Dat steeds meer Australische melkveehouders de pijp aan Maarten geven, is te merken aan de melkprijs. De vraag naar melk begint het aanbod te overstijgen en sindsdien stijgen de prijzen, wat een beter rendement betekent voor de overgeblevenen. De blijvers hebben echter een constante aanvoer van water nodig, wat Down Under nog niet zo simpel is. In Australië kunnen droogte en waterrechten grote obstakels zijn, zoals de Spunners nu ervaren.
Graeme en Heather Spunner houden met hun zoon Shane 330 koeien in Berrigan in New South Wales, op minder dan 40 kilometer van de Murray River, Australisch grootste rivier. Ze kochten dit bedrijf in 1973 met 161 hectare en een doorloopmelkstal. “Die bouwden we direct om naar een 2×10 swingover visgraat. Na bijna 30 jaar bouwden we een nieuwe 50-stands draaimelkstal en breidden we uit naar de huidige 330 melkkoeien.” In de tussenliggende jaren is ook nog eens 280 hectare aangekocht.
Het bedrijf was een zuiver weidebedrijf, aan het eind van de zomer kregen de koeien hooi en kuilgras bijgevoerd dat met name in de winterperiode gewonnen werd. Dat veranderde in de droge zomer van 2007. “Toen moesten we onze bedrijfsvoering helemaal aanpassen. We kochten een voermengwagen en voeren sindsdien in de zomerperiode, dus van december tot mei, een TMR-rantsoen.” De veehouders draaien het TMR-rantsoen in verplaatsbare troggen die om de paar weken tussen de weiden verplaatst worden.
Fokken
“We houden jaarlijks zo’n 150 vaarzen aan”, zegt Heather. “Na de eerste lactatie verkopen we alle dieren die het gemiddelde niet halen.” De ondernemers gebruiken geen ki, en al decennialang werken ze met acht dekstieren op het bedrijf die ze aankopen uit de beste bedrijven in de omgeving. Volwassen stieren gaan vier weken op, vier weken af tussen de melkkoeien. “We moeten toch iets goed doen, want onze Sharett Park Natalia Lulu is nu de hoogst producerende Holstein-koe in Australië en nummer vijf op de ranglijst van beste producentes ooit.”
De ondernemers kochten haar overgrootmoeder van een stoppende topfokker. “Een kans die te mooi was om te laten liggen.” Natalia Lulu produceerde in 305 dagen 21.229 liter en 1.133 kg vet- en eiwit in haar derde lactatie. Haar zoon doet nu dienst als dekstier in de kudde en haar overgrootmoeder zit ook nog op 17-jarige leeftijd in de kudde.
Jaarrond afkalven
De koeien kalven jaarrond af, de vaarzen in groepen van 10 tot 20. Het melkvee zit in één groep en wordt tweemaal daags gemolken. Ze staan vrijwel altijd buiten in de paddock. Alleen als het erg warm is, meer dan 35 graden, staan ze in een schuur. “Een schaduwschuur met een dak maar zonder muren”, zegt Heather.
De Spunners installeerden in 2015 elektronische melkmeters. Die vinden ze erg nuttig voor registratie van de productie van de vaarzen. “We passen ze ook toe voor het testen van koeien waaraan we twijfelen qua celgetal.” Tegelijk met de melkmeters is ook geïnvesteerd in stappentellers. “Dat heeft de registratie van de dekkingen veel nauwkeuriger gemaakt.”
De melk gaat sinds 2010 naar Australian Consolidated Milk (ACM). Die betaalt voor heel 2020 €4,14 per kilo milksolids, wat door de hoge gehalten van de melk neerkomt op krap €30 per 100 kilo melk.
Water is een echt probleem
Het voorzien in voldoende water voor irrigatie van het grasland is een echt probleem geworden voor de Spunners, omdat het verkrijgen van waterrechten een echte strijd is in Australië. Heather: “We hebben het geluk dat we niet in een gebied met overstromingen of bosbranden wonen. We waren altijd redelijk droogtebestendig omdat we het grasland konden irrigeren. De droogte die we nu ervaren wordt meer veroorzaakt door bureaucratisch geknoei dan door gebrek aan regen. We hebben de afgelopen twee seizoenen helemaal geen water toegewezen gekregen en het volgende seizoen ziet er niet beter uit. Al ons water wordt naar Zuid-Australië gestuurd om een meer op te vullen. Vanwege deze door de mens veroorzaakte droogte hebben we in 2018 ongeveer 120 van onze vaarzen aan China verkocht en nog eens 50 in 2019. We hebben ook flink geselecteerd in het melkvee omdat we zonder irrigatie niet voldoende voer konden telen.”
De Spunners hebben geld moeten lenen om de mislukte gewassen van naburige akerbouwers te kopen om de resterende kudde te voeden. “Het zal een aantal goede jaren vragen voor we onze veestapel weer op peil hebben. Met dit aanhoudende probleem van geen water hebben, kunnen we geen langetermijnplannen maken. We doen gewoon ons best om elk jaar te overleven en hopen dat het volgend jaar beter zal zijn.”
>Graeme (76) en Heather (68) Spunner melken met zoon Shane en een vaste medewerker 330 koeien en 150 stuks jongvee op 441 hectare in Berrigan, New South Wales (Australië). De Holstein-koeien geven gemiddeld 10.500 kilo met 4,04% vet en 3,20% eiwit. Het bedrijf maakt geen gebruik van ki; er zijn 8 stieren actief op het bedrijf.