Doorgaan naar artikel

‘Blijven investeren in groei bedrijf’

Ondanks de invoering van fosfaatrechten, investeerde vof Van den Brink-Gaasbeek in een nieuwe melkstal. “We zetten in op verdere groei, omdat onze beide zoons interesse hebben in de melkveehouderij”, zegt Rian van den Brink.

De groei van het melkveebedrijf van familie Van den Brink in Heteren (Gelderland) is zichtbaar aan de verdubbeling van de ligboxenstal, die in 2009 is gerealiseerd. Er is ruimte voor 280 koeien. Rian en Marion van den Brink begonnen in 1996 met een nieuw melkveebedrijf en een quotum van 625.000 kilo melk. In 2015 was er 1,5 miljoen kilo quotum. Nu zijn er 168 melkkoeien, de vof wil graag verder groeien. De 2 zoons, Jarno (17) en Yorick (13), hebben interesse in de melkveehouderij. “Stilstaan vinden wij achteruitgang en wij willen graag een goed renderend bedrijf. Ook voor onze zoons die verder willen met melkvee”, motiveren Rian en Marion van den Brink de keuze voor groei. “Vroeger kochten we melkquotum om te groeien, nu kopen we fosfaatrechten. Wat dat betreft is er weinig veranderd”, meent Rian. Tot nu heeft de vof nog geen fosfaatrechten gekocht, ondanks gedwongen krimp met 30 koeien vanwege de GVE-regeling en fosfaatwetgeving. Het aantal stuks jongvee is ook 50 stuks lager. “Voorheen hielden we alle vaarzen aan, maar we hebben de fosfaatrechten nu nodig om het aantal koeien zoveel mogelijk op peil te houden.”

Vanaf maart 2018 melken Rian en Marion in een nieuwe 2×15-rapid-exit melkstal van Fullwood. De investering van € 250.000 biedt nu even geen ruimte voor uitbreiding van de veestapel.

Verandering melksysteem

In 2011 kochten de vennoten een 2-box Titan melkrobot om de arbeidsefficiëntie te verhogen. “We molken tot het najaar van 2017 de vaarzen en verse koeien op de robot en daarnaast de oudmelkte koeien in de bestaande 2×7-visgraat melkstal”, vertelt Marion. “We kozen bewust voor een melkrobot naast een conventioneel melksysteem om te testen of robotmelken past op ons bedrijf.” Dat werd het uiteindelijk niet. In september stopte de vof met robotmelken en in oktober 2017 is de Titan verkocht. “Er waren te veel storingen en de onderhoudskosten bleken te hoog. De robot stamde uit 2008, waardoor het soms lastig bleek om nog de onderdelen te krijgen voor reparaties. Onze oudste zoon kiest ook liever voor een melkstal dan melkrobots.” Van september tot half oktober 2017 werden alle koeien gemolken in de 2×7-visgraat melkstal. “Dat kostte 3,5 uur per keer, daar hadden we al snel genoeg van”, vertelt Marion.

Tijdens de installatie van de 2×15-rapid-exit melkstal op de plek waar de oude visgraat melkstal stond, werden de koeien gemolken in een 14-stands mobiele melkstal. “Dat kostte 4,5 uur per keer. De koeien stonden te lang te wachten en dat is slecht voor de klauwgezondheid. We maken nu pas op de plaats na een hectische periode met wisselingen in melksystemen en daardoor te veel onrust voor de koeien en lagere melkgiften”, zegt Rian.

Rapid-exit melkstal is compact

In de rapid-exit melkstal kunnen 2 personen circa 150 koeien per uur melken. 1 persoon doet er een half uur langer over. Het snel kunnen melken en het gebrek aan ruimte in de lengte voor een swing-over, leidde tot de keuze voor een compacte 2×15-rapid-exit melkstal. “We kunnen de koeien vlot in en uit de melkstal laten lopen en dat scheelt tijd”, merkt Rian, die ook erg blij is met de automatische tochtdetectie en separatie van tochtige koeien. Direct na het melken insemineert hij de tochtige koeien zelf of behandelt hij de klauwen in de klauwbekapbox naast de separatieruimte.

