Door te kiezen voor omwisseling van varkens- naar rundveerechten en eisen te stellen aan de kopers worden zowel de varkens- als de rundveehouderij sterkere sectoren. Het door de overheid al uitgetrokken geld volstaat. Het moet alleen anders ingezet worden.
Waarom kunnen boerin Agnes en boer Frans niet meer koeien melken? Ze hebben een prachtig bedrijf, ze zijn grondgebonden en voldoen aan wat de maatschappij en politiek willen. Maar de benodigde melkveefosfaatrechten zijn peperduur, onbetaalbaar. Daar bovenop willen NZO en LTO grondgebondenheid en zoveel mogelijk afzet van mest op ‘eigen’ grond in de regio. Ze willen veel minder gesleep met mest, want dat blijkt fraudegevoelig.
Varkensfosfaat is relatief goedkoop. De schaalvergroting gaat in die sector onverminderd en hard door. Er komt €200 miljoen beschikbaar om de varkenshouderij te saneren, de varkens sector wil daarvan €75 miljoen gebruiken om te verduurzamen.
We houden ons zelf aardig voor de gek. Ik heb de indruk dat de politiek er nog niet veel van snapt en dat LTO met oogkleppen op loopt.
Eerst maar eens enkele cijfers. De fosfaatproductie ligt rond de 170 miljoen kilo per jaar. Volgens RVO-cijfers is er in 2015, het laatste jaar waarvan volop cijfers beschikbaar zijn, 133 miljoen kilo fosfaat verplaatst via transport. Daarvan is 91 miljoen kilo afvoer van het landbouwbedrijf. Dat betekent dat dus iets meer dan de helft van de productie op de as gaat. De pluimveemest gaat grotendeels in de DEP-verbrander of op export en geeft geen problemen.
De varkenssector produceerde 37 miljoen kg fosfaat en transporteerde bijna 45 miljoen kilo, dus 125 % van de jaarproductie. Het heeft er schijn van dat een behoorlijke hoeveelheid varkensmest meerdere keren op transport is geweest.
Van het fosfaat uit de melkveehouderij gaat ongeveer een kwart op transport.
De mestkelders bij de varkenshouders zitten nu vol doordat het weer dit voorjaar tegen zat. Belangenbehartigers beginnen al te roepen om verlenging van de uitrijperiode. Dat is maar een hobbeltje. Ingewijden in het mestgebeuren kunnen haarfijn uitleggen wat het echte probleem is.
We hebben teveel mest voor dit kleine landje. Die overschotsmest zit voor een groot deel in Noord-Brabant en Limburg. Het is meest varkensmest, want twee derde van de 12 miljoen varkens zit in die regio. Maar daar hangt ook een flinke overschot rundveemest boven de markt. Verreweg de meeste veehouderijbedrijven met meer dan 5 koeien per hectare zitten in het Zuiden en juist deze veroorzaken behoorlijk wat transport van koeienfosfaat.
De afzet van al deze mest is zo duur dat fraude heel erg loont. Die fraude kostte in 2017/2017 bijna de derogatie. Dat nooit weer! Tijd dus voor een nieuw systeem om dat te voorkomen.
Vooral het kunnen en het laten variëren van fosfaatgehaltes in varkensmest geeft mogelijkheid voor ongewenste creativiteit. Bij rundveemest speelt dat niet. Die heeft hele constante fosfaatgehaltes, afwijkende gehaltes vallen direct op.
Een miljoen varkens minder lossen het mestprobleem niet op. Dan zijn er in plaats van 8 miljoen varkens in Brabant en Limburg nog altijd 7 miljoen. Het probleem is iets kleiner, maar de kern van het probleem is nog steeds hetzelfde: teveel mest, te weinig plaatsingsruimte en zoeken naar kostenreductie via creatief boekhouden. Halvering van de varkenshouderij in Zuid Nederland en verplaatsing van rundveebedrijven zou iets wezenlijks doen.
Het is ook in het belang van de blijvende varkenshouders dat de structuur fundamenteel anders en op een goede manier neergezet wordt. De ZLTO en hun voorzitter zeggen nu dat zoiets bespreekbaar is.
Al 25 jaar domineert de ZLTO de mestdiscussie. Ook op dit moment is ze de blokkade om te komen tot gezonde veehouderij in Nederland. ZLTO ondermijnt namelijk de discussie over grondgebondenheid. Grondgebondenheid betekent het einde van het verdienmodel in Brabant en dus is het verzet niet verwonderlijk. Een warme sanering zou kunnen helpen om tot een betere structuur te komen. Individuele varkenshouders mogen niet het slachtoffer worden van de ontstane situatie.
De melkveehouderij koerst aan op duurzame veehouderij en RFC heeft die lijn uitgezet. Natuurlijk is daar discussie over, maar de weg die we gaan is de enige goede weg. We hebben bijna de derogatie verloren. Dat zou met name de melkveehouderij enorm hebben geraakt. Wat bijna niemand door heeft of wil zien is dat de kern van het mestprobleem de afzet van varkensmest is. Dat speelt vooral in een kleine beperkte regio. De fraude is toe te schrijven aan een kleine groep die betrokken is bij de transport van mest. En daar dreigen 16.000 melkveehouderij bedrijven de dupe van te worden.
Minister u wilt oplossing?? Dan moet u iets meer verzinnen dan 1 miljoen minder varkens.
1. Maak fosfaatrechten eenmalig en voor een korte periode uitwisselbaar tussen varkens en rundvee.
2, Room stevig af bij deze omzetting, bijvoorbeeld 25%. Dan saneert de varkenssector op zeer warme wijze, want de varkensrechten worden dan meer waard dan ooit. Dan kunnen Agnes en Frans wellicht fosfaatrechten kopen en worden meer knelgevallen geholpen. De stevige afroming, die feitelijk voor rekening van de verkoper komt, verkleint de landelijke mestproductie aanzienlijk. Dat kost de overheid dan niets.
3. Door aan het kopende rundveebedrijf eisen te stellen van een maximale fosfaatreferentie per hectare na aankoop, is er een stevige incentive om rundveebedrijven uit het Zuiden naar elders te verplaatsen.
4. Het bespaarde geld kunt u inzetten om zo’n verplaatsing naar extensieve gebieden te ondersteunen. Dat biedt alleen maar winnaars.
Minister, durf dus het werkelijke probleem onder ogen te zien en kies voor een structurele oplossing.