Steeds meer bedrijven kiezen voor een telescooplader. Er zijn veel aanbieders met vaak een groot aantal modellen. Er is echt wat te kiezen, daarom een overzicht.
De Nederlandse veehouder kiest steeds vaker voor een telescooplader. Hoewel in bijvoorbeeld België, Frankrijk of Engeland de markt voor verreikers stukken groter is dan in Nederland. De laders met telescooparmen worden gekocht vanwege de hefhoogte, als alternatief voor een voorlader of een shovel.
Verkoopaantallen zijn niet bekend, maar in verhouding tot de hoeveelheid telescoopladers waar uit te kiezen valt, is het een kleine markt. JCB, Manitou en Merlo zijn, niks ten nadele van de andere aanbieders, sterke, stabiele spelers met een breed assortiment telescoopladers.
Hefhoogte
Om de voermengwagen te vullen, is hefvermogen van een voorlader of een shovel niet zo gauw een beperking, maar om vlot over de rand te kiepen is hefhoogte wel een bepalende factor. Om hoogte te halen, is een telescooparm de perfecte oplossing. Een telescooparm staat synoniem voor de zogenoemde verreiker, maar door het succes van de verreiker in de markt heeft die concurrentie gekregen van de wiellader met een telescopische laadarm. Dat is de eerste grote keuze die wordt gemaakt: een traditionele verreiker of een wiellader?
Een wiellader is, met Kramer als uitzondering, altijd een kniklader. Een tussenvorm is Claas (Liebherr) met een kniklader die ook de achteras kan sturen. De keuze voor de een of de ander hangt onder andere af van persoonlijke voorkeur; op een wiellader zit de chauffeur in het midden, wat hoger en hij heeft een wat ruimere cabine en meer zicht dan in de verreiker. Vaak heeft de wiellader wat grotere wielen en meer bodemvrijheid, waardoor vooral de zwaardere typen wat beter geschikt zijn om in te kuilen. Een verreiker is minder hoog en een aantal aanbieders heeft ook extra lage modellen om ook in lage gebouwen terecht te kunnen. Vooral in pluimveestallen is hoogte van het voertuig nog wel eens kritisch en daarom een reden om voor een extra lage verreiker te kiezen. Hoewel er ook verlaagd uitgevoerde knikladers zijn, onder andere bij Weidemann en Schaeffer.
Een kniklader is minder stabiel dan een verreiker. Althans, wanneer er wordt geknikt. Daarom wordt bij knikladers voor het maximale hefvermogen ook verschil gemaakt tussen de gestrekte en de geknikte stand van het voertuig. Voor de praktijk is het zaak dat de chauffeur zich aanleert om de arm pas hoog te heffen en uit te schuiven op het moment dat de lader recht staat. De Kramer wiellader is met zijn vaste frame met vierwielbesturing stabieler dan een kniklader. Sturen heeft dan vrijwel geen invloed op de stabiliteit en Claas heeft daarin een middenweg: een beetje sturen heeft geen invloed op de stabiliteit, totdat de knik begint te sturen. Zuiver knik is constructief goedkoper dan fuseegestuurd en iets onderhoudsