De melkstal was nog geen vijf jaar oud, toch besloten veehouders Bas en Jorrit van Poppel om over te schakelen naar automatisch melken. Begin 2019 zijn ze opgestart met zeven melkrobots en een jaar later volgde de achtste. Het belangrijkste doel? Arbeidsbesparing. “En het resultaat is beter dan verwacht”, vertellen de veehouders enthousiast. “Onze arbeidsuren rondom het melken zijn van 18 naar slechts 3 uren per dag gegaan.”
In het Brabantse Hoeven runnen de neven Jorrit (35) en Bas (34) een melkveebedrijf met 450 koeien. Samen met hun vaders zetten ze het werk op het bedrijf rond. In de komende jaren zullen zij het stokje volledig overdragen aan hun zonen. In 2010 traden Jorrit en Bas toe tot de vof en in datzelfde jaar werd de bestaande 2+2 stal flink uitgebreid. “De plannen lagen er al”, vertellen ze. “In de huidige stal hadden we met 200 koeien een behoorlijke overbezetting.” Om een bedrijf te creëren dat twee gezinnen kan onderhouden hebben de veehouders destijds besloten de oorspronkelijk stal uit te breiden met 325 koeplaatsen. Tot 2015 is de veestapel uit eigen opfok verder gegroeid naar 450 koeien.
Lastig om melkers te vinden
Tot twee jaar geleden molken de veehouders drie keer daags in 2×25 Rapid Exit melkstal. Ondanks de nog maar vijf jaar jonge melkstal besloten de veehouders het melken te automatiseren. “Met name de hoeveelheid arbeid en de flexibiliteit deed ons besluiten deze stap te zetten”, vertelt Bas. Om het melken rond te zetten waren er dagelijks werknemers aanwezig op het bedrijf, een factor waar de veehouders tegenaan liepen. “Het werd steeds lastiger om melkers te vinden en bovendien nam het melken veel tijd in beslag”, vertelt Jorrit. “Per melkbeurt waren we met twee personen drie uur aan het melken. Dit betekent zes arbeidsuren per keer en achttien arbeidsuren per dag, enkel rondom het melken”, redeneren de veehouders. Arbeid was dan ook de belangrijkste reden om na te denken over automatisch melken. “We hebben de kosten op papier gezet en berekend wat het ons oplevert. Met de personeelskosten die we hadden was de rekensom snel gemaakt”, vertellen de ondernemers die al langer speelden met de gedachte om te automatiseren. “Vanaf dat moment is het vrij snel gegaan. In oktober lagen de eerste plannen op tafel en eind maart gingen de koeien voor het eerst door de melkrobot”, blikt Bas terug. Een jaar later volgde de achtste melkrobot en werden de zestig Jersey koeien die ze uit Denemarken haalden ingemolken.
Een aparte zorggroep
In de stal zijn de koeien in vier groepen ingedeeld: een nieuwmelkte groep, oudmelkte groep, ‘Jerseygroep’ en opstart/zorggroep. “Zes melkrobots staan in kassaopstelling naast elkaar. Hier worden de nieuwmelkte- en oudmelkte groep door elk drie melkrobots gemolken. De jerseys en de opstart/zorgkoeien staan vooraan in de stal, ieder in een eigen groep met een eigen robot”, laten de veehouders zien vanuit de kantine vanwaar je goed zicht hebt op deze groepen. De opstart/zorggroep bestaat uit zo’n 40 koeien waardoor er genoeg ruimte is op de robot. Door deze groep apart te houden kunnen ze ongestoord hun ritme volgen en hebben zij een betere opstart.” De robots staan voorin de stal waardoor de looplijnen kort zijn. Vanuit hier kunnen de koeien makkelijk worden gesepareerd naar het strohok of de behandelruimte.
De melkrobots zijn ingepast in de bestaande situatie. “De inbouw was nog wel een puzzel”, vertelt Jorrit. “De robots zijn geplaatst op de plek waar eerder de wachtruimte voor de melkstal was, deze viel tijdelijk weg terwijl het drie keer daags melken gewoon doorging. Dit was even doorzetten.” Toen de eerste zeven robots gereed waren zijn de koeien allemaal in één keer ingemolken. Ze kijken tevreden terug naar de opstart. “Al snel liepen de koeien zelf naar de robot. Van tevoren waren we nog wel bang dat we dieren met een lastige speenplaatsing weg moesten doen, maar dit bleek geen probleem te zijn voor de robot. Ook het inmelken van de Jersey koeien leverde weinig problemen op. Jerseys hebben een nieuwsgierig karakter waardoor ze al snel de robot platliepen.”
Van 18 naar 3 arbeidsuren per dag
Arbeidsbesparing en flexibeler zijn waren voor de veehouders belangrijke speerpunten. “Daar hebben we het echt voor gedaan en dat heeft heel goed uitgepakt”, stelt Jorrit tevreden. “Drie keer daags melken kostte ons achttien arbeidsuren per dag. Als je nu kijkt zijn we met de werkzaamheden rond de robot, koeien die te laat zijn ophalen, boxen schoonmaken, uierbehandelingen, inmelken van dieren die gekalfd hebben en reinigen van de robotruimtes in de ochtend en avond in totaal drie uur bezig. Dat scheelt vijftien uur per dag”, concluderen de veehouders. “Dat hadden we echt niet verwacht. Ook omdat we vaak verhalen hoorden dat je ander werk krijgt in plaats van minder werk. Wij vinden dat het juist veel minder werk is.”
Nu de veehouders niet meer gebonden zijn aan de vaste melktijden genieten ze van de flexibiliteit. “Eerder begonnen we om 04.15 uur met de eerste melking en ging om 00.00 uur s ’nachts de deur dicht. Nu beginnen we om 06.00 uur en kunnen we om 18.00 uur de deur dicht doen. We kunnen het werk flexibeler en efficiënter indelen, dit komt het sociale leven ten goede”, vertellen ze tevreden.
Uiergezondheid structureel verbeterd
Met de overstap naar automatisch melken zagen de veehouders het celgetal en het aantal uierontstekingen dalen. “We zaten altijd rond de 200.000 cellen/ml”, geeft Jorrit aan. “In de afgelopen twee jaar zijn we langzamerhand gezakt naar 80.000 cellen/ml. We zijn verbaasd dat het zo goed is gegaan.” Het is een optelsom van verschillende factoren waardoor de uiergezondheid structureel is verbeterd. “Na iedere melking worden de melkbekers gereinigd met stoom en omdat de bekers per kwartier worden afgenomen wordt de speen niet meer overbelast”, noemen de veehouders als positief effect. “Daarbij hebben de hoogproductieve koeien nu de mogelijkheid om vier keer per dag gemolken te worden.” Ook de overstap van gescheiden mest naar een kalk-stro-water mengsel in de boxen heeft bijgedragen. “Dit werkt hygiënischer en is bevorderlijk uiergezondheid”, merken ze.
Met een gemiddelde van 3,1 melkingen per koe per dag is het aantal melkingen ten opzichte van conventioneel melken nagenoeg gelijk gebleven. “Ons doel was de melkproductie op peil te houden en dit is gelukt. We zijn in de gehaltes zelfs nog iets gestegen”, vertelt Bas. Dat de Lely Astronaut gebaseerd is op de principes van vrij koeverkeer heeft absoluut bijgedragen aan het succes volgens de veehouders. “Een beter systeem is er in mijn ogen niet”, stelt Jorrit. “Hier moesten wij meer aan wennen dan de koeien. De robot is gewoon goed en de koeien lopen wel”, refereren ze aan het lage aantal ophaalkoeien. “Ze hebben hun eigen ritme en de dieren zijn veel relaxter, als je de koe de vrijheid geeft dan krijgt ze, ook binnen de rangorde die er bestaat, toch te kans om het beste te presteren.”
Blindelings vertrouwen op data
Hoe werken de veehouders met de stroom aan data die uit de robot komt? “Het is een andere manier om de veestapel te monitoren”, vertelt Bas. “Nu kijk je in de ochtend op je computer en als er koeien op de attentielijst staan kun je ze makkelijk via de robot separeren. Dit werkt heel efficiënt. We zijn nu met de dieren bezig die de zorg nodig hebben.” Jorrit vult aan: “We vertrouwen blindelings op de data. Als bijvoorbeeld de kleur en/of geleidbaarheid omhoogschiet dan weet je zeker dat het mastitis is. De robot haalt deze gevallen er altijd uit”, stelt hij. “Als je zelf melkt kun je zoiets nog weleens over het hoofd zien.” Het managementprogramma achter de melkrobot is essentieel stellen de veehouders. “Je kunt een goede robot hebben maar als het managementprogramma niet klopt dan heb je nog niets”, concluderen ze.
Het zijn drukke jaren geweest voor de veehouders. “Er is veel gebeurd sinds 2010. Het loopt goed en daar kunnen we nu samen met onze vaders van genieten”, vertellen de veehouders die tevreden terugblikken. “Het heeft beter uitgepakt dan verwacht. We genieten van de flexibiliteit en hoeven niet meer op de klok te kijken of het alweer melkerstijd is. Dit geeft een hoop rust, ook voor het thuisfront. Boer zijn is veel leuker geworden”, besluiten de veehouders.
Bedrijfsgegevens V.O.F. Van Poppel
In het Noord Brabantse Hoeven runnen Jorrit en Bas samen met hun vaders een melkveebedrijf met 450 koeien, waarvan 60 Jersey koeien. De gemiddelde melkproductie van de gehele veestapel ligt op 11.600 kg melk met een gemiddelde van 3,1 melkingen per koe per dag. De gemiddelde dagproductie van de Holstein Friesians ligt op 37 kg melk per koe per dag met 4,17% vet en 3,55% eiwit. De Jerseys geven 24 kg melk per koe per dag met 5,70% vet en 4,40% eiwit. Het celgetal ligt op 80.000 en het aantal lactatiedagen is 185. Het bedrijf is zelfvoorzienend in ruwvoerproductie. Het jongvee blijft tot drie maanden op het bedrijf en gaan dan naar de opfok.