Ruimtebesparing is ook gecreëerd door een deel van de melkinstallatie, zoals vacuümpomp, boiler en leidingen weg te werken in een ondergrondse ruimte onder de melkstal. In deze ruimte staan ook grote tanks voor wateropslag voor hergebruik van spoelwater.

Optimalisatie

Nu wil familie Van den Brink eerst de melkproductie weer naar het oude niveau van circa 9.000 liter per koe brengen. “Tijdens de verbouwing werkten de 4 krachtvoerboxen niet altijd goed. De stroom moest er regelmatig af en dan is de krachtvoervoorziening niet optimaal. We hebben 2 extra krachtvoerboxen geïnstalleerd om de krachtvoergift met 2 voersoorten te optimaliseren op individueel koeniveau”, vertelt Marion. De koeien krijgen een gemengd rantsoen van 20 kilo gras, 12 kilo mais, 9 kilo aardappelpersvezels, 2,5 kilo soja-raap-premix en 2 kilo tarwe. Er wordt 1 keer daags met een voermengwagen gevoerd. “Bij warm weer voer ik 2 keer daags met een aanvulling met natriumbicarbonaat tegen pensverzuring. Ik stuur graag op meer melk door extra energie in het rantsoen, maar daarbij moeten we oppassen voor pensverzuring en productiedaling”, weet Rian inmiddels.

Een aparte mestopslag is niet nodig. De putten van 2,5 meter diep onder het nieuwe staldeel bieden opslag van 6.500 kuub mest. De ruwvoerwinning gebeurt grotendeels in eigen beheer om het moment van maaien zelf in de hand te hebben. Alleen mais hakselen is uitbesteed aan de loonwerker. “We zijn ons grasland ook wat korter gaan maaien en meer in gedeeltes om meer voederwaarde en eiwit uit gras te winnen”, zegt Rian.

Verbeterpunten

De vennoten noemen het werken zonder personeel een sterk punt van hun bedrijf. “Zo houden we de kosten laag”, zegt Marion. De vof heeft een kostprijs rond 30 cent per kilo melk. Gemiddeld is de kostprijs van Nederlandse veehouders 40 cent per kilo melk en de kostprijs in Europa is gemiddeld 35 cent. “10 cent extra per kilo melk is best veel”, stelt Rian. Maar verbeterpunten zijn er ook. Bijvoorbeeld nog meer sturen op het management van de verse koeien. Rian overweegt om groepen te maken om nog meer op maat te voeren. Bijvoorbeeld een verse koeiengroep en/of een aparte vaarzengroep. “Ik ben ’s middags ook nog wel eens wat laks in een vaste melktijd, terwijl ik weet dat meer regelmaat goed is voor onze koeien. Daar kan ik zeker nog wat verbeteren”, meent Rian, die weinig heil ziet in het uitbesteden van het melken. “Melk produceren is onze core business, dat moet goed gebeuren en doen we daarom liever zelf.”

Daarnaast is het verbeteren van het koecomfort een voortdurend aandachtspunt. Aan één kant in de stal hebben zij al golfschoftbomen geplaatst om de koeien meer ruimte te geven. Ook zijn extra ventilatoren geïnstalleerd om bij warm weer meer te kunnen koelen. De automatische tochtdetectie met stappentellers helpt ook in de verbetering van de vruchtbaarheidsresultaten. “Op tijd insemineren is belangrijk om de tussenkalftijd te verkorten. Ik ben mezelf weer aan het scholen om het insemineren goed in de vingers te krijgen.”

De vof wil graag doorgroeien in het aantal koeien. “De stalruimte is er. De vraag is alleen wat ons het meest gaat beperken. De hoge kosten van fosfaatrechten, grondgebondenheid of plannen van FrieslandCampina om een fabrieksquotum in te stellen”, zegt Rian. “Dat laatste is nog een voorstel, maar het zet wel een rem op het vrije ondernemerschap en dat vinden we jammer”, zeggen Rian en Marion, die vinden dat het grootschalig boeren in Nederland meer maatschappelijke waardering verdient.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin