‘Kom gewoon zelf naar de floating farm kijken’

De floating farm, ofwel de drijvende boerderij in Rotterdam krijgt steeds meer vorm. Naar verwachting kunnen de 40 MRIJ-koeien in november aan boord. Op de wal is een speelweide van een kwart hectare groot.

_{Tekst gaat verder onder de video.}

Ondanks kritiek vanuit de veehouderij, met name online, heeft bedrijfsleider en boerenzoon Albert Boersen (26) er duidelijk zin in.

Hoe lang blijft het drijvende melkveebedrijf bestaan?

“Net zo lang als dat het hier een toegevoegde waarde kan zijn. Locatie Rotterdam moet een ‘living lab’ zijn en blijven voor andere drijvende boerderijen. Maar ik heb niet voor niets op 300 meter afstand een huis gekocht.”

Reaguurders op agrarische websites uiten zich cynisch over het project. Wat heeft de melkveesector er eigenlijk aan?

“Als eerste is de locatie geweldig om het verhaal van de melkveesector uit te dragen. Daarbij vraagt zoveel techniek op een relatief klein drijvend oppervlak veel innovatiekracht en flexibiliteit van onze leveranciers. We werken met een melkrobot, mestverwerking en verwerken de eigen melk tot dagverse producten als drinkmelk en yoghurts. Ik ben ervan overtuigd dat de reguliere sector hier ook van kan profiteren. Ook moet niet vergeten worden dat er geen cent subsidie zit in het project.”

Er is rond de € 2 miljoen geïnvesteerd. Dan moet er toch ook geld worden verdiend?

“Zeker, doel is om het melkveebedrijf in ieder geval break-even te laten draaien. Daarnaast heeft de ontwikkelaar, vastgoedbedrijf Beladon, grote plannen met het concept van drijvende boerderijen.”

Wat wordt de grootste uitdaging?

“Het samenstellen van een goed rantsoen. Zorgen dat de koeien gezond blijven. In Nederland hebben we het vaak over grondgebonden bedrijven, maar wij werken stadsgebonden. Al het voer is afkomstig uit de stad en ook alles wat van het bedrijf afgaat, blijft in de stad. Zo ontvangen we het eiwitrijke gras van gemaaide golfbanen en sportvelden en ontvangen bierbostel van een brouwerij. Daarbij hebben wel al 266 balen met gras van 18 hectare gepacht natuurland liggen.”

Hoe zit het met de mest?

“De mest wordt door een Lely-mestrobot verzameld op de betonnen vloer met een rubberen toplaag. Vervolgens dumpt de robot de mest in een uitsparing in de hoek van de stal. De mest wordt dagvers verwerkt tot drie stromen. Een dikke en dunne fractie en loosbaar water. De dikke fractie gaat vervolgens naar de Grondbank Rotterdam. Voor de dunne fractie is het de bedoeling om dit te verwerken tot geconcentreerde meststof voor particulieren in Rotterdam al moet hier nog een uitzondering voor worden gemaakt in de regelgeving.”

Wat is uw boodschap aan collega-melkveehouders?

“Kom gewoon zelf kijken voordat je een oordeel velt. We zien dat steeds meer studiegroepen dit al doen en krijgen dan een heel ander soort reacties.”