Veehouders kunnen niet meer overal uitbreiden met hun veestapel. Banken zien veehouders vaker inkomsten halen uit verbrede landbouw. Ook uit opwekking van energie. WUR becijferde hieruit een extra fiscale winst van € 55.000 per bedrijf in 2019.
De omzet die agrarische bedrijven uit multifunctionele landbouw halen, blijft stijgen. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ondanks corona nam tussen 2018 en 2020 de totale omzet uit multifunctionele landbouw toe met in totaal 15% tot meer dan € 1 miljard. In 2007 was dat nog een kleine € 300 miljoen. In 2020 kwam de meeste jaarlijkse omzet uit boerderijverkoop (€ 370 miljoen), gevolgd door zorglandbouw (€ 350 miljoen), recreatie (€ 138 miljoen), agrarische kinderopvang (€ 115 miljoen), agrarisch natuurbeheer (€ 78 miljoen) en boerderijeducatie (€ 0,1 miljoen).De omzet uit boerderijverkoop is flink gegroeid tijdens de coronacrisis, die uit recreatie en boerderijeducatie had hier juist onder te leiden.
“De afgelopen jaren verbreden steeds meer agrarische bedrijven”, vertelt Harold van der Meulen, onderzoeker bedrijfseconomie van WUR. “In 2020 ging het om 30% van de agrariërs in Nederland ofwel 15.800 bedrijven die een neventak heeft, 5% meer dan in 2018. Ze halen inkomsten uit zorg, kinderopvang, boerderijeducatie, boerderijverkoop, natuurbeheer en/of recreatie ofwel de zes activiteiten die vallen onder multifunctionele landbouw.”
Multifunctionele activiteiten komen relatief vaak voor op melkveebedrijven (36%). Melkveebedrijven zijn sterk vertegenwoordigd bij boerderijeducatie, agrarisch natuurbeheer en kinderopvang. “Het aandeel melkveebedrijven met verbreding is 48% als je daar inkomsten uit duurzame energie, loonwerk voor derden, stalling, verwerking landbouwproducten en aquacultuur bij op telt”, zegt Van der Meulen.
Politieke onzekerheid stimuleert
LTO Nederland en banken verwachten dat de omzet uit multifunctionele landbouw verder gaat stijgen. “Verbreding zet verder door, tot 2030 is hieruit een totale omzet van € 2 miljard mogelijk”, zegt voorzitter Arjan Monteny van de vakgroep Multifunctionele Landbouw van LTO Nederland en van het Platform Multifunctionele Landbouw om verbreding op landbouwbedrijven makkelijker te maken. “Politieke onzekerheid over groeimogelijkheden van landbouw in Nederland stimuleren het opzetten van nieuwe takken. Ook voor meer risicospreiding. De winst uit een professionele neventak is vaak hoger dan uit de melkveehouderij.”
Rabobank en ABN Amro zien al jaren dat melkveehouders steeds meer investeren in nevenactiviteiten. “Melkveehouders kunnen niet meer op alle locaties verder uitbreiden en gaan deels verbreden, ook vanwege dure grond en fosfaatrechten”, stelt Marijn Dekkers, sectormanager melkveehouderij van Rabobank. “Er blijven ook melkveehouders die kiezen voor verdere opschaling. Daarvoor is vaak meer kapitaal nodig dan voor de opzet van een neventak, maar koeien melken is wel bekend terrein. Het kost minder energie dan in een andere tak van sport beginnen, wat vaak meer onzekerheden geeft. Aan de andere kant hebben veehouders weinig invloed op de melkprijs. Ze kunnen op inkomsten uit een neventak vaak meer invloed uitoefenen.”
Beide banken zagen tot dusver veelal kleinere melkveebedrijven actief in verbreding. Op grotere melkveebedrijven merken ze de laatste paar jaar dat melkveehouders steeds meer inkomsten uit energieopwekking halen. “Onder andere door investering in windmolens, participatie in wind- of zonneparken of in een eigen of collectieve vergistingsinstallatie”, zegt Dekkers. ABN Amro merkt dat melkveehouders met grotere bedrijven ook meer verbreden. “De focus ligt op ondernemen in energieopwekking of in kortere ketens”, zegt Maurice Vossen, melkveespecialist van ABN Amro. “Energie opwekken voor eigen gebruik of groene stroom en gas, kan een serieuze tweede tak zijn. Als je dat ook onder multifunctionele landbouw schaart, is het aandeel melkveehouders met verbreding nog veel groter dan nu door WUR is vastgesteld op basis van de zes activiteiten die officieel onder de definitie multifunctionele landbouw vallen.” Volgens Van der Meulen laten alle vormen van verbreding een stijging zien. “Maar die is absoluut het grootste bij de productie van duurzame energie voor derden.”
Rendementen verbreding
Over verdiensten van verschillende neventakken is nog weinig bekend. Er zijn geen standaard saldoberekeningen of benchmarken van neventakken. “De grote variatie in bedrijfstakken en verschillen in uitvoering maken dat lastig”, zegt Van der Meulen. “Het ministerie van LNV wil wel graag meer inzicht in het verdienvermogen van verbrede activiteiten.” Daartoe heeft WUR in 2022 een studie gedaan op basis van CBS-data naar de fiscale winst van bedrijven met agrotoerisme, loonwerk voor derden, huisverkopen, zorglandbouw en duurzame energieverkopen over de periode 2013 tot en met 2019 (zie kader ‘Extra fiscale winst van verbreding op melkveebedrijven’).
Rabobank en ABN Amro zien in boekhoudingen van melkveebedrijven dat gemiddeld het aandeel overige inkomsten groeit. “Voor een deel is dat een nevenactiviteit, maar werk als zzp’er of bijvoorbeeld loonwerk, valt daar ook onder”, zegt Dekkers. “Een kanttekening is dat juist de professionelere takken op melkveebedrijven vaak in een aparte bedrijfsvorm zijn ondergebracht. Die zien wij niet terug in de melkveeboekhouding, maar kunnen wel een forse bijdrage aan het inkomen leveren.”
In het algemeen letten banken bij financiering vooral op ondernemerschap en een goed onderbouwd ondernemersplan. “Voor verbreding geldt: doe het goed of doe het niet”, zegt Vossen. “Vaak betekent een hogere investering in een neventak ook meer rendement op langere termijn. Denk aan bouw van een agrarisch kinderdagverblijf of een kaasmakerij met eigen bewaring. Rechtstreekse verkoop van producten verhoogt de opbrengstprijs, maar er staat ook meer risico tegenover.”
WUR zoekt samen met het Platform Multifunctionele Landbouw en LTO Nederland naar meer bedrijfseconomische informatie over neventakken op boerenbedrijven. “Meer zicht op kengetallen en verdienmodellen helpt bij financieringsaanvragen voor verbreding bij banken. We voeren een pilot uit om meer economische kengetallen te verzamelen in de zorglandbouw”, vertelt Monteny. “Eind 2023 is dat afgerond. We willen dat ook graag uitvoeren voor de andere verbredingstakken als we voor deze pilots financiering kunnen krijgen van LNV.”