Nieuw-Zeeland vreest verdere stijging aantal besmette melkveehouderijen
De overheid in Nieuw-Zeeland is bezig met een grootscheeps onderzoek om te achterhalen hoe de veeziekte Mycoplasma Bovis het land is binnengekomen. Officieel zijn 22 melkveehouderijen besmet. Alle 22.300 koeien worden geruimd. De regering gaat uit van een schadepost van € 60 miljoen. De vrees bestaat dat het aantal melkveehouderijen met de ziekte nog fors stijgt.
Gary Orr, manager nakoming van het ministerie van de Primaire Sector, benadrukt het belang voor Nieuw-Zeeland om er achter te komen hoe Mycoplasma zijn intrede deed in het land. Er zijn volgens het ministerie zeven mogelijkheden: via de import van levende melkkoeien, bevroren sperma, embryo‘s, medicijnen, biologische producten, voedsel, gebruikte boerderijmachines of via levende andere dieren.
Het onderzoek is de grootste operatie op het gebied van bioveiligheid uit de geschiedenis van Nieuw-Zeeland. De uitkomst van het onderzoek wordt zo spoedig mogelijk aan melkveehouders en andere betrokkenen bekendgemaakt. Nu valt er nog niets mee te delen, aldus het ministerie.
Voorzitter Chris Lewis van de zuivelsector van belangenvereniging Federated Farmers acht de uitkomst van groot belang voor de boeren in het land. “Boeren moeten weten hoe het hier is terechtgekomen. Niet alleen om verdere uitbraken te voorkomen, maar ook om het risico op de komst van nieuwe ziektes uit andere landen te decimeren.”
De gemiddelde melkkoe in Nieuw-Zeeland kost € 965. De besmette dieren brengen, wanneer ze naar een slachterij gaan, nog tussen de € 465 en € 485 op. Het vlees en de melk van de besmette runderen is veilig. Alle boeren krijgen een bedrag om het verlies van geslachte koeien te dekken. Als het ruimen is voltooid en de boerderijen zijn ontsmet, kunnen de melkveehouders weer aan de opbouw van een ziektevrij bedrijf beginnen. Het ruimen moet in juni zijn afgerond.
Voorzitter Lewis noemt de maatregelen een bittere noodzaak. Hij ziet in dat het voor de betrokken melkveehouders dramatisch is. De boeren hebben een band met de dieren opgebouwd en bovendien jaren gewerkt aan een sterke genetische opbouw van de kudde. “Iedereen in Nieuw-Zeeland begrijpt de ernst van de situatie.”
Inmiddels zijn 48 melkveehouderijen in quarantaine geplaatst. Op deze bedrijven is geen besmetting aangetroffen, maar bestaat het gevaar dat dit op korte termijn alsnog gebeurt. Nadere analyses moeten uitwijzen of zij ziektevrij zijn of besmet.
De ziekte werd al in juli vorig jaar ontdekt. Toen werden al 6 melkveehouderijen geruimd. Het ministerie van de Primaire Sector heeft toegezegd alle getroffen bedrijven te compenseren. Onder de boeren heerst echter ontevredenheid over de afhandeling van de compensatieclaims.
Aad van Leeuwen vecht voor voortbestaan van zijn zuivelimperium
De eerste melkveehouderij in Nieuw-Zeeland waar de ziekte Mycoplasma Bovis werd geconstateerd, behoort tot de Van Leeuwen Dairy Group, het zuivelbedrijf van Aad en Wilma van Leeuwen. In andere landen bestaat de ziekte al tientallen jaren. Nieuw-Zeeland was tot dusver altijd buiten schot gebleven. In juli vorig jaar rapporteerde Aad van Leeuwen zelf de aanwezigheid van de ziekte. Inmiddels zijn nog 2 van zijn 12 melkveehouderijen getroffen en zijn de overige boerderijen in quarantaine geplaatst. Ondanks toezeggingen van de overheid heeft Van Leeuwen nog geen compensatie ontvangen.
