Doorgaan naar artikel

Blik van buiten

We kunnen niet vijf jaar afwachten. Ook de melkveehouderij is toe aan een sectorbreed toekomstplan voor het verdienmodel, het fosfaatprobleem en doorontwikkeling van bedrijven.

‘Hadden jullie dit niet 5 jaar eerder kunnen doen?’. Deze vraag krijg ik regelmatig. Men doelt dan op twee grote projecten waaraan we deelnemen. De ene is Herstructurering en Ontwikkeling Tuinbouw (HOT) onder leiding van Cees Veerman, de andere is Vitale Varkenshouderij van Uri Rosenthal. Beide projecten zijn geïnitieerd door ondernemers in de primaire sector en worden ondersteund door het ministerie van EZ en ons als Rabobank. Door mismatch van vraag en aanbod was de prijs al geruime tijd te laag en er kwamen steeds meer bedrijven in problemen. Ook liepen bepaalde kosten internationaal uit de pas, zoals energie in de glastuinbouw en mestafzet in de varkenshouderij. Duidelijk was dat dit een structureel karakter kreeg. Waarom hadden ‘we’ het zover laten komen? Er moest wat gebeuren. Ondernemers namen het initiatief tot een sectorbreed plan voor een toekomstbestendige en leidende positie van de Nederlandse glastuinbouw dan wel varkenshouderij. Talloze keren is daarbij jaloers gekeken naar het grote voorbeeld, de Nederlandse melkveehouderij, met zijn sterke mondiale zuivelbedrijven….

Nu staat de melkveehouderij aan de vooravond van grote veranderingen. De zuivelverwerkers hebben momenteel grote moeite de (extra) melk goed te verwaarden, dus de prijs staat onder druk. Het fosfaatplafond is dit jaar zwaar overschreden en we kunnen de derogatie kwijtraken. Als dat gebeurt heeft dat enorme financiële gevolgen. Het LEI becijferde dit op meer dan 100 miljoen euro per jaar. Ook dreigen we veel maatschappelijk en politiek draagvlak te verliezen. Ik merkte dat recentelijk zowel in Den Haag en in Brussel. Bij veel melkveehouders staan de stallen nu al niet vol en dit wordt nog minder als er in de toekomst voor veel dieren geen fosfaatrechten komen. Bedrijven die overwegen te investeren in aankoop van rechten vullen weliswaar hun stallen maar het verhoogde kostenniveau zet hun internationaal op achterstand. Dit geld kan beter geïnvesteerd worden in marktgerichtheid, ondernemerschap en kwaliteit van bedrijf en keten.

Welke conclusie trekken we nu? Kunnen we nog vijf jaar afwachten? Ik denk van niet. Juist nu is er in de melkveehouderij behoefte aan een sectorbreed toekomstplan. De Duurzame Zuivelketen is een prima basis, maar is niet voldoende. Ik denk langs drie lijnen. Ten eerste de markt: we moeten naar ons verdienmodel blijven kijken. Wat wil de consument in binnen- en buitenland? Welke markten kunnen we nog ontsluiten? Hoe krijgen we structureel meer voor onze producten? Ten tweede onze omgeving: hoe krijgen we grip op het mest- en fosfaatprobleem. We mogen hier niet ons concurrentievoordeel t.o.v. het buitenland verliezen. Ten derde, hoe kunnen toekomstgerichte ondernemers hun bedrijf doorontwikkelen? Stilstand is immers achteruitgang, zeker internationaal gezien. Kunnen we bijvoorbeeld iets slims verzinnen om de ‘stoppers’ te helpen stoppen en zo de ‘blijvers’ te versterken?

De tijd dringt. Het is nog niet te laat voor zo’n plan. De sector moet hierin het voortouw nemen. Wij als Rabobank zullen dit volop ondersteunen!

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin