Melkveehouder Jeroen Nabben en zeugenhouder Leo Verhaegh vinden automatisering een zegen. Ze kiezen er bewust voor. Niet alleen om werk uit handen te nemen en de productie te verhogen, maar ook om een beter sociaal leven te hebben. Dat beeld rijst uit deze Ontmoeting.
De voerrobot wandelt langs het voerhek bij de koeien, schuift het voer aan en stort direct een nieuwe hoeveelheid voor het hek. “Het werkt fantastisch. Een voerrobot levert veel meer winst in arbeidstijd op dan een melkrobot. Het scheelt mij wel 40 uur per week”, reageert Jeroen Nabben enthousiast, terwijl hij met Leo Verhaegh door de stal loopt. De melkveehouder tekent er direct bij aan dat hij voordat hij vier jaar geleden naar een nieuw bedrijf verhuisde op twee locaties moest voeren en dat kostte extra tijd. Maar toch, de winst in uren is aanzienlijk en ook in voer. “Met de voerwagen kun je er zo maar 100 kilo mais per keer naast zitten. Met de robot is het verschil maar miniem, een half procentje.” Samen met de melkrobot en de overige automatisering maakt de voerrobot het hem mogelijk om in zijn eentje 1 miljoen kilo melk te produceren. “Met traditioneel melken kun je maar net acht ton per arbeidskracht aan. En je hebt dan bijna geen sociaal leven.”
Zeugenhouder Leo Verhaegh is al even enthousiast over zijn voerstations en de nieuwe weegunit, die hij sinds oktober 2016 voor Nedap test. “Geweldig. Het werkt heel nauwkeurig. Je kunt met voeren veel beter sturen dan met spekmeting en af en toe wegen. Dat is veel minder betrouwbaar. Eigenlijk doe je dan maar wat.” Zodra de zeugen gegeten hebben, worden ze direct gewogen. Het gemiddelde per dag aan voer en groei bepaalt wat ze de volgende dag aan voer krijgen. Daarmee krijgen ze precies de goede hoeveelheid, niks te veel of te weinig. “Je bespaart voer.” Met de weegunit loopt de Limburger voorop. “Pionieren is ook ondernemen”, mengt Marleen Hesen, partner van Jeroen zich even in het gesprek. “Helemaal mee eens”, knikt de zeugenhouder.”Kies voor nieuwe mogelijkheden. Niet altijd maar vasthouden aan het oude. Zorg dat je bij de tijd blijft, anders red je het op den duur niet”, is zijn opvatting.
Jeroen Nabben en Leo Verhaegh kennen elkaar goed, maar dat ze samen aan tafel in gesprek gaan over ondernemen is nieuw voor ze. “Heel verfrissend om eens te horen hoe in een andere sector over ondernemen wordt gedacht. Dat zouden veel meer ondernemers moeten doen”, trapt de melkveehouder af. Later verbaast de zeugenhouder zich erover, dat de melkveehouderijsector niet naar de varkenssector heeft gekeken toen het quotum werd afgeschaft. “Dan was er beter nagedacht over fluctuerende prijzen en een plan om de groei in te tomen. En dat je de sok met geld moet vullen voor slechtere tijden”, stelt Leo Verhaegh. Omgekeerd kan de varkenshouderij ook van de melkveehouderij leren. “We zouden naar een vaste transparante prijs moeten, bijvoorbeeld eens in de drie weken, net als de maandelijkse prijs in de melkveehouderij. Dat geeft rust.”
Rendement en plezier
Al heel snel blijkt dat de twee het op veel punten met elkaar eens zijn als het om ondernemen gaat. “Een goede ondernemer is iemand die rendement uit zijn bedrijf haalt en er ook plezier aan beleeft”, stelt de zeugenhouder. “Helemaal mee eens. En hij is iemand die het op zijn eigen manier doet en niet kijkt hoe zijn buurman het doet”, vult de melkveehouder aan. “En ook een beetje eigenwijs is”, merkt Leo Verhaegh op. Jeroen Nabben reageert onmiddellijk: “Eigenwijs is ook wijs. En je moet ervoor gaan. Ook al pakt het weleens verkeerd uit, maar van een verkeerde beslissing word je niet dommer.”
Ze vinden beiden dat een ondernemer bewuste keuzes moet maken, zelf aan het stuur moet zitten. “Ik heb heel bewust voor het leveren van biggen met één ster gekozen. Daar geloof ik in”, geeft Leo Verhaegh als voorbeeld. “En we spenen om de tien dagen en bij een leeftijd van 28 dagen. Anderen doen dat eerder. Ze hebben zodoende meer biggen per zeug per jaar, maar ik kies voor 28 dagen. Dat is beter voor de gezondheid.” De melkveehouder knikt instemmend, maar tekent aan dat er van hogerhand een beperking zit aan die keuzevrijheid. “De overheid bepaalt met zijn regels mede je bedrijfsvoering”, merkt hij op. “Dan is het de kunst om het toch als bedrijf kloppend te houden en te zorgen voor een goed bestaan. Daar ben je ondernemer voor”, reageert de varkenshouder. Dat zit enerzijds in goed technisch vakmanschap en anderzijds in bewust ondernemen. Wie technisch goed is, doet het financieel ook goed, stellen de twee in dat kader. Maar het hangt ook af van de ondernemerskeuzes die worden gemaakt. Beiden nemen snelle beslissingen. Dat doen ze deels op gevoel. “Heel veel beslissingen voel je goed aan”, is de ervaring van Leo Verhaegh. Jeroen Nabben: “Het is net als bij meerkeuze vragen, je eerste ingeving is meestal de beste. Wat dat betreft ben ik een gevoelsondernemer”, stelt de melkveehouder. “Als je ergens in gelooft, moet je redelijk snel de knoop doorhakken”, beaamt de zeugenhouder, die ook zijn gevoel een belangrijke rol laat spelen. “Je kunt wel oneindig blijven rekenen en afwachten, maar dan ben je achteraf meestal te laat.”