De van oorsprong Nederlandse Aad van Leeuwen bouwde zijn zuivelimperium in de afgelopen decennia op tot een state-of-the-art bedrijf, compleet met melkrobots. In de regio Canterbury op het Zuidereiland is hij een bekend en gevierd persoon. Door de uitbraak van de ziekte vreest hij nu voor het voortbestaan van zijn bedrijf.
Van Leeuwen onderstreept dat zijn bedrijf niet de bron is van de ziekte. “Wij waren zo ongelukkig om de eerste te zijn, maar uiteindelijk zijn we maar een schakel in de ketting. Na ons is Mycoplasma op vele andere bedrijven aangetroffen, waar we geen contact mee hebben.”
Later werd de Mycoplasma op twee andere boerderijen van de Van Leeuwen Groep aangetroffen. Inmiddels zijn alle overige melkveehouderijen van Van Leeuwen in quarantaine geplaatst. Er is daar nog geen besmetting aangetoond. Overigens zijn de melk en het vlees van de koeien met de ziekte wel veilig. Alle runderen op de besmette bedrijven werden afgemaakt. Van Leeuwen verloor 3.500 dieren, waaronder 1.200 jonge koeien.
Het ministerie van de Primaire Sector in Nieuw-Zeeland heeft compensatie toegezegd. Na negen maanden wachten heeft Van Leeuwen echter uitsluitend een voorschot van 20% ontvangen. De melkveehouder heeft daar weinig baat bij gehad. “De bank heeft dat geld gelijk afgepakt. Ondertussen is ons inkomen met een kwart gedaald. Het is heel slecht georganiseerd. Het gaat tergend langzaam allemaal.”
Hij verwacht dat ook andere getroffen bedrijven straks in grote problemen raken. “Zij zullen het ook lange tijd zonder compensatie moeten stellen. Dat gaat veel melkveehouders de kop kosten. Ik denk wel 90% van hen.”
Zelf krijgt van Leeuwen nu nog minimaal € 4,75 miljoen aan compensatie maar dit bedrag kan volgens hem de komende tijd oplopen tot bijna het dubbele. Van Leeuwen noemt het wachten ‘meer dan een ramp’. “Het ziet er niet goed uit op het moment. We weten niet waar we op uit komen. We hebben te maken met een overheid die vooral is geïnteresseerd in de ziekte. Het is een log apparaat. Deze bureaucraten hebben er geen flauw benul van hoe het er aan toegaat met de bedrijfsvoering op een melkveehouderij.”
Daar komt bij dat de banken steeds minder interesse hebben in de zuivelsector. Van Leeuwen: “Melkveehouderijen staan onder druk. In de laatste twee jaar hebben banken minimaal geïnvesteerd in melkveehouderijen. Ze zijn bang voor nieuwe milieuwetgeving en de uitbetalingen aan melkveehouders vielen tegen de laatste 2 jaar.”
De Van Leeuwen Group was aanvankelijk de grootste cluster van getroffen melkveehouderijen. Inmiddels is een andere groep van bedrijven besmet gebleken, de zuidelijker gelegen melkveehouderijen van de Zeestraten familie, eigenaar van Southern Centre Dairies.
“Het plaatje wordt steeds scherper”, zegt Van Leeuwen. Daar in het zuiden van het Zuidereiland is een nog grotere concentratie van de ziekte. Op het moment is er nog maar één bekend op het Noordereiland maar ik verwacht dat er meer volgen daar.”
Van Leeuwen beklemtoont dat bij 1.400 bedrijven onderzoek wordt gedaan. “Die bedrijven hebben banden met geïnfecteerde bedrijven. Het zal niet beperkt blijven tot melkveehouderijen. Ook kalverbedrijven en rundveehouders zullen eraan moeten geloven.
De melkveehouder uit Canterbury ziet de oplossing vooral in zelfregulering. “Laat de sector het zelf oplossen. Op deze manier kost het te veel geld. Boeren moeten volgens mij zelf hun melk testen en besmette dieren afmaken. Uit ervaring elders weten we dat je maanden moet testen om zeker te weten dat een melkveehouderij niet is besmet. Dat kunnen boeren beter zelf doen.”