Een duidelijke koers kun je uitzetten voor de korte, middellange en lange termijn. Blijf het uiteindelijke doel voor ogen houden.
In de ruim dertig jaar dat ik betrokken ben bij de melkveehouderij heeft één ding zich voor mij in de loop der jaren steeds bewezen: ondernemers die koersvast zijn en visie op de toekomst hebben, zijn degenen (of een van hun kinderen) die nu nog boer zijn. Dat wil niet zeggen dat stoppers geen duidelijke koers hebben. Ook dat is immers een duidelijk doel waarnaar je toe moet werken om op een goede manier afscheid te nemen van de sector.
Koers uitzetten
Een duidelijke koers kun je uitzetten voor de korte, middellange en lange termijn. Kortetermijnbeslissingen neem je nu, daar kom je niet op terug. Gedane zaken nemen geen keer. Voor de middellange termijn, en zeker voor de lange termijn geldt dat er onderweg nog mogelijkheden zijn je route aan te passen. Het blijft wel zaak het uiteindelijke doel voor ogen te houden. Ik vergelijk het vaak met de weg uitstippelen van bijvoorbeeld Arnhem naar Amsterdam. Als je dan op de routeplanner kijkt, zie je drie opties. Welke weg uiteindelijk gekozen wordt en voor jou het beste uitpakt, hangt af van de drukte en files onderweg.
Anticiperen op ontwikkelingen
Zo’n ‘file’ manifesteert zich nu in de melkveehouderij. Hoge kosten en onzekerheid over het GLB-beleid, stikstof, derogatie, kostenontwikkeling en melkprijs maken dat de route bijgesteld moet worden. Niet anticiperen is levensgevaarlijk. Maar te snel reageren op de waan van de dag kan ondoordacht zijn. Te veel twijfel zet de bedrijfsontwikkeling helemaal op slot, want dan wordt er nooit een beslissing genomen.
Een jaar uitstellen van aankoop van grond, productierechten in de vorm van fosfaatrechten, vernieuwen of aanpassen van gebouwen hoeft geen probleem te zijn. Dat kan best als je plan is om over tien jaar gegroeid te zijn van 150 naar 225 melkkoeien. Want de helft van de huidige omvang erbij betekent dat je vooral plaats moet hebben in je stallen. Daarnaast moet de benodigde arbeid beschikbaar zijn. Ook zullen door de jaren heen de productiemiddelen als rechten en grond moeten meegroeien om het bedrijf in evenwicht te houden.
Grond onder je bedrijf houden
Een plan B kan prima als back-up kan dienen. Dat kan zelfs leiden tot overwegen van verkoop van grond, of uitgeven in erfpacht en terug huren. Banken schijnen daar steeds vaker om te vragen. Toch vind ik dat zo ongeveer het slechtste advies dat je kunt krijgen.
Juist de banken zouden toch moeten weten dat grond onder het bedrijf voorwaarde nummer 1 is. En verkoop van grond zou het hele bedrijf juist in onbalans brengen. Dat is kortetermijndenken van de bank, waarbij jouw langetermijndoel eerder verder uit beeld komt dan dichterbij.
Bedrijf optimaliseren
Dan zou ik liever even pas op de plaats maken en optimaliseren. Zorgen dat je bij de top 25 bedrijfseconomische bedrijven komt. Die kunnen € 5 per 100 kilo melk meer bufferen, zo blijkt uit de cijfers van 2021. Als je daar aangeland bent, gaat die financiering ook gemakkelijker en komt je bedrijfsdoel voor de lange termijn ook weer in beeld.
Ik weet: ik heb makkelijk praten vanaf de zijlijn. Toch ben ik ervan overtuigd dat de veehouders die weten wat hun kosten zijn, hoe die opgebouwd zijn en aan welke knoppen ze kunnen draaien om die te beïnvloeden, uiteindelijk diegenen zijn die na 2030 nog altijd hun bedrijf draaiend hebben. Want zij zijn diegenen die de investeringen die nodig zijn om boer te kunnen blijven, ook kunnen ophoesten.