De broers Luuk en Thijs Janssen organiseerden op 19 en 20 april open dagen op hun melkveebedrijf in Siegerswoude (Fr.). Blikvangers zijn de bijzondere vierkante ligboxenstal en de 52-stands buitenmelker van Dairymaster.
Nabij de provinciegrens tussen Friesland en Groningen zijn melkveehouders Luuk en Thijs Janssen 2,5 jaar geleden begonnen met de bouw van een bijzondere stal. Het vierkante gebouw staat op een bouwkavel van 80 meter breed en 90 meter lang. “Zo zijn we tot deze vorm gekomen”, aldus Thijs Janssen. Het gaat om een nieuwe stal, die bovenop de bestaande onderbouw is gebouwd. “We zijn er zeer tevreden over”, aldus Luuk Janssen, die ziet dat de koeien baat hebben bij de verbeterde klimaat- en welzijnsomstandigheden.
De stal biedt plaats aan 500 melkkoeien. Op dit moment houden de broers 410 melk- en kalfkoeien. De melkveehouders willen de stal op termijn vol zien te krijgen. Luuk Janssen: “Daarbij willen we het bedrijf in balans houden. We hebben 210 hectare in gebruik, zijn zelfvoorzienend als het gaat om ruwvoer en halen 65 % eiwit van eigen land. Dat is iets wat we willen blijven doen. Dat is misschien een beperkende factor om vlot te kunnen groeien naar 500 koeien.”
Hybride dak
De stal heeft een hybride dak, in combinatie met een serredak. Om optimaal te kunnen ventileren – ook in het midden van de stal – bekeken de broers verschillende staldaken. “Het serredak beviel ons. Dit dak laat veel licht én lucht door”, aldus Thijs Janssen. “Een goed klimaat helpt enorm bij het verbeteren van de resultaten”, zo vult zijn broer Luuk Janssen aan.
Om de melkput, de afkalfkoeien en de verse koeien beter te beschermen, kozen de melkveehouders ervoor om verschillende delen van de stal af te dekken met sandwichpanelen. De broers maakten optimaal gebruik van hun vierkante dak door 400 zonnepanelen op de zuidkant te leggen.
52-stands buitenmelker
De nieuwe stal is ingericht met een nieuwe melkcarrousel. Voorheen molken de broers in een 30-stands binnenmelker. “Daarin liepen we de hele tijd heen en weer”, vertelt Thijs Janssen. Tijdens een stage in Nieuw-Zeeland deed hij ervaring op in een buitenmelker. “Dat molk heel gemakkelijk.” De broers kozen voor een 52-stands Dairymaster. Ze dachten goed na over de looplijnen. De wachtruimte bevindt zich centraal in de stal. De koeien worden er automatisch naar voren gedreven, zodat de aanvoer naar de melkstal vlot verloopt. Het melkt ook vlot, zo zegt Thijs Janssen. “We melken ruim 200 koeien per uur. We zijn binnen twee uur klaar. Vervolgens hoeven we alleen nog te insemineren, schoon te spuiten en het voer aan te schuiven.”
Waterbedden en voerbuis
De stal is gebouwd op maatlatniveau. Koecomfort staat hoog in het vaandel. Thijs Janssen: “Met goede en gezonde dieren is het gemakkelijk werken.”
De koeien liggen op waterbedden. “Ze liggen er zacht op en krijgen geen open knieën”, aldus Thijs Janssen. De waterbedden bestaan uit twee delen, een voor- en een achterkant. De waterdruk in het voorste deel is iets hoger, om de knieën op te vangen. Het achterste deel is zachter. “Daar liggen de dieren met hun uier op. Ze kunnen de warmte van de uier kwijt aan het water.”
De broers kozen voor een flexibele voerbuis. De roodkleurige voerbuis springt in het oog. “Met deze voerbuis krijgen de koeien geen drukplek in hun nek, stelt Thijs Janssen. “Ze hebben optimale vreetmogelijkheden en ondervinden geen concurrentie van elkaar, doordat ze vrij kunnen bewegen.”
Emissiearme vloer
In de vorige stal werkten de melkveehouders met traditionele roosters. De broers kozen in de nieuwe situatie voor een duurzame, emissiearme vloer. De vloer loopt 2% af, naar binnen toe. Het rubber op de vloer voorkomt dat de klauwen bevangen raken, vertelt Thijs Janssen. “Bij het klauwbekappen merken we dat de klauwgezondheid een stuk is verbeterd.”
Aan het dak van de stal hangt een drupsysteem. Daarmee wordt de vloer natgemaakt, voor de mestschuiven uit. “De schuiven gaan over een vochtige vloer. Dat zorgt voor mooie, schone vloeren”, aldus Thijs Janssen. De schuiven bewegen om de twee uur, zodat de koeien altijd een schoon looppad hebben.
Verbeterde vruchtbaarheid
De aanpassingen in de stal zorgen voor een beter klimaat. De gezondheidskenmerken zijn omhoog gegaan, waardoor de vruchtbaarheid enorm is verbeterd, aldus Luuk Janssen. “Dankzij de stappenteller kunnen we precies zien wanneer een koe tochtig is. De computer ziet het beter dan dat wij het in de stal kunnen zien.” De melkveehouder stelt dat de investering in de stappentellers de tussenkalftijd met meer dan 50 dagen heeft teruggebracht.
De melkveehouders houden de herkauwactiviteit ook nauwlettend in de gaten. Gemiddeld vreet een koe zeven uur per dag. De broers worden door de computer automatisch geattendeerd op koeien met een verminderde vreetactiviteit. Dat kan wijzen op ziekte. “Door de computer heb je dat veel sneller in de gaten. Bij de daaropvolgende melkbeurt separeren we de desbetreffende koe en kijken we zelf wat er aan de hand is. Dat werkt een stuk beter dan in de vorige situatie.”
Lichtplan
De stal wordt verlicht door ledlampen, volgens een lichtprogramma. ’s Avonds om 22.00 uur gaan de rode lampen aan, vervolgens wordt de nachtverlichting ingeschakeld en vanaf 00.00 uur is het helemaal donker. Vanaf 05.30 wordt het langzaamaan weer licht in de stal. “Jaarrond een natuurlijk lichtschema, ook dat is belangrijk voor de diergezondheid”, aldus Luuk Janssen.
Weidegang
De broers doen aan weidegang. Met een groot koppel is dat een uitdaging, zo erkent Luuk Janssen. De dieren worden in twee groepen geweid. Belangrijk daarbij zijn de looplijnen en de routing, zowel binnen als buiten. “We hebben gekozen voor een centrale gang dwars door de stal heen. De voerpaden kunnen open met behulp van een brug, zodat alle koeien door één gang naar buiten kunnen. Het is een breed pad, haaks op de voerpaden. De voerpaden blijven schoon, het voer blijft schoon en de koeien kunnen vlot naar buiten en naar binnen.”
De koeien komen na het weiden allemaal tegelijk binnen in één groep. Ze gaan naar de wachtruimte. Na het melken gaan de dieren via de driewegselectiepoort terug de juiste plek in de stal. ’s Nachts blijven de dieren op stal. “We hebben jaarrond drie verschillende voergroepen. Ook tijdens het weidegangseizoen blijven we dieren op maat voeren”, aldus Luuk Janssen.
Afkalfperiode
“Meer en betere aandacht besteden aan de periode rond het afkalven: dat wilden we verbeteren in de nieuwe stal”, zo vertelt Luuk Janssen. Goed voeren is daarbij belangrijk, evenals huisvesting. In de vorige situatie hadden de broers al een strohok gecreëerd in een loods. De nieuwe stal is ingericht met een strohok. Een week voor het afkalven komen de koeien op stro. “Je ziet dat ze beter in beweging blijven. Het afkalven gaat doordoor een stuk gemakkelijker. We hoeven minder afkalfhulp toe te passen. Op stro redt een koe zich een stuk gemakkelijker, ook als ze het wat zwaarder heeft.”
De koeien kunnen vanuit het strohok via een doorgang naar de melkstal. Ze hoeven dan niet langs andere koeien en hebben geen last van concurrentie, zo vertelt Luuk Janssen. “Deze koeien hebben net wat meer aandacht nodig. Ze krijgen in de melkstal alle ruimte en worden er individueel behandeld.”
Na de eerste melkbeurt komen de koeien in een ander strohok. Alle koeien blijven na het afkalven een week op stro staan. Oudere koeien blijven soms nog wat langer op stro. Luuk Janssen: “De pas afgekalfde dieren worden bij ons als eerst gemolken en krijgen extra aandacht.”
Mest
De mest wordt van de dichte vloer naar achteren geschoven en komt terecht in een centrale put. Onder de stal bevinden zich separate putten waar de mest in teruggeplaatst kan worden. De melkveehouders zijn er op voorbereid om de afgeschoven mest te bewerken of te verwerken en gericht op te slaan. “Hopelijk kunnen we in de toekomst onze kunstmest vervangen en stikstof uit eigen mest halen. De stal is daar op ingericht”, aldus Luuk Janssen.
Arbeid
De broers zetten het werk samen met twee vaste medewerkers rond. Zo nu en dan worden ze geholpen door een stageloper. Luuk Janssen: “Met z’n vieren verzorgen we de koeien. Dan praat je over insemineren, bekappen, melken en het ophalen van de koeien. Maar we doen het graslandbeheer ook grotendeels zelf, uitgezonderd het inkuilen.”
Investering
De melkveehouders hebben bij de stalbouw gebruik gemaakt van de faciliteiten die de vorige situatie boden. Er stond een ligboxenstal uit begin jaren tachtig. Daarin was plaats voor 400 koeien. Bijna de gehele onderbouw is hergebruikt, evenals een gedeelte van de bovenbouw. “Daardoor hebben we kosten kunnen besparen”, aldus Luuk Janssen. Hij raamt de totale kosten op ongeveer €5.000 per koeplaats. “Dan praat je over een volledig nieuwe overkapping, een nieuwe melkstal en een stal die voor zeker de helft helemaal nieuw is.”
Ervaring en toekomst
De broers werken ruim twee jaar met de nieuwe melkstal. Luuk Janssen is tevreden over de gang van zaken. “We merken gewoon dat alles veel prettiger werkt. We hebben vooraf goed nagedacht over looplijnen en het melken in groepen.” In de praktijk merken de broers dat datgene wat ze voor ogen hadden ook uitkomt. Ze kunnen alles vlot en gemakkelijk doen. Dat levert werkplezier en arbeidsgemak op. “Mijn broer en ik zijn de 30 net gepasseerd, maar dit is misschien wel de laatste stal die we ooit gebouwd hebben. Het is een reële optie om nog eens 500 koeien te melken. Hoewel dat geen doel op zich is, is deze stal daar wel voor gebouwd. Dus als alles goed draait en we met plezier blijven werken, dan kunnen we daar wel naartoe werken.”
De broers Luuk (35, links) en Thijs (32) Janssen hebben in het Friese Siegerswoude een bedrijf met 410 melk- en kalfkoeien en 200 stuks jongvee op 210 hectare. Driekwart van de grond onder het bedrijf is in eigendom. 50 stuks jongvee worden gehouden op een andere locatie. De productie is 8.600 liter, met 4,40 % vet en 3,55 % eiwit.