
Proefveldwerk als basis voor succes
Maïs is met een oppervlakte van ongeveer 800.000 hectare een van de grootste ruwvoedergewassen van Noord West Europa. Behalve in Nederland is dit areaal in die regio de afgelopen jaren gestaag gegroeid. Dit is mede het gevolg van het feit dat door veredeling maïsrassen, met name in de kolf, steeds vroeger zijn geworden.
KWS investeert ieder jaar ongeveer 16% van haar omzet in veredeling van nieuwe en betere rassen. Het resultaat hiervan is dat de voederwaardeopbrengst over de afgelopen 20 jaar met gemiddeld 1% per jaar is toegenomen. Naast bieten is in geen enkel ander gewas de jaarlijkse genetische vooruitgang zo groot. Maïstelers profiteren daarvan.

Zaaimachines, speciaal gebouwd voor het zaaien van proefvelden, zorgen voor inzaai tot 5 hectare per dag.

Alle maïszaden van de verschillende rassen worden van tevoren nauwkeurig geteld en in kleine zakjes gedaan. In elk genummerd zakje zitten 100 zaden, wat voldoende is voor zaai van een proefveldje van 9m2

Aan het eind van elk veldje worden overtollige zaden afgezogen, zodat deze niet in het volgende veldje terechtkomen en vermenging met het volgende ras veroorzaken

Aan de rechterzijkant van de zaaimachine hangt een rol met daarop een stalen kabel die afrolt over de lengte van het hele proefperceel. Op de terugweg wordt de kabel al zaaiend weer opgerold

Op de kabel bevindt zich na elke 7 meter een knoop. Wanneer de machine zo’n knoop tegenkomt, geeft deze het signaal dat het veldje ten einde is, het teken voor het wisselen van het zaad

Al enige jaren wordt gezaaid met GPS, zodat er zeer nauwkeurig gewerkt wordt.
De concurrentie, maar ook maatschappelijke druk vanuit de markt motiveert KWS en haar medewerkers om nog meer uit haar genetica te halen en de voorsprong in de markt te behouden op het vlak van vroegrijpheid, opbrengst, plantgezondheid en duurzaamheid. Het grote voordeel van Nederland en België is dat deze landen centraal liggen in een regio waar het grootste KWS kweekprogramma voor maïs van Noord West Europa draait.
Alleen al in de Benelux liggen 8 grote proefveldlokaties waar nieuwe maar ook bestaande maïsrassen op korrel- en op silomaïskwaliteit worden beoordeeld. Alleen de beste rassen doorlopen deze strenge selectie en komen uiteindelijk op de rassenlijsten. Speciale nadruk ligt hierbij op de kwaliteit als dubbeldoelras. Rassen die zowel op de korrelmaïsrassenlijst alsook op de silomaïsrassenlijst vermeld staan. Denk hierbij aan Genialis en Benedictio.
Om dit resultaat te bereiken, moet heel veel werk op proefvelden verzet worden. Het grote aantal proefveldlokaties maakt dat er zeer betrouwbaar vergeleken kan worden en rekening gehouden wordt met verschillende grondsoorten en klimatologische omstandigheden. Hoe meer data, des te betrouwbaarder zijn de resultaten.
Naast beproeving op velden van KWS worden dezelfde rassen ook getest op velden van onderzoeksinstanties PPO in Nederland en ILVO in België. Wanneer de resultaten in lijn liggen, is er indirect een wederzijdse controle op elkaars proefveldwerking. Zo komt de werkelijke concurrentiepositie van het KWS-kweekprogramma tegenover dat van andere zaadhuizen nauwkeuriger in beeld.