Doorgaan naar artikel

Puzzelen voor beste investeringsritme

Door investeringen goed te plannen kunnen melkveehouders maximaal profiteren van fiscale regelingen. Daarmee is meerjarig optimaal afschrijvingspotentieel te creëren, en dat is hard nodig.

Melkveehouders met de blik op de toekomst ontkomen niet aan regelmatig investeringen te doen in het bedrijf. Dat kan zijn in uitbreiding, vernieuwing of verbetering van met name stallen, machines/werktuigen en landbouwgrond. De laatste jaren staan investeringen in alternatieve bedrijfsinkomsten in de belangstelling. Dat kan zijn in verbreding, maar ook in eigen energieproductie via zonnepanelen, windmolens of biogas. Kortom, investeren is van alle tijden en inherent aan ondernemen.

Vanzelfsprekend hebben investeringen een impact op het financiële plaatje van de komende jaren. Toch kunnen veehouders de financiële gevolgen, inclusief inkomsten- of vennootschapsbelasting, verlagen door investeringen in de tijd goed te plannen. Dat zit met name in het op ieder moment gebruik maken van het best passende afschrijvingspotentieel.

Dat is belangrijk want de mate waarin melkveehouders kunnen afschrijven, is al jaren aan het afnemen. Vooral in tijden met hoge winsten is dat goed voelbaar. Volgens Rutger Keppel, belastingadviseur bij Flynth, ligt een belangrijke oorzaak in het beperken van de afschrijvingsmogelijkheden voor bedrijfsgebouwen. Sinds 2007 kunnen deze in het kader van de inkomstenbelasting tot maximaal 50% van de WOZ-waarde worden afgeschreven; de zogenoemde bodemwaarde. Overigens mag voor MDV-stallen 75% willekeurig worden afgeschreven en wel tot de restwaarde (zie kader).

Op MDV-stallen is dus afschrijving tot de restwaarde mogelijk. Deze afschrijvingsruimte is echter in veel gevallen al opgesoupeerd, zeker na de bouwhausse 10, 15 jaar geleden. Verder vallen bedrijfsmiddelen zoals sleufsilo’s en erfverharding sinds een uitspraak van de Hoge Raad in 2020 onder het begrip aanhorigheid. Daardoor moeten ze tot de bodemwaarde worden afgeschreven. Ook dat gaat ten koste van de afschrijvingspotentie van een bedrijf.

Overigens adviseert Keppel om de WOZ-waarde van de stallen altijd goed te beoordelen aangezien die zeer bepalend is. “Er kunnen redenen zijn dat de waarde te hoog is ingeschat, zoals afwijkende oppervlaktes, toegekende waardes aan installaties en asbest op het dak. We raden ondernemers altijd aan om bezwaar te maken.”

Langetermijnstrategie

Het goed plannen van investeringen moet onderdeel zijn van de langetermijnstrategie, aldus Galtjo Geertzema, subsidieadviseur bij Flynth. “Op het juiste moment de goede investering doen begint met een langetermijnvisie: waar wil ik met het bedrijf over tien of twintig jaar staan?” Daarbij zijn de fiscale aspecten belangrijk, maar dat zijn zeker niet de enige. Geertzema noemt onder andere het beschikbaar komen van subsidies, de aflossingsverplichting naar de bank, mogelijkheden om te investeren vanuit de liquiditeit, de gewenste richting van het bedrijf en privéomstandigheden die veranderen. “Sowieso is de persoonlijke situatie altijd het uitgangspunt bij het doen van investeringen; een ondernemer van 40 jaar met geïnteresseerde kinderen in het bedrijf maakt andere keuzes dan iemand van 60 jaar zonder bedrijfsopvolger.”

Ondernemers kunnen een meerjarige planning maken met daarin de verwachtte investeringen en consequenties voor de financiering en de belastingdruk. Dat maakt inzichtelijk of het mogelijk en wenselijk is om te schuiven met een investering.

Investering plannen

In principe heeft elke investering een eigen afschrijvingstermijn. Afschrijven gebeurt normaal lineair over een periode van minimaal vijf jaar. De theorie zal wel bekend zijn; als de waarde bij aanschaf € 100.000 is en de restwaarde € 20.000, dan wordt fiscaal in bijvoorbeeld acht jaar telkens € 10.000 afgeschreven. De ondernemer mag dat bedrag van zijn winst aftrekken waardoor hij onder de streep minder belasting hoeft te betalen.

Investeringen dusdanig plannen door ze naar voren te halen of uit te stellen, beïnvloeden dus de fiscale druk. Dat kan zowel op korte als meer voor de lange termijn. Bekend is het investeren op 31 december of 1 januari om een investering nog in het oude of nieuwe boekjaar te laten vallen. In jaren met hoge of juist lage verwachte winsten is het interessant daarop te anticiperen.

Ook voor de lange termijn zijn dit soort overwegingen te maken: is het nodig om dit jaar nog een nieuwe trekker of machine te kopen of kan het een paar jaar wachten? Of is de vervanging van een werktuig eigenlijk pas over drie jaar aan de orde, maar is het interessant om nu vast te investeren? Voor bouwwerken is de afweging wat lastiger maar feitelijk dezelfde, denk aan een nieuwe sleufsilo, extra mestopslag of een uitbreiding van de stal. Geerzema benadrukt daarbij ook de voordelen in de bedrijfsvoering mee te wegen. Denk aan een betere kwaliteit ruwvoer, hogere productie of arbeidsbesparing.

Fiscale regelingen

Bij het plannen van de investering is het belangrijk aan te sluiten bij fiscale regelingen (zie kader). Voor de veehouderij is de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) een belangrijke. Deze maakt het mogelijk om een nieuwe stal willekeurig af te schrijven (Vamil) en geeft extra aftrekposten voor specifieke milieu-investeringen (MIA).

De Maatlat wordt vooral bij nieuwbouw toegepast, maar kan ook bij renovatie of verbouw worden gebruikt. Veranderingen mogen in dat geval plaatsvinden aan maximaal twee buitenmuren en/of de hoogte van het dak. Verder is het mogelijk om een stal meerdere keren te certificeren. Daardoor vallen (nieuwe) investeringen onder de fiscale regels, zoals de aanschaf van melkrobots of aanleg van een nieuwe sleufsilo. Er gelden in dat geval wel een paar voorwaarden; zo moet er minimaal een jaar zitten tussen het aflopen van de fiscale voordelen en een nieuwe beoordeling. Verder mag in verband met staatssteun-regels per investeringsproject niet meer dan in totaal 5 ton steun zijn ontvangen.

Specifiek voor dit jaar is er een nieuwe crisisregeling, die versneld afschrijven tot 50% van nieuwe investeringen mogelijk maakt. Deze is alleen van toepassing op machines en werktuigen; gebouwen zijn uitgesloten van deze regeling. Voor het behoud van het maximale afschrijvingspotentieel kan het interessant zijn een beoogde investering naar voren te halen, zeker omdat voor deze jaren relatief hoge winsten worden verwacht.

Een lastig in te schatten aspect is dat de voorwaarden voor fiscale regelingen in de tijd wijzigen of zelfs kunnen wegvallen. Zo stelt de fiscale regeling MIA/Vamil inmiddels eisen aan de bedrijfsomvang en grondgebondenheid. Dat kan een argument zijn om investeringen toch eerder te doen dan misschien de bedoeling was.

René Stevens

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin