Vanaf juli 2025 wordt het vrijwillige IBR-bestrijdingsprogramma een wettelijk programma. BVD volgt mogelijk in 2026. Bij de melkveehouderij is weinig actie nodig.
Belangrijkste onderdeel van het wettelijk programma wordt de verplichte halfjaarlijkse vaccinatie tegen IBR. Bedrijven die monitoring toepassen zijn vrijgesteld van de entverplichting. Op basis van het huidige, door de zuivel ingezette programma blijkt dat veel melkveehouders daarvoor in aanmerking komen.
Volgens het ministerie van LVVN namen nagenoeg alle melkveehouders eind 2023 deel aan het private programma. 82% van de deelnemende bedrijven heeft een IBR-vrije of IBR-onverdachte status. Wat deze bedrijven nog wel nodig hebben, is een officiële status en daar ligt volgens Ria Derks, bestuurslid LTO Melkveehouderij en dossierhouder diergezondheid en -welzijn een issue: “We hebben wel het GD-tankmelktraject en er is al een steekproef gedaan. Maar dat moet door het ministerie worden omgezet naar een officiële status. Hoe ze dat gaat vormgeven is nog niet duidelijk.” LVNN heeft de ambitie dit voor 1 januari 2025 voor elkaar te hebben.
Deelname verschilt sterk
Van de 13.500 programmadeelnemers vaccineert volgens ZuivelNL nog circa 14%, zo’n 1.900 bedrijven. “Met het vervolgprogramma verandert er voor de melkveehouders het minst. Alleen kan het voor degenen die preventief vaccineren een hele stap zijn om dat af te bouwen. Maar echt zorgen hoeven die veehouders zich niet te maken omdat tegen de tijd dat vaccinatie verplicht moet stoppen de omgeving al heel veilig is ”, vindt Derks.
Het animo onder vleesveehouders voor het vrijwillige programma is laag. “Uit onderzoek blijkt dat veel vleesveehouders al vrij zijn zonder dat ze formeel deze status hebben. Monitoring kost geld en daardoor ontbreekt juist de motivatie”, stelt Wouter Hartendorf, voorzitter van de LTO-vakgroep vleesvee. “Als bedrijven nu wel gaan bloed tappen, dan is er snel duidelijkheid.” Hartendorf hoopt dat de overheid de sector nog tegemoet kan komen met een vergoeding van de testkosten. Ook natuurorganisaties hinten daarop in een reactie op de internetconsultatie van de IBR-AMvB.
IBR-vrije status na 2030
Met de AMvB (algemene maatregel van bestuur) komt de vrije status voor IBR snel dichterbij. Het gekozen programma is geen zogenaamd uitroeiingsprogramma en heeft daardoor geen goedkeuring van de Europese Commissie nodig. Hiervoor is mede gekozen, omdat bij een goedgekeurd programma invoer van runderen sterk ingeperkt wordt.
De overheid streeft ernaar om vier jaar na invoering een Europees goedgekeurd programma in te voeren. Daarna is nog circa twee jaar nodig om de IBR-vrije status officieel aan te vragen.
Tegelijk met het IBR-programma loopt ook een bestrijdingsprogramma voor BVD. Daarvoor is nog geen wettelijk kader geschetst. Van de melkveebedrijven is 90% vrij of onverdacht.
Lees meer op www.boerderij.nl