Te veel verlies van lichaamsgewicht geeft meer kans op problemen met de klauwen.
Koeien die in de transitie na de droogstand te veel conditie verliezen hebben een hogere kans op klauwproblemen. Dat schrijft GD in het blad Herkauwer.
De afname van de lichaamsconditie (BCS) mag in de eerste drie weken na afkalven niet meer dan een half tot een punt zijn. Volgens GD is het zaak om vooral de drogestofopname van de droge koeien in de laatste drie weken van de droogstand goed op peil te houden. Als dat lukt is de drogestofopname na afkalven ook hoger en blijft conditieverlies als gevolg van de negatieve energiebalans beperkt.
Te veel verlies van conditie heeft effect op de klauwhoornkussen. Feitelijk niet meer dan vetweefsel dat als stootkussentje in de klauw een deel van de schokken opvangt die een koe ervaart bij het lopen.
Beschikbaarheid biotine
In de droogstand past ook een optimale voorziening van energie, eiwit, mineralen, spoorelementen en vitaminen. Voorwaarde voor de koe om goede kwaliteit huid en hoorn te vormen.
GD meldt dat de hogere productie van koeien en veranderende rantsoenen maken dat vaak onvoldoende biotine beschikbaar is voor de vorming van huid en hoorn. Via Tankmelkonderzoek is dit te monitoren.
Zeven-stappenplan
De rantsoenen in de droogstand en het behoud van de lichaamsconditie zijn twee onderdelen van het zeven-stappenplan dat GD heeft ontwikkeld. Dat begint bij een schone en droge stalvloer en comfortabele ligboxen. Vervolgens is het zaak dat de veehouder de klauwen controleert (of laat controleren) bij droogzetten en op twee tot drie maanden na afkalven. Regelmatige desinfectie kan nodig zijn, afhankelijk van de aard van de eventuele problemen. Stierkeuze helpt om de aanleg van koeien voor gezondere klauwen te verbeteren. Kreupele koeien moeten natuurlijk direct behandeld worden en het advies van GD voor koeien die bij herhaling terugkerende klauwaandoeningen hebben, is afvoeren.