Over 2023 ziet Flynth voor de gemiddelde melkveehouder een kritieke opbrengstprijs voor de melk van 46,9 cent. Dat is nagenoeg hetzelfde niveau als in 2022. Een op de vijf melkveehouders heeft een melkprijs boven 51 cent nodig om de kosten te dekken.
Zowel in 2022 als in 2023 lagen de totale uitgaven voor het gemiddelde melkveebedrijf bij Flynth rond de 55 cent per kilogram melk. De overige bedrijfsopbrengsten (niet zijnde melk) bedragen gemiddeld ruim 8 cent. Na aftrek van de overige bedrijfsopbrengstenopbrengsten (niet zijnde melk) komt de kritieke opbrengstprijs richting 47 cent. Dit is de melkprijs die het gemiddelde melkveebedrijf minimaal nodig heeft, om precies alle kosten en uitgaven te kunnen betalen. Inclusief de lasten voor de vaste aflossingen, normale jaarlijkse vervangingsinvesteringen en privé-uitgaven. Let op, er is dan nog geen marge!
Kostenstijging in 2022
In het jaar 2022 zagen we in vergelijking met eerdere jaren een flinke stijging van de kritieke opbrengstprijs voor de melk. De indruk bij sommigen was toen dat de stijging van de uitgaven vooral werd veroorzaakt door eenmalige extra gedane uitgaven en investeringen om het winstniveau te drukken. Dat zou zijn veroorzaakt en tevens mogelijk gemaakt door de toen hoge melkprijs en goede of zelfs riante stand van de rekening courant. Inmiddels weten we dat het verhoogde niveau van de uitgaven van 55 cent in 2022, zich in 2023 heeft voortgezet en structureel is geworden.
In 2023 daalden de toegerekende kosten om een kilogram melk te produceren met 2,5 cent naar 21,3 cent. Vooral veroorzaakt doordat de (kracht)voerkosten weer wat daalden en in mindere mate door de lagere kunstmestkosten. Hiertegenover staan onder meer hogere rentekosten en meer uitgaven voor vervangingsinvesteringen en privé.
Marge keldert in 2023
Op basis van de werkelijk gerealiseerde melkprijs in 2022 van gemiddeld 57,5 cent, resteerde voor over 2022 een marge van gemiddeld 10,9 cent. In de loop van 2023 daalde de werkelijke melkprijs flink. Op basis van een werkelijk gerealiseerde melkprijs in 2023 van gemiddeld 48,2 cent, resteert over 2023 voor het gemiddelde bedrijf een marge van 1,3 cent.
De marge is de ruimte die nodig is om tegenvallers op te kunnen vangen. Bij een bedrijfsomvang rond 1,1 miljoen kilogram melk betekent dit voor het gemiddelde melkveebedrijf een marge van bijna 15.000 euro. Ter vergelijking: Rabobank vindt dat voor een gezond melkveebedrijf de marge minimaal 3 cent per kilogram melk behoort te zijn.
Grote verschillen tussen bedrijven
We zien grote verschillen in exploitatie en kritieke opbrengstprijs tussen individuele bedrijven. Voor 22% van de melkveebedrijven bij Flynth, ligt de kritieke opbrengstprijs onder de 43 cent, het niveau van de lange termijn voorspelling voor de melkprijs. Het blijkt dat 32% van de Flynth-melkveehouders een minimale melkprijs nodig heeft tussen de 43 en 47 cent. Voor bijna de helft van de melkveebedrijven moet de melkprijs boven de 47 cent liggen, waarbij voor 22% van de melkveehouders geldt, dat de melkprijs hoger moet zijn dan 51 cent!
Bedenk wel dat het tussen de bedrijven verschilt in hoeverre de effecten van rentestijging en afbouw derogatie al in de kostenstijging tot uiting komen.
Beste bedrijven versus gemiddeld bedrijf
De beste 25% bedrijven halen een saldo opbrengsten minus toegerekende kosten voor melkproductie dat 4 cent hoger ligt dan gemiddeld. Het grootste verschil zit bij de voerkosten en de lagere kosten voor diergezondheid en fokkerij bij iets meer melk per koe. De top 25% bedrijven boeren met lagere bewerkingskosten: de kosten voor de loonwerker, mechanisatie en ingehuurde arbeid. De variatie daarin loopt van 6 tot 15 cent per kilo melk. Voor een gemiddeld melkveebedrijf betekent dat een verschil van bijna 100.000 euro op jaarbasis.
Melkprijs versus kritieke opbrengstprijs
De garantieprijs in januari 2024 bij Friesland Campina bedraagt 44,75 cent (exclusief btw) bij 3,58% eiwit en 4,45% vet. Over de afgelopen vijf jaar ligt de garantieprijs in januari bij Friesland Campina gemiddeld op 43,95 cent. Uitschieters waren er in januari 2021 met 34,25 cent (naar beneden) en in januari 2022 met 60 cent (naar boven).
Vooruitzichten
De vooruitzichten voor de zuivel voor de lange termijn zijn niet ongunstig. Vraag is, wanneer de effecten hiervan merkbaar zijn en of en hoe de periode hiernaar toe kan worden overbrugd. Op basis van de cijfers en de verschillen tussen individuele bedrijven, is de conclusie dat een gemiddeld resultaat vandaag de dag niet goed genoeg meer is. De marge die wordt gerealiseerd is te laag. De ruimte voor het opvangen van tegenvallers te krap.