Vijftien voormalige Milcobel-leden die de zuivelcoöperatie afgelopen jaar, ondanks een uittredingsstop toch hebben verlaten, zijn door de rechtbank van Dendermonde opnieuw in het gelijk gesteld.
Eerder had de rechter in een kortgeding al in het voordeel van de uittredende leden gesproken. Volgens de rechter heeft de coöperatie de noodzaak voor de uittredingsstop onvoldoende gemotiveerd.
Milcobel gaat volgens Vilt niet tegen de uitspraak in beroep. Wel tekent de zuivelonderneming bezwaar aan tegen de uitspraak van de rechtbank dat de vijftien leden hun gestorte kapitaalinbreng, in totaal meer dan een half miljoen euro, direct moet worden uitbetaald, in plaats van gespreid over vijf jaar.
Eerdere uittredingsvoorwaarden van toepassing
Op 25 juni 2021 werd een voorstel voor het gespreid uitbetalen van kapitaalinbreng door een grote meerderheid van de leden goedgekeurd. Op dat moment waren de ex-leden volgens de onderneming nog aandeelhouder-melkveehouder van Milcobel en de wijziging werd onmiddellijk van toepassing verklaard. Of zij hun lidmaatschap al hadden opgezegd is volgens het zuivelbedrijf niet relevant. De rechtbank beslist echter dat de eerdere uittredingsvoorwaarden van toepassing zijn op de vijftien voormalige Milcobel-leden.
Uitstroom melkveehouders
Milcobel verloor tussen 1 april 2020 en 1 maart 2021 ruim 200 leden-melkveehouders goed voor een volume melk van 220 miljoen liter. In maart 2021 zouden bijkomend nog eens 250 leden-melkveehouders een verzoek tot uittreding hebben ingediend goed voor nog eens bijna eenzelfde hoeveelheid melk. Deze uitstroom van melkveehouders werd onder meer veroorzaakt door de zoektocht naar nieuwe leveranciers van concurrenten Laiterie des Ardennes en Royal A-ware, die nieuwe activiteiten in België aan het opstarten waren.
Volgens Milcobel kwam als gevolg van de vele opzeggers de financiële stabiliteit van de onderneming in gevaar. Margeverlies, als gevolg van een aanzienlijk volumeverlies, zou leiden tot nog lagere melkprijzen. Hierdoor dreigden nog meer uittredingen. Reden voor de Raad van Bestuur om tijdelijk alle uittredingen te weigeren. De rechter gaat hier op basis van de gegeven argumenten niet in mee verklaart het besluit tot een automatische en algemene weigering tot het aanvaarden van nieuwe opzeggingen tijdens de periode van 5 april 2021 tot en met 1 juli 2021 nietig.