Eko Holland-voorzitter René Cruijsen vindt dat de biologische melkveehouders buiten het fosfaatplan gehouden moeten worden. Biologische melkveehouders mogen geen gebruik maken van derogatie.
Biologische melkveehouders worden onterecht meegezogen in het fosfaatdebacle dat een deel van de Nederlandse melkveehouderij momenteel parten speelt. Dat stelt René Cruijsen, voorzitter van Eko Holland, de leverancierscoöperatie van biologische melkveehouders. Als gevolg van het fosfaatreductieplan moeten er ook zo’n 6.000 biologische melkkoeien het veld ruimen. Paradoxaal aan deze verplichte krimp is dat de sector tegelijk groeit als kool. Meer dan 140 melkveehouders startten afgelopen jaar het omschakeltraject naar bio.
Als gevolg van de malaise op de markt voor gangbare zuivel en de opvallend stabiele biologische melkprijs stond de telefoon bij Eko Holland roodgloeiend. Wat is de huidige stand van zaken?
“Het aantal leden van onze coöperatie neemt dit jaar toe met 38 tot 185. Het melkvolume groeit van 65 naar 100 miljoen kilo. Afgelopen jaar hebben we 50 nieuwe leden aangenomen, eerst 20 en later nog eens 30. Momenteel staan er nog 18 melkveebedrijven in omschakeling op de wachtlijst. Deze bedrijven hebben zich in december en januari aangemeld.”
Zijn de afzetcontracten voor de extra 35 miljoen kilo melk die Eko Holland dit jaar erbij krijgt al geregeld?
“Nee, voor 20 miljoen kilo melk is de afzet geregeld. Voor de overige 15 miljoen kilo, dus 15% van onze totale melkinname, zoeken we nog een afnemer. Dit risico dragen we als leden samen. Stel dat het niet lukt een afnemer te vinden dan moeten we de melk kwijt voor grofweg 35 cent in plaats van 50 cent. Dan heb je het dus over een verschil van 15 cent. Verdeeld over onze totale melkplas praat je dan over een risico van 2 cent per kilo melk, dat is te overzien.”
Een deel van de nieuwe biologische melkveehouders lijkt puur en alleen vanwege de melkprijs de overstap te hebben gezet. Zijn dit wel de bedrijven die Eko Holland wil bedienen?
“We zijn ons ervan bewust dat zich mogelijk een aantal economische vluchtelingen onder onze nieuwe leden bevindt. Maar deze bedrijven haken vanzelf af als zij te veel moeten inleveren, bijvoorbeeld wat betreft de melkproductie. Vooral in het begin moet je toch wel rekening houden met een productiedaling van 25%. Daarbij moet je bij een gangbare kostprijs van 30 cent per kilo niet denken dat je spekkoper bent bij een biologische melkprijs van 50 cent per kilo. Je kostprijs stijgt in dit geval sowieso naar 40 cent, en als het niet loopt zoals gewenst naar 45 cent.”
Eko Holland kiest er bewust voor meer melk in te nemen dan er op het eerste oog kan worden afgezet. Waarom?
“Ten eerste heb je nooit 100% afzetgarantie. Ook vaste klanten kunnen immers afhaken. Een tweede punt is dat melkveehouders die omschakelen naar bio, hun melk toch ergens kwijt moeten. Leveren ze niet aan ons, dan komt hun melk wel via een andere afnemer op de markt.”
Eko Holland wil de regie houden?
“Het is strategisch niet verkeerd de regie voor een gedeelte vast te houden. Als je geen nieuwe leden aanneemt, word je marktaandeel als vanzelf kleiner. Dat helpt niet bij het realiseren van onze belangrijkste doelstelling: een zo hoog mogelijke melkprijs.”
Kopers uiten wel eens kritiek op de sterke positie van Eko Holland. Is dat terecht?
“De biologische zuivelmarkt is niet te vergelijken met de wereldmarkt voor gangbare zuivel. Bij schaarste komen partijen in Nederland al snel bij ons terecht. Als zij vervolgens melk kopen voor 50 cent per kilo en dit verwerken tot een product met een waarde van 60 cent per kilo zie ik het probleem niet. Kopers weten dat een boer kan leven van 50 cent, waarom zou die prijs dan door collega zuivelbedrijven naar 40 moeten worden gedrukt? Als we allemaal weten dat het voor 50 cent kan, mag het best een keer 45 of 55 cent worden, maar geen 35. Dat kun je volgens mij ook prima aan consumenten uitleggen.”
Hoe zit het eigenlijk met de aanvullende eisen waar de biologische melkveehouders al jaren aan werken?
“Vanaf volgend jaar worden deze eisen voor onze leden verplicht. Per 1 januari dit jaar zijn we er al mee gaan werken. We vinden het belangrijk dat de biologische melkveesector zich kan blijven onderscheiden en daar dragen deze aanvullende eisen aan bij. Helaas doet FrieslandCampina nog niet mee. Dat vind ik jammer.”
Dus er bestaan straks twee biologische melkstromen?
“Nee, we moeten niet naar twee melkstromen. Zaak is dat FrieslandCampina ook mee gaat doen. De melk die wij straks leveren voldoet aan extra eisen zoals een betere controle op weidegang en het streven om energieneutraal te produceren. Door dit soort eisen in te voeren loop je voorop en dat is wat we graag willen. Supermarkten kunnen straks bij ons 5 verschillende modules inzien waarin de aanvullende normen staan vermeld. Zij kunnen deze normen weer gebruiken in hun communicatie naar klanten.”
De biologische melkveehouders willen niet meedoen aan het fosfaatreductieplan. Waarom?
“Als biologische melkveehouders kunnen we nooit deelnemen aan derogatie. Dat is uitgesloten aangezien wij moeten voldoen aan de Europese stikstofnorm van 170 kilo per hectare. Daarom zetten we alles op alles om te voorkomen dat ook biologische melkveehouders zo’n 6.000 koeien moeten wegdoen. Daarbij had bio al bij de onderhandelingen over het fosfaatplafond in 2002, waar trouwens bijna niemand van af wist, buiten de plannen moeten worden gehouden.”
LTO heeft dat niet goed uitonderhandeld?
“Bio staat helemaal los van de derogatie. Die 60.000 hectare biogrond die er in Nederland is, moeten ze gewoon uit het derogatieareaal halen. De biologische belangen zijn destijds niet goed behartigd. LTO heeft trouwens nog steeds schijt aan de biologische melkveehouders.”
Wat vindt u van het fosfaatreductieplan an sich?
“Het belang van behoud van derogatie voor de gangbare melkveehouders is evident, maar ik begrijp niet hoe mensen een dusdanige regeling kunnen bedenken. De regeling is volgens mij al 5 keer aangepast en we zijn er nog niet. En dan is het ook nog zo dat iemand die tussen 2 juli 2015 en 1 oktober 2016 van 100 naar 200 koeien gegroeid is, maar voor 40% gekort wordt, terwijl veehouders die ‘legaal’ voor 2 juli 2015 van 100 naar 120 koeien groeiden 4% worden gekort. Hoe krijg je het in godsnaam verzonnen? Ik vind het een schande. Ik snap wel dat de bank daar achter zit. Maar als de bank meer invloed heeft op een melkveehouder dan de coöperatie, dan zit er toch echt wel iets fout.”
Waarom komt er niet meer verzet als de regeling zo vreemd in elkaar zit?
“Omdat 80% van de melkveehouders de regeling eerst 10 keer moet lezen voordat ze hem überhaupt begrijpen, zo moeilijk zit die in elkaar. Daarbij is de tijd van samenhorigheid niet meer. Het is nu vooral: jij gaat dood, ik blijf leven.”
Ontstaat er door jullie stellingname geen spanning tussen biologische en gangbare melkveehouders?
“Nee, ik heb niet het idee dat een intensief melkveebedrijf er moeite mee heeft als een beperkt aantal biologische melkveebedrijven vrijstelling krijgt. Wel is er spanning tussen intensieve en extensieve bedrijven, maar dat hadden ze gemakkelijk kunnen voorkomen. LTO had 3 jaar geleden gewoon moeten zeggen: of je nu 500 of 1.000 koeien wil houden, zorg dat je over voldoende grond beschikt. Als dat zo is mag je groeien. Maar wat we nu zien, is bijna niet te geloven.”
Waar ligt volgens u de grens wat betreft groei?
“Schaal is eigenlijk geen limiet, zolang er maar voldoende grond onder een bedrijf zit voor weidegang en voer. Dat kunnen ook 1.200 koeien op 400 hectare zijn. Waar de sector voor moet waken, is dat het geen industrie wordt. Ze hebben drie jaar terug gezegd: grondgebonden bedrijven, daar gaan we voor. Maar weet je waar ze voor gaan? Partijen met de meeste koeien. Zelfde verhaal als in varkenshouderij. Precies hetzelfde. En ik voorspel je, als ze daarvoor blijven kiezen, dan gaat de bv melkveehouderij Nederland verloren. Misschien is dat trouwens, wrang genoeg, voor bio nog wel beter. Dan wordt het onderscheid nog groter.”
Zet de trend van omschakeling naar bio door?
“Ook voor komend jaar verwachten we tientallen nieuwe omschakelaars. Daarbij zet de groei van bestaande biologische melkveebedrijven door. Steeds meer agrariërs zijn zich ervan bewust dat ze een prima gezinsinkomen kunnen realiseren met de verkoop van biologische producten. Bio gaat over principes, maar ook over geld. Natuurlijk komt er vroeg of laat ook voor bioboeren een prijscorrectie, maar ik zie nog voldoende toekomst voor een gezonde biologische melkveehouderij.”
René Cruijsen (56) is voorzitter van leverancierscoöperatie Eko Holland Melk op Maat. Daarnaast runt hij samen met zijn vrouw Petra en zoon Tom gemengd bedrijf De Welzijnshoeve in het Gelderse Dreumel. Het biologische bedrijf bestaat onder meer uit 100 stuks melkvee en 150 hectare grond (incl. akkerbouwtak) Eko Holland telt momenteel ruim 180 melkveehouders in Nederland en een paar een Duitsland samen goed voor zo’n 100 miljoen kilo melk. De melk van deze bedrijven gaat voornamelijk naar Nederlandse zuivelondernemingen, maar een klein deel gaat over de grens. De coöperatie werd in 2003 opgericht door zo’n 25 biologische melkveehouders goed voor zo’n 8 miljoen kilo biologisch melk.