FrieslandCampina realiseerde in 2020 een bedrijfsresultaat van € 268 miljoen. Dat is € 164 miljoen (38%) minder dan in 2019. Dit blijkt uit de publicatie van de jaarcijfers over 2020.
De omzet daalde in 2020 met € 157 miljoen naar € 11,1 miljard. De winst daalde naar € 79 miljoen, mede door een reorganisatielast van € 106 miljoen. Dat is € 199 miljoen of 71% minder dan in 2019.
Het bedrijf verbeterde zijn solvabiliteit. Het balanstotaal kromp met € 333 miljoen naar ruim € 8,7 miljard. Het eigen vermogen steeg met € 61 miljoen naar ruim € 3,8 miljard. Het percentage eigen vermogen steeg derhalve van 41,5 naar 43,7%. Dat is echter inclusief circa € 300 miljoen aan minderheidsbelangen. Blijven die buiten beschouwing, dan stijgt de solvabiliteit van 38,1 naar 40,4%.
Die verbetering is overigens deels het gevolg van het afsluiten van een achtergestelde lening, de zogenoemde perpetual. Daarmee is het eigen vermogen met € 301 miljoen versterkt. Het bedrag aan ledenobligaties, dus door leden-melkveehouders ingelegde middelen, is juist met
€ 81 miljoen afgenomen naar ruim € 1,5 miljard.
Volgens CEO Hein Schumacher was de marge het grootste issue in 2020. Door corona verschoof de afzet. “De omzet steeg in bulk en retail, waar we het minst in verdienen. De omzet in kindervoeding daalde en daarmee de marge.”
Focus op werkkapitaal
FrieslandCampina heeft vanaf het begin van de pandemie vooral gefocust op kasgeld, met name op werkkapitaal. Investeringen zijn vertraagd of geschrapt, in acquisities is slechts € 35 miljoen geïnvesteerd. Daardoor steeg de kasstroom uit operationele activiteiten met € 170 miljoen naar € 737 miljoen. De vrije kasstroom kwam daardoor in 2020 uit op € 346 miljoen, bijna het dubbele van de € 195 miljoen in 2019.
FrieslandCampina zal, ondanks de winst van € 79 miljoen, geen nabetaling uitkeren aan haar leden en ook geen ledenobligaties toekennen. Dit omdat na betaling van € 43 miljoen aan rente over de ledenobligaties, € 3 miljoen rente over perpetuals en € 60 miljoen aan houders van minderheidsbelangen, een negatief resultaat resteert.
Daarom moeten leden-leveranciers de in september 2020 uitbetaalde interimuitkering over de eerste zes maanden van het boekjaar, formeel een voorschot, terugbetalen. RFC zal dat bedrag, circa € 11 miljoen of gemiddeld krap € 1.000 per melkleverend lid, inhouden op de melkgeldafrekening van mei 2021. In die maand zijn er namelijk ook extra uitkeringen vanuit RFC, zoals € 24 miljoen aan PlanetProof-toeslag.
Corona drukt ook in eerste kwartalen 2021 door bij RFC
Hein Schumacher, CEO van FrieslandCampina, verwacht pas na het tweede kwartaal van 2021 herstel van RFC’s financiële resultaten. “In de eerste kwartalen zitten we nog met corona en de ingezette herstructurering werpt pas eind 2021 zijn eerste vruchten af”, aldus de topman. “Ik ben somber over de eerste helft van 2021.”
Volgens Schumacher zullen de kosten van de reorganisatie aan de onderkant van de bandbreedte van € 150 miljoen tot € 175 miljoen gaan uitkomen. Dat betekent dat in 2021 minder dan € 50 miljoen aan lasten genomen moet worden wat de nabetaling van veehouders gaat drukken.
RFC is volgens Schumacher in 2020 fors geraakt door corona, deels direct, grotendeels indirect. Het directe effect zit vooral in het gedeeltelijk wegvallen van de foodservice, met name in het tweede kwartaal. “Die omzet daalde toen meer dan een kwart”, aldus de topman.
De indirecte effecten van corona zijn volgens hem echter groter. Na studentenoproer en corona-uitbraken is de grens tussen Hongkong en China gesloten waardoor de export van babyvoeding via Hongkong wegviel. Schumacher verwacht daarin geen herstel. “Onze distributeur is failliet gegaan, de omzet naar nul teruggevallen. We zetten in op digitale en rechtstreekse verkopen in China, maar dat kan het wegvallen van Hongkong voorlopig niet compenseren.” Daarmee slaat hij een andere weg in dan andere zuivelaars die juist uit China wegtrekken. “Het aantal geboorten daalde in China dan wel van 18,5 miljoen in 2018 naar 11,3 miljoen in 2020, maar er blijft daar een tekort aan zuivel.”
Ook in Nigeria, een andere belangrijke exportmarkt, tikt corona indirect door. De olieprijs stortte begin 2020 in, waardoor de lokale munt niet langer converteerbaar in euro is. De winsten zijn dus niet naar Amersfoort te brengen. RFC en zijn partners moesten zelfs leningen verstrekken aan de Nigeriaanse dochter van RFC om de activiteiten gaande te kunnen houden. “We hebben daar een veer moeten laten. De olieprijs herstelt nu, dus er komt verlichting aan.”
Ook heeft corona als indirect gevolg dat RFC in Nederland verlies realiseerde. Daardoor is geen belasting compenseerbaar, waardoor de effectieve belastingdruk in andere landen hoger uitvalt. “Dat drukt de winst sterk”, aldus Schumacher.