FDA: plantaardige melkvervanger mag melk heten in VS

Op het etiket zou bijvoorbeeld kunnen staan ‘Bevat minder vitamine D en calcium dan melk’. Dat staat in conceptaanbevelingen van de Amerikaanse voedselveiligheidsinstantie FDA.

“FDA stelde vast dat consumenten over het algemeen begrijpen dat PBMA (plantaardige melkalternatieven) geen melk bevatten en ervoor kiezen om PBMA te kopen omdat het geen melk is. Veel consumenten zijn zich echter mogelijk niet bewust van de voedingsverschillen tussen melk en PBMA-producten”, zo stelt de organisatie.

Duidelijkere etiketten melkalternatieven nodig

FDA stelde richtlijnen samen om consumenten ‘weloverwogen voedings- en aankoopbeslissingen’ te kunnen laten nemen. Vanwege de toename van producten op de markt en de consumptie van melkalternatieven zijn duidelijkere etiketten nodig, zo stelt de voedselveiligheidsinstantie.

“PBMA-producten op basis van amandelen of haver kunnen bijvoorbeeld calcium bevatten en worden geconsumeerd als een bron van calcium, maar hun totale voedingswaarde is niet vergelijkbaar met die van melk en verrijkte sojadranken, en ze maken geen deel uit van de zuivelgroep in de Richtlijnen goede voeding 2020-2025”.

Richtlijn geldt niet voor andere plantaardige zuivel

De conceptrichtlijn is niet van toepassing op andere plantaardige zuivelalternatieven, zoals plantaardige kaas- of yoghurtvervangers. FDA is bezig met het ontwikkelen van een ontwerprichtlijn om de etikettering en naamgeving van andere plantaardige alternatieve producten aan te pakken.

De Amerikaanse zuivelindustrie is tevreden met de richtlijn dat producenten van zuivelvervangers op etiketten duidelijker moeten aangeven hoe plantaardige melkvervangers verschillen van melk. Dat de producten ‘melk’ mogen heten, vindt de industrie niet terecht. Partijen kunnen reacties over de ontwerprichtlijnen indienen bij FDA.

Hoe zit het met naamgevingen in Nederland en Europa? Lees het in dit artikel: Gebruik termen vega, vegan en plant based vraagt om duidelijkheid