FrieslandCampina wil per juni van dit jaar een besluit hebben genomen over een andere ledenfinanciering. Daarbij moet uiteindelijk zo’n € 800 miljoen aan ledenvermogen (ongeveer de helft van het totaal) een voor het bedrijf grotere kredietwaardigheid krijgen.
FrieslandCampina betitelt dit als ‘zuiver eigen vermogen’, ter onderscheid van het huidige achtergesteld vermogen, dat vastzit in ledenobligaties.
Scheefgroei rechttrekken
Vorig jaar bezat FrieslandCampina voor € 1,56 miljard aan achtergesteld vermogen uit ledenobligaties, op een totaal vermogen van € 3,517 miljard. Het eerstgenoemde bedrag moet ‘harder’ worden in de ogen van kredietbeoordelaars en financiers. Ook moet de aanpassing een aantal andere problemen rechttrekken, zoals scheefgroei in vermogen tussen gepensioneerde en actieve leden.
Tekst gaat verder onder de grafiek
Bij de voorgestelde verandering zal het gemiddelde bedrag aan vermogen dat door de leden is ingelegd, op termijn mogelijk iets gaan dalen. Nu bedraagt de gemiddelde inleg ruim 11 cent per kilo naar een flink deel van dit geld zit ook bij de inactieven. De ondergrens is echter 8 cent per kilo.
Ledenkapitaal sterker gekoppeld aan melkleverantie
Het ingelegde ledenkapitaal zal niet direct anders verdeeld raken over de leden, maar op termijn wel (meer bij de actieven, minder bij de oud-leden) en sterker worden gekoppeld aan de daadwerkelijke melkleveranties. Ook zal het karakter van de verplichte minimuminleg veranderen. Nu is de inleg formeel een (rentedragende) achtergestelde obligatie van de leden aan de onderneming. Straks krijgt de inleg het karakter van een ‘dieper achtergestelde’ leveringscertificaat, gekoppeld aan geleverde kilo’s melk en waarover geen rente wordt betaald. De inleg is een bewijs van deelname in de coöperatie, die vervolgens een kapitaalstorting doet aan de onderneming FrieslandCampina.
Voorstel voorgelegd aan leden FrieslandCampina
Het voorstel voor wijziging van de ledenfinanciering is nu aan de leden voorgelegd. Zij kunnen er de komende weken over doorpraten in de diverse districten en met het bestuur. Eind juni moet er een knoop over worden doorgehakt.
Gesloten beurs
De introductie van de leveringscertificaten kan in veel gevallen met gesloten beurs plaatsvinden. De verplichte aankoop van leveringscertificaten kan namelijk worden gedaan met al aanwezige ledenobligaties-vast of vrij. Dit is echter geen oplossing voor jongere en/of sterk groeiende melkveebedrijven. Die moeten certificaten bijkopen. Dat kan contant, maar ook via een rentedragende lening. Die moet uiterlijk binnen 10 jaar worden afgelost. Voor startende melkveehouders komt er ook nog een aparte bedrijfsovername-regeling.
FrieslandCampina respecteert aangegane verplichtingen
Wie na omwisseling van ledenobligaties tegen leveringscertificaten nog obligaties overhoudt, kan die gewoon blijven aanhouden, want FrieslandCampina respecteert aangegane verplichtingen. Ledenobligaties vrij kunnen eventueel worden verkocht. De verwachting is dat de interne handel in deze ledenobligaties na de omwisselingsoperaties weer vlotter zal verlopen, want een deel van deze obligaties zal zijn gebruikt voor de aankoop van leveringscertificaten, is de verwachting.
Een bijkomend gevolg van de voorgestelde koppeling van melkleveringen aan inleg is dat daarmee het beleid van gebalanceerde groei in stand blijft. Wie meer wil leveren, moet meer inleggen. Groeien wordt dus duurder dan tot nog toe. Keerzijde is volgens FrieslandCampina wel dat daarmee winstverwatering wordt voorkomen.
Ledenobligaties FrieslandCampina verdwijnen geleidelijk
Door de wijziging, zullen er toekomstig ook geen ledenobligaties meer worden uitgekeerd. Uiteindelijk zullen deze immers geleidelijk verdwijnen. Hierdoor zal ook de winstverdeling veranderen. Tot nog toe gaat 55% van de winst naar de onderneming, 35% contant naar de leden en 10% gaat in ledenobligaties vast. Het voorstel is om dit te veranderen in 60% van de winst naar de onderneming en 40% contant naar de leden.