Nestlé waarschuwt Nieuw-Zeelandse melkveehouders

Nestle’s hoofdzuivelinkoper stelt dat Nieuw-Zeeland niet snel genoeg de emissies verlaagt. Ook hebben Europese en Amerikaanse melkveehouders hiervoor betere papieren.

Nestlé betwist de bewering dat Nieuw-Zeelandse melkveebedrijven ’s werelds laagste CO2 footprint hebben . “Nieuw-Zeeland heeft lage emissies, maar niet de laagste”, aldus Bruno Spire, hoofd inkoop zuivel bij Nestlé. Spire sprak via Zoom het jaarcongres van het New Zealand Institute of Primary Industry Management toe, meldt Farmers Weekly.

“Onze prognoses tonen dat Europese en Noord-Amerikaanse veehouders meer mogelijkheden hebben om hun emissies aanzienlijk te verminderen dan bedrijven in het Nieuw-Zeelandse systeem van jaarrond weiden”, stelde Spire. “Om aantrekkelijk te blijven moet de Nieuw-Zeelandse zuivelindustrie dit probleem aanpakken, maar het goede nieuws is dat er oplossingen zijn.” Een daarvan is volgens hem betere voeding, wat de melkproductie en de efficiency verhoogt. “Daarin loopt Nieuw-Zeeland nog steeds achter op andere landen.”

Spire begrijpt de historische en praktische redenen waarom de Nieuw-Zeelandse melkveehouderij werkt op basis van jaarrond beweiden. Hij wilde ook niet aangeven dat veehouders zouden moeten overstappen op een ander model, los van eventuele voorkeuren van de consument. “Ik denk niet dat consumenten begrijpen hoe vlees, groenten en melk worden geproduceerd. Sommigen vragen het en anderen willen het begrijpen, maar over het algemeen weten ze het niet echt. Wat ze vragen is dat het product veilig is en dat het product duurzaam is.”

Nestlé werkt wereldwijd samen met boeren om te kijken hoe het deze veranderingen kan helpen financieren. Op de vraag of Nestlé een premie zou betalen aan boeren die systeemveranderingen ondergaan, erkende hij de uitdagingen waarmee boeren worden geconfronteerd om duurzamer te worden. “We hebben een heel eenvoudige manier om ernaar te kijken: geen boeren, geen melk, geen Nestlé.”