Behapbare bedrijfsopzet
Beiden hebben gekozen voor een behapbare bedrijfsopzet. Niet massaal. Het moet genoeg en overzichtelijk zijn. En ze laten het gezins- en sociale leven nadrukkelijk meewegen. Dat is ook een belangrijke factor waarom ze voor veel automatisering kiezen naast arbeidsbesparing, productieverhoging en kwaliteitsbeheersing.
Voordat de melkveehouder vier jaar geleden naar een nieuw bedrijf verhuisde, dacht hij goed na hoe hij het wilde hebben. “Dan maak je een plan voor de toekomst. Ik had kunnen kiezen voor 200 of meer koeien, maar dat wil ik niet. Ik wil niet supergroot. Je moet ook nog een goed sociaal leven hebben. Je moet niet meer koeien gaan houden, zodat je een medewerker moet gaan betalen. Dan kan die beter voor zichzelf met koeien beginnen”, vindt Jeroen Nabben. Zijn collega-ondernemer werkt ook planmatig, passend bij zijn doelstellingen. Belangrijk doel voor Leo Verhaeght is om een kwalitatief en onderscheidend product te produceren dat altijd goed in de markt ligt. Vandaar ook zijn keuze voor Star. “Ik wil graag met een herkenbaar product op de Nederlandse markt. Daar is uiteindelijk meer te halen. ”Jeroen Nabben zou dat ook wel willen, maar “melk is melk, dat is niet onderscheidend. Dan hebben ze het wel over A2-, weidemelk of vogelmelk, maar het blijft gewoon hetzelfde product.”
Leo Verhaegh kijkt steeds zo’n drie jaar vooruit. “Ik werk in fasen. Groei staat niet voorop, maar groei in rendement”, geeft hij aan. Ook de melkveehouder streeft niet naar meer koeien.”Iedereen denkt in een rustige periode er kan nog wel meer bij, maar juist in de drukste periode moet je kijken of je wilt groeien.” Geen groei, maar wel kijkt hij naar andere activiteiten. Rondleidingen met 1.500 bezoekers per jaar en ponyrijden brengen nu geld op. Ook is hij al eens begonnen met ijs, maar dat bleek geen succes. “Stoppen. Dat is ook een goede keuze”, vinden de twee ondernemers. Jeroen Nabben: “Varkens- en melkveehouders die ophouden zijn geen losers. Op een goede manier stoppen is ook een goede ondernemerskeuze.”
Vrijwel alles geautomatiseerd
Jeroen Nabben (40) is melkveehouder in America (L) met een vrijwel geheel gerobotiseerd bedrijf met 120 melkkoeien. Melkveebedrijf Hoeve De Hei zit vol met robots: melkrobot, voerrobot, kalverdrinkautomaat, mestrobot en een zaagseldoseersysteem. Er zijn 120 melkkoeien en 80 stuks jongvee. De melkproductie is 1 miljoen kilo. Het bedrijf beschikt over 45 hectare grond, waarvan 40 hectare eigendom. Partner Marleen Hesen verzorgt rondleidingen, doet de administratie en verzorgt samen met Jeroen 17 pony’s voor ‘buurman’ Center Parcs.
Jeroen Nabben in vier uitspraken:
‘Eigenwijs is ook wijs’
‘Ik wil niet supergroot. Je moet ook nog een goed sociaal leven hebben’
‘Voor belangrijke beslissingen is je eerste ingeving meestal de beste’
‘Varkens- en melkveehouders die ophouden zijn geen losers’
Keus valt op gezondheid
Leo Verhaegh (51) is zeugenhouder en akkerbouwer in Sevenum (L). Hij kiest heel nadrukkelijk voor automatisering. Zijn bedrijf telt 500 fokzeugen en 130 opfokzeugen (Topigs 20 en 70). De biggen (32,4 per zeug p.j.) zijn bestemd voor Starvlees (1 ster) van Vion. Er zijn 7 automatische voerstations, een berendetectiestation, een separatie-unit, automatisch voeren in de kraamstal en er is een unieke weegunit. Akkerbouw op 35 hectare. Eén medewerker (30 uur). Partner Monique Donders verzorgt de administratie en geeft yoga.
Leo Verhaegh in vier uitspraken
‘Een goede ondernemer beleeft ook plezier aan zijn bedrijf’
‘Kies voor nieuwe mogelijkheden. Niet altijd maar vasthouden aan het oude’
‘Groei staat niet voorop, maar groei in rendement’
Het bedrijf van Jeroen Nabben is zwaar geautomatiseerd. Hij melkt 120 koeien op 45 ha grond.