Arbeid is steeds belangrijker op melkveebedrijven. Er zijn nogal wat mogelijkheden om de arbeidsvraag in te vullen. Soms liggen keuzes voor de hand maar is het goed te kijken in hoeverre ze passen bij de ondernemer en het bedrijf.
Bedrijven die groter groeien, krijgen te maken met een grotere arbeidsvraag. In eerste instantie zal de arbeid worden ingevuld door de ondernemer zelf, eventueel aangevuld met meewerkende gezinsleden. Er komt echter een punt dat dit niet meer mogelijk is en dat er andere keuzes gemaakt moeten worden.
Voordat veehouders nadenken over het aankopen van arbeid, het doen van investeringen of bedrijfsaanpassingen is het goed te kijken waar in de bestaande opzet nog efficiëntievoordeel is te halen. Volgens Jan Hulsen, directeur van veterinair organisatie- en adviesbureau Vetvice, is daar op veel bedrijven nog veel te winnen. “Meestal zit het vooral vast op het gedrag van de veehouder en organisatie van het werk. Beter en slimmer werken hoeft geen geld te kosten.” In het kader op de derde pagina staan een aantal aandachtspunten om meer uit dezelfde uren te halen.
Maar, zo benadrukt Hulsen, eigenlijk moet een veehouder daarvoor zichzelf nog een andere vraag stellen: wat is de strategie van het bedrijf en hoe past de arbeidsinvulling daar dan in? Zo kan productieverhoging ook een strategie zijn. “Door de productiedoelstelling te verhogen verbetert de arbeidsefficiëntie ook.”
Werk aan hogere arbeidsefficiëntie
Naast het doen van investeringen in arbeid kan op veel bedrijven de efficiëntie omhoog, dus meer halen uit dezelfde uren. Hier een aantal aandachtspunten.
– Optimaliseer de timemanagement door juiste keuzes te maken en goed vooruit te plannen.
– Werk met protocollen voor de belangrijkste werkzaamheden en een vaste week- en dagplanning. Het handigst is om te beginnen met afgebakende processen als melken, uiergezondheid en jongvee-opfok.
– Ontwikkel efficiënte werkroutines, specialiseer en cluster werkzaamheden. Optimaliseer looplijnen in de stal en op het bedrijf.
– Werk aan betere gezondheid en welzijn van de koeien. Streef naar een sterke, robuuste veestapel.
– Voer een eenvoudig en stabiel rantsoen; de voermechanisatie moet passen bij de voerbehoefte.
– Stem de eigen mechanisatie af op de bedrijfsomvang.
– Maak een ideale bedrijfsopzet en hou deze bij elke uitbreiding of renovatie voor ogen. Hou bij groeiambities rekening met het toekomstig aantal koeien.
Problemen oplossen kost tijd
Vanzelfsprekend spelen diverse factoren mee in de mate van arbeidsefficiëntie zoals omvang, leeftijd van de gebouwen, mate van automatisering en mechanisatie en verkaveling. Eén van de belangrijkste aspecten die het verschil maken is volgens Hulsen een gezonde, probleemloze veestapel; problemen oplossen kost veel tijd en haalt routine uit het werk. Geplande en ongeplande werkzaamheden zijn bepalend. Dat geldt altijd, maar zeker op grote bedrijven.
Daarnaast maakt de indeling van de stal ook verschil. Er zijn volgens Hulsen ‘ontzettend veel slechte stallen’ gebouwd. “En ze worden nog steeds gebouwd.” Onder meer voorzieningen rondom afkalven, behandelen of geen logische opslag van materialen en middelen kunnen efficiëntie uit een stal halen.
De rode draad door dit alles is dat de ondernemer de meest bepalende factor is. De paradox is dat de efficiëntie in de praktijk pas goed in beeld komt op het moment dat externe arbeid wordt aangetrokken. “Dan hangt aan elk uur een prijskaartje en worden ondernemers veel meer bewust.” Overigens ziet Hulsen dat in de praktijk te vaak de oplossing zit in het harder werken door de veehouder.
Route tot arbeidsinvulling
Op het moment dat de arbeidsvraag niet meer alleen met efficiëntie is in te vullen, moet de ondernemer keuzes maken. In de drie kaders hieronder staat een route beschreven om tot een passende arbeidsinvulling te komen. De afwegingen moet iedere ondernemer op basis van eigen voorkeuren en mogelijkheden maken want het is 100% maatwerk.
Stap 1: Arbeidsbehoefte
Om te investeren in de goede dingen is de eerste stap het inzichtelijk maken van de feitelijk situatie van de arbeidsvraag- en aanbod. Doe dat voor de korte en de lange termijn.
– Breng voor de actuele situatie over een week de tijdsbesteding van alle werkzaamheden in beeld. Er circuleren bij accountants- en adviesbureaus tools om dit gestructureerd te doen. Door deze met normen of cijfers van collega’s te vergelijken is te zien hoeveel tijd de verschillende werkzaamheden in beslag nemen en waar de aandachtspunten liggen. Dat kan ook al bijdragen aan efficiënter werken. Dit leidt tot een basisplanning voor verbetering.
Soms is de verklaring duidelijk; melken in een verouderde 2×5-melkstal kost meer tijd dan melken via robots of een 2×10-rapid exit. Het is juist belangrijk om de minder zichtbare tijdsbestedingen te kwantificeren en te vergelijken.
– Werp ook een blik in de toekomst hoe de arbeidsvraag en -aanbod kunnen veranderen. Bijvoorbeeld door geplande groei, het wegvallen van meewerkende ouders of kinderen die in het bedrijf komen.
Stap 2: Wat is belangrijk?
De tweede stap is het in beeld brengen wat belangrijk is en past bij het bedrijf en de ondernemer. Het is belangrijk een zo breed en integraal mogelijke afweging te maken.
– Persoonlijke voorkeuren Kunnen werken met mensen, interesse en kunde in techniek of liefhebberij in trekkerwerk zijn sterk persoonsgebonden. Ze hoeven niet allesbepalend te zijn maar zijn wel van invloed bij de te maken arbeidskeuzes.
– Financiële ruimte Investeringen in arbeidsbesparing kosten geld en die financiële ruimte moet er zijn. Vanzelfsprekend zijn er grote verschillen qua investeringsbedrag. Financieren is een optie, maar bij grote investeringen die het bedrijf verbeteren is ook grondverkoop en eventueel terughuren (erfpachtconstructie) te overwegen.
– Automatisering en mechanisatie De mate van automatisering en mechanisatie bepaalt de extra mogelijkheden die daar nog te benutten zijn. Het vraagt een mate van interesse en andere organisatie.
– Praktische mogelijkheden Er kunnen omstandigheden zijn op het bedrijf, in de stal of persoonlijk die keuzes logischer of juist niet logisch maken. Denk aan de mogelijkheden van de loonwerkers in de regio, een familielid dat mee in het bedrijf wil komen of de ruimte op het erf en in de stal.
– Combi met optimaliseren Bij alle aanpassingen of investeringen heeft het de voorkeur dat het totale bedrijf er sterker van wordt en past in de langetermijnvisie van de ondernemer. Hoe meer ze bijdragen aan (bijkomende) voordelen als kostenverlaging en versterking van het bedrijf, hoe gemakkelijker financierbaar.
Stap 3: Keuze maken uit opties
Als in beeld is wat past en belangrijk is, kan een keuze worden gemaakt uit de verschillende mogelijkheden voor arbeidsbesparing.
– Personeel Extra handjes inschakelen kan op meerder manieren, van vast in dienst tot zaterdaghulpjes of inschakelen van een gezamenlijke ‘melkerspool’. Het is goed kijken welke vorm het beste past en het hoogste rendement geeft. Personeel geeft directe arbeidsverlaging maar werken met anderen op het bedrijf is niet voor iedereen weggelegd. Voldoende en geschikt personeel is een onzekerheidsfactor.
– Loonwerker Werkzaamheden uitbesteden bespaart direct arbeid maar staan directe uitgaven tegenover. Hoe minder efficiënt het bedrijf, hoe groter deze kostenpost. Loonwerk maakt afhankelijk van de tijd en mogelijkheden van externen. Ook loonvoeren is in sommige regio’s een goede optie voor arbeidsverlichting.
– Investeren Investeren kan in automatisering (zoals melken, voeren en controlesystemen) en/of mechanisatie (zoals meer of grotere werktuigen). Ze hebben impact op de totale organisatie en financieringslast. Ook andere investeringen kunnen passen, zoals grotere of beter bereikbare voeropslag, een nieuwe jongveestal of aanpassingen van de routing.
– Aanpassen structuur Veranderingen in de bedrijfsopzet zijn ingrijpend en vergen een langetermijnvisie. Denk aan het afstoten van het jongvee of een verbredingstak, minder koeien of een samenwerking met een buurman, stopper of akkerbouwer. Leeftijd en ambities van de ondernemer (en van de eventuele opvolger) zijn sterk bepalend.
Persoonlijke voorkeuren
Volgens Tom Baak, adviseur financieel management bij DLV Advies, zijn alle aspecten belangrijk maar begint het met de persoonlijke voorkeuren. “Ben je wel of niet geschikt om met personeel te werken of juist meer technisch gericht. Ook keuzes als samenwerken of jongvee uitbesteden vraagt wat van de ondernemer. Op papier kan het er goed uitzien maar de realiteit is wel eens anders.”
Ook de financiële armslag is in de praktijk vaak bepalend. “Dat geeft een heel ander perspectief dan als die middelen er niet zijn. Vooral in de dagelijks terugkomende handelingen is met automatisering of mechanisering veel te optimaliseren.” Ook het fiscale aspect moet daarbij niet worden vergeten; alhoewel geen belasting betalen nooit een goede reden is om te investeren is het wel meegenomen, zeker als het de bedrijfssituatie sterk verbeterd. In de afweging ‘investeren’ of ‘handjes erbij / arbeid uitbesteden’ moet ook de betrouwbaarheid van de arbeid worden meegewogen.
Baak ziet op bedrijven ook creatieve oplossingen voor het arbeidsvraagstuk. Zo gaat een ondernemer van twee naar drie keer daags melken en vult dat in via een arbeidspool met arbeidsmigranten. “Die willen graag lange shifts maken en door het melkproces anders in te richten, optimaliseer je de omstandigheden.”
Tekst gaat verder onder de foto
Nieuwe stal bouwen
Een speciaal punt van aandacht is de situatie als veehouders een nieuwe stal bouwen. Sowieso is dat het moment om na te denken over arbeidsinvulling en -besparing. Het gaat dan om praktische aspecten als de routing in de stal, het melksysteem en de mate van automatisering. Zo heeft de keuze van stalinrichting (type ligbed) een duidelijk effect op de gezondheid en dus het aantal behandelingen.
Ook kan vast worden nagedacht over eventuele uitbreidingsplannen in de toekomst. Zo is een spiegelbare stal relatief eenvoudig te verdubbelen, zonder dat de loopafstanden verslechteren. Daarnaast kan een veehouder focussen op maatregelen die het welzijn en gezondheid van de koeien verbeteren.
Vaak is in de oude stal een overbezetting met moeilijkere omstandigheden. De overstap naar de nieuwe stal verloopt niet altijd vlekkeloos, zeker als de bouw van de stal uitloopt en bij ingebruikname nog niet helemaal af is. Hulsen: “Waarom huur je niet voor een paar maanden iemand in die jou kan ontlasten? Je kunt dan zelf de kinderziektes eruit halen en nadenken over de werkwijzen.” Dat kan volgens de adviseur een veelvoud opleveren van de paar maanden arbeidsloon die de veehouder moet betalen. Een bijkomend voordeel is dat de ondernemer scherper krijgt hoe de arbeid in de nieuwe situatie efficiënter is te organiseren.