
Ook bij de groepshuisvesting op stro beoordeelt Swinkels met Zwijnenburg de samenstelling van het voer. Swinkels: "Het gebeurt vrijwel altijd na een rondgang dat de verzorger van het jongvee iets in zijn aanpak verandert."
Wilbert Swinkels werkt als jongvee specialist bij Agrifirm Feed. Een gestructureerde analyse van de jongvee opfok bij veehouders vormt de basis van zijn aanpak. Hij volgt de weg die het kalf aflegt op het bedrijf. Ook tijdens het bedrijfsbezoek bij melkveehouder Cees de Jong in het Zuid-Hollandse Hoogblokland.

Bij aankomst bespreekt Wilbert Swinkels het doel van zijn bedrijfsbezoek met Cees de Jong en zijn medewerker Johan Zwijnenburg. “Ik werk nadrukkelijk niet alleen, maar samen met de veehouder. Die bepaalt z’n doel en wij helpen hem om het doel te realiseren”, aldus Swinkels.

Swinkels maakt de rondgang met Johan Zwijnenburg die de zorg draagt voor het jongvee De Jongs bedrijf. “De analyse begint bij de droge koeien. Het is belangrijk om iedere fase te bekijken met degene die de kalveren verzorgt”, aldus Swinkels.

Bij de eenlingboxen let Swinkels vooral op de alertheid van de kalveren, de mest en het haarkleed. “Observaties zijn belangrijk, maar vooral ook: goed doorvragen bij de verzorger: hoe pak je dingen aan? Soms zijn het kleine dingen in de aanpak die toch grote gevolgen kunnen hebben.”

Ook bij de groepshuisvesting op stro beoordeelt Swinkels met Zwijnenburg de samenstelling van het voer. Swinkels: “Het gebeurt vrijwel altijd na een rondgang dat de verzorger van het jongvee iets in zijn aanpak verandert.”

De ronde gaat verder naar de groepshuisvesting op roosters. Van een aantal kalveren meet Swinkels de hoogte om te checken of deze zich ontwikkelen in lijn met de gewenste doelstelling.

Alle hoogtemetingen worden verwerkt in een grafiek, zodat snel inzichtelijk is welke groep dieren voldoet aan de groeinormen van de veehouder, en welke niet. In het datasysteem Agrifirm Focus Jongvee worden alle gegevens opgeslagen rondom de jongvee opfok van melkveehouderijen.

De ronde eindigt bij de drachtige en afgekalfde vaarzen. Zo is elke fase op het bedrijf in beeld gekomen. “Als je met een blik van buiten kijkt en vragen stelt, wordt vaak duidelijk dat dingen die ‘altijd zo gaan’, verbeterd kunnen worden”, aldus Swinkels.

Swinkels laat het kwaliteitsverschil zien tussen de DairyStart® All in One Mix en een product van een andere voerleverancier. De Smulmix zwelt, in tegenstelling tot het andere product, snel op en valt mooi uit elkaar.

De instellingen van de drinkautomaat worden tijdens het bedrijfsbezoek ook gecontroleerd.

Na de rondgang op het bedrijf bespreekt Swinkels met Cees de Jong de rantsoenberekening voor het jongvee.