Iedere melkveehouder heeft een mening over hetgeen het bedrijf aan gaat. Deze meningen worden vaak gedeeld in fora of gekoppeld aan artikelen die op internet staan. Melkvee100plus peilt de meningen onder haar lezers.
Afgelopen najaar zijn er enkele grote demonstraties geweest van boeren. De grootste is die waarbij een flink aantal boeren met hun trekkers naar het Malieveld toog. Uit de enquête van Melkvee100Plus, die door iets meer dan 200 respondenten ingevuld is, blijkt dat drie kwart denkt dat die acties zin hebben gehad. Het zet boeren op de kaart in politiek Den Haag. Een kwart verwacht echter dat de acties geen effect zullen sorteren op de politieke besluitvorming.
De actiebereidheid blijkt nog altijd groot onder de veehouders. 38% zegt dat ze bij een volgende actie weer de weg op zullen gaan, en nog eens 11% geeft aan bij een volgende actie aanwezig te zullen zijn, waar ze vorige keer zijn thuisgebleven. De andere helft van de boeren geeft aan niet deel te zullen nemen aan acties. Driekwart daarvan is vorige keer ook niet de weg opgegaan met hun trekkers.
Met betrekking tot de strategie en de toekomst van de melkveebedrijven zegt 20% met de huidige melkprijs van circa 36 cent uit de voeten te kunnen. Bijna de helft geeft aan met 36 cent wel rond te kunnen komen, maar dat deze prijs te weinig ruimte biedt voor investeringen. De laatste 35% zegt dat de melkprijs nog een stuk hoger moet om er een normaal gezinsinkomen uit te kunnen halen. De langetermijnvisie van de veehouders is toch licht optimistisch en strookt niet met de visie van Rabobank. Die stelde onlangs in een toekomstvisie dat er in 2030 nog rond 10.000 melkveehouders zullen zijn in Nederland. Ofwel 40% minder melkveebedrijven. Van de ondervraagden denkt echter 80% over tien jaar nog actief te zijn in de melkveehouderij. 20% geeft aan rond die tijd of eerder te stoppen. Van de respondenten denkt twee derde dat de jaarmelkproductie in Nederland zal afnemen. Door afroming van fosfaatrechten en stikstofproblematiek zal het vrijgevallen deel van de melkproductie van de stoppers niet worden vol gemolken door de blijvers.
Voor dit jaar is de strategie wel duidelijk. Voor iets meer dan de helft van de veehouders wordt 2020 een jaar van consolideren en optimaliseren. Toch geeft ook een grote groep van 40% aan nog dit jaar (licht) te willen groeien. Bijna 6% zegt dit jaar te stoppen met het bedrijf.
Maisteelt
De meest praktische vraag uit deze enquête ligt op het gebied van de maisteelt. De droogte van vorig jaar zorgde opnieuw voor een lastig jaar in de maisteelt, zeker met de bijkomende verplichting op zand en lössgronden dat er vóór 1 oktober een vanggewas moest zijn gezaaid. Ruim de helft van de maistelers op deze gronden loste dat op door onderzaai toe te passen, maar door de droogte slaagde dat lang niet overal. Dat heeft effect op de besluitvorming dit jaar. 9% denkt aan gelijkzaai en 34% geeft aan met onderzaai te willen werken. Het aandeel onderzaai lijkt op basis van deze enquête uitslag dus te dalen. Een grote groep van 36% kiest voor een (zeer) vroeg ras en denkt zo voor 1 oktober te kunnen oogsten. Een op de vijf veehouders laat het er meer op aankomen. Zij kiezen eenvoudigweg het beste ras voor hun bedrijfssituatie en zien dan wel of ze voor 1 oktober kunnen oogsten.
Thermometer
In de laatste vraag van de enquête wordt altijd gevraagd om de omstandigheden voor de sector voor het komende half jaar te waarderen met een cijfer. In de enquête van oktober vorig jaar, kort na de acties en de nog vers in het nieuws zijnde stikstofproblematiek, daalde het sentiment van de veehouders en kwam de gemiddelde score uit op een 3,8 waar een cijfer rond 6 normaal is.
Uit de enquête van januari blijkt dat het sentiment alweer plaats gemaakt heeft voor nuchterheid, omgaan met de veranderende omstandigheden en oog op de toekomst. De veehouders beoordelen het klimaat voor de zuivelsector met een gemiddelde cijfer van 5,6.
Ate Kuipers (66) melkt 150 koeien in Den Ham (Gr.). “We zijn altijd gestaag blijven groeien en dat houden we vol. De stal zit vrijwel vol. We willen een nieuwe stal, en dat moet ook want we hebben aardbevingsschade aan onze gebouwen. Daarom starten we nu een procedure om de schade te verhalen op de NAM. Over vijf jaar willen we zo’n 100 koeien zijn opgeschaald. Dat houdt het bedrijf up-to-date. Een meer faire melkprijs dan 36 cent is overigens wel nodig. We moeten te vaak eigen kapitaal gebruiken voor bedrijfsontwikkeling terwijl dat uit de onderneming moet komen.”
Groei is in de ogen van Jurgen (37) en zijn broer Jeffrey (36) Conjarts in Margraten (L.) de enige manier om verdiencapaciteit te houden op het bedrijf. “Je kunt ook een neventak starten, maar wij koersen op kostprijsverdunning. Je moet wel. Zo benutten we ons fosfaat maximaal door het jongvee uit te besteden op een Belgisch bedrijf. Voor het fosfaat van het jongvee konden we 40 extra vaarzen houden en hebben we met 330 koeien 3,25 miljoen kilo melk afgeleverd. Dit jaar wordt dat 3,5 tot 3,6 miljoen kilo. De vaarzen staan nu droog en als tweedekalfs zullen ze meer geven.”