Doorgaan naar artikel

‘Iedereen hier heeft HPAI onder zijn koeien gehad’

Sieto Mellema in Dalhart (Texas) verloor 170.000 kilo melk door Vogelgriep (HPAI) onder zijn 4.500 melkkoeien. De verschijnselen zijn nu weg, maar hij verwacht opleven ervan in de komende herfst.

Onrustige koeien die slecht vreten, een lichte koorts hebben, wat meer mastitis gevallen. Dat zag Sieto Mellema in Dalhart in de noordwestelijke punt van Texas vanaf begin maart. Uiteindelijk werd tien procent van de koeien ziek door wat uiteindelijk een besmetting met HPAI, vogelgriep, bleek. “Sterfte trad niet op, tweederde van de getroffen koeien waren binnen 14 dagen helemaal weer de oude met de productie op niveau”, zegt de veehouder die in 1979 met zijn ouders vanuit Groningen naar Texas emigreerde. “Een groep koeien droogde op. Opvallend was dat de ziekte alleen tweedekalfs- en oudere koeien trof. Er speelden geen vreemde dingen bij het jongvee, de zoogkoeien of de kruislingskalveren op ons bedrijf of bij de feedlots die we onder contract hebben.”

Hoeveel productie heeft u gemist?

“Over de hele kudde gemiddeld anderhalve kg melk per dag, gedurende drie weken. Dat is in totaal een verlies van ongeveer 170.000 kilo melk. Dat verlies kwam nog eens bovenop de slechte melkprijs die we in die periode hadden.”

Heeft u de dieren behandeld?

“We wisten niet wat het was. De diagnose HPAI kwam pas nadat de verschijnselen al verdwenen waren, de koeien erdoorheen waren. We hebben koeien met verschijnselen apart gehouden en vooral veel vocht, electrolieten en probiotica gegeven. Je weet dat als er eenmaal iets fout gaat bij melkvee, er vaak meer bij komt. Vandaar juist die preventieve behandelingen. Het werkte, we zijn weer terug bij normaal. Het celgetal liep destijds op richting 250.000 en zit nu weer onder 150.000.”

Sloeg het over naar de mens?

“Nee. Gelukkig niet. Niemand van ons of onze medewerkers is ziek geweest in die periode.”

Was u de enige veehouder met problemen?

“Nee, iedere melkveehouder in de wijde regio heeft dezelfde problemen ondervonden bij zijn melkkoeien. Wat dat betreft zijn de besmettingscijfers die USDA publiceert een flinke onderschatting van de werkelijkheid.”

Zijn nog andere zaken opgevallen?

“Ja. We zagen dat de ziekte het eerst en het duidelijkst toesloeg op bedrijven met dwarsventilatie. Dat zijn bedrijven met relatief weinig volume per koe. Daar begon het, achteraf gezien, eind november 2023 al te spelen. Op bedrijven waar de koeien in de buitenlucht staan, sloeg de ziekte maanden later en milder toe. Er wordt gewezen op melk als besmettingsbron van de dieren, het lijkt mij echter meer op een besmetting via de lucht. Ze gaat namelijk van melkveebedrijf naar melkveebedrijf, zonder diercontacten. Uit wat ik hoor gaat de uitbreiding van het aantal getroffen bedrijven nu trager; het weer werkt mee. Het wordt nu droger en warmer, dat remde de virusverspreiding bij pluimvee ook.”

Uw zoogkoeien zijn veelal ouderekalfs dieren. Ziet u daar iets?

“Nee, daar zagen we niks afwijkends en ook nu nog niet. Twee maanden geleden startte het afkalfseizoen, geen enkel probleem onder die dieren terwijl ze wel in contact met de melkkoeien staan. Ook de kruislingskalveren in de feedlots, de afmestbedrijven, vertonen geen afwijkingen. Alleen de oudere melkkoeien werden ziek. Ik zeg niet dat de andere dieren en diergroepen niet besmet zijn, wel dat we niks zagen. Mijn gevoel zegt dat ze wel besmet moeten zijn geweest. Alleen grootschalig testen kan zo’n besmetting nu nog aantonen.”

U ziet overeenkomsten met verspreiding bij pluimvee. Maakt u zich zorgen over herbesmetting in de komende herfst en winter?

“Zorgen is een groot woord. Ik verwacht wel dat de ziekte terugkomt, in enige vorm. Volgens veterinairen kunnen er makkelijk mutaties ontstaan. Mijn grootste zorg is dat het overslaat op de mens. We beseffen allemaal dat we het eind van dit alles nog lang niet gezien hebben.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin