeien op 1.060 hectare. Daarvan is 240 hectare geïrrigeerd.
Eerst snelle verbetring, daarna investeren in techniek
Volgens bedrijfsleider Kovacs Balint is na de overname in 2003 vooral ingezet op verbetering van de infrastructuur quick wins in de bedrijfsvoering. Vanaf 2010 zijn forse investeringen gedaan in nieuwe systemen. In 2010 kwam er een nieuw voersysteem, twee jaar later is er een 50-stands Boumatic draaimelkstal. In 2014 zijn met subsidie twee nieuwe ligboxenstallen verrezen voor 578 en 418 koeien, in 2023 volgde een nieuwe stal diepstrooiselstal voor de droge koeien. Die is voorzien van automatische gordijnen, computergestuurde ventilatie en een Delaval aanschuifrobot.Het melkvee wordt in groepen in de ligboxenstallen gehuisvest. Er is een aparte groep voor eerstekalfs koeien, een groep guste koeien en twee groepen op basis van drachtlengte. Extra Tej werkt alleen met ki, alle koeien hebben een tochtsensor om.
De koeien worden drie keer daags gemolken. De gemiddelde dagproductie van de koeien ligt op 40,4 kg met 3,81% vet en 3,32% eiwit. De melk gelevrd aan Alfoldi Tej https://atej.hu/, een zuivelaar die jaarlijks zo’n 270 miljoen kilo melk afneemt van 66 leveranciers.
Het bedrijf heeft 46 werknemers, 39 ervan werken in de stallen en op het land. “We zijn een soort van demobedrijf met hoge kwaliteitsstandaarden. We moeten zelf nieuwe medewerkers opleiden om uitstroom te kunnen opvangen”, geeft Kovacs als reden voor het hoge aantal medewerkers.
Alle ruwvoer en de eiwitbronnen worden zelf geteeld en gewonnen. Het rantsoen voor de melkkoeien bestaat uit snijmais-, rogge- en sorghumsilage, koolzaadschroot, sojaschroot, maïsgries en gerst. De droge koeien krijgen een mengsel van gras- en luzernekuil, hooi en stro. De gemiddelde drogestofopname van de melkkoeien is volgens Kovacs rond de 27 kg per dag. Het voeren gaat bij de melkkoeien met een zelfrijdende voermengwagen, bij de vaarzen met een getrokken voermengwagen.
Geen verdere groei
Het koecomfort in de stallen is enorm verbeterd door de oude rubberen matten in de ligboxen te vervangen door waterbedden. Sindsdien liggen de koeien duidelijk langer in de boxen. Het tochtdetectiesysteem is vervangen door een SmartTag-systeem van Boumatic. “Daarmee kunnen we, naast de individuele identificatie van de koeien, continu beschikken over gegevens over inactiviteit, vreten en herkauwen”, zegt Kovacs.
Het bedrijf plant nu geen verdere uitbreiding in koeien meer. “Op dit moment is de infrastructuur passend voor het huidige aantal dieren”, zegt Kovacs. Groei in melkkoeien zou meer sleufsilo’s en opslagcapaciteit voor droge grondstoffen vragen. Ook wordt de mestopslagcapaciteit dan een probleem.” Hij zet daarom sterk in op optimaliseren van de processen en waardetoevoeging. “Zo lag 10 jaar geleden de focus in onze fokkerij vooral op de melkproductie en het afkalfgemak. Nu moeten de gebruikte stieren homozygoot A2 zijn voor beta-caseïne, positief vererven op vet- en eiwitgehalte en we nemen ook het celgetal mee.”