Doorgaan naar artikel

Voorschot nemen op onheil

De mest knelt. Het wachten is op nieuw beleid. Wat daar ook uitrolt, reken maar niet teveel op coulance.

De melkveehouderij heeft de wind weer in de zeilen. De voorschotprijzen zitten het hele jaar al in de lift en tikken nu de 50 cent aan. Krachtvoer en kunstmest zijn €4 per 100 kilo goedkoper dan in augustus 2023.

Flynth becijferde eind 2023 de kritieke kostprijs op €47 per 100 kilo melk. Door de ontwikkeling van de inputkosten zal die nu een tot €2 lager liggen. RFC’s garantieprijs over de eerste acht maanden van dit jaar ligt op €47,03. Dat betekent dat driekwart van de veehouders zijn kosten meer dan gedekt ziet. Het ondereind, de 25% minste goden, komt nog een euro of 3 per 100 kilo melk tekort.

Is het dan allemaal hosanna en halleluja? Nee, want een deel van de melkveehouders zal extra voer moeten kopen, omdat het natte voorjaar de ruwvoerteelt en -winning geen goed gedaan heeft. Daarnaast zijn de mestafzetkosten geëxplodeerd. In augustus 2023 was €20 per kuub rundveemest al ongekend veel, nu kost de afzet bijna het dubbele.

Daarbij wel een kanttekening. Iedereen rekent met wat hij op jaarbasis afzetten moet keer de hoogste kuubprijs. Dat is een voorschot nemen op onheil. De werkelijke uitgaven zijn dit jaar fors lager dan die berekende of gevreesde kosten. Want lang niet alle af te zetten mest is tegen dat toptarief opgehaald. De afzetruimte is er gewoonweg niet. Niet voor de vaste klanten van de distributeurs, laat staan voor nieuwe aanbieders.

Als de mest niet weggaat, kun je als veehouder drie dingen doen: 1. minder vee houden en de mestproductie in lijn brengen met de afzetkansen; 2. de eindvoorraad mest laten toenemen en later alsnog afzetten; of 3. de mest die niet opgehaald wordt – deels – uitrijden op eigen grond en op papier verantwoorden als mestvoorraad op einde boekjaar. Let wel, met optie 1 en 2 is niks mis. Optie 3 is fraude en valsheid in geschrifte. Blijf daar ver van weg, het komt altijd uit. Door koppeling van I&R-gegevens aan melkleveranties, basisregistratie percelen, aangemelde mesttransporten en eindvoorraden mest zijn potentiële fraudeurs vanaf het bureau al uit te selecteren om daarna met een bezoek te verblijden.

De vraag is hoeveel capaciteit de NVWA daarvoor vrijmaakt. Dat is deels een politieke keuze. Brussel kijkt strikt toe en in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat Nederland zich aan de regels houdt. De BBB zou misschien wel iets door de vingers willen zien, NSC en VVD zijn hierin veel minder coulant.

Wat leert het verleden? Elke keer als er een gigantisch mestprobleem dreigde, toverde de politiek een konijn uit de hoge hoed. Zo gingen in 2006 bij de overgang van Minas op het gebruiksnormenstelsel alle papieren mestvoorraden in rook op. Ook kwam er rond 2010 verwerkingsplicht voor varkensmest toen de mestplas steeds slechter plaatsbaar bleek. Dat verminderde de mestdruk voor de rundveehouderij aanzienlijk.

Het wachten is op waar de nieuwe landbouwminister mee komt om de mest- en stikstofcrisis te tackelen. Ze zal met iets significants moeten komen om de mestplas te reduceren. Daarbij moet ze ruimte vinden in de EU. Wat er ook uitrolt, reken maar niet te veel op coulance. Want Brussel wil dat Nederland levert wat het toezegt.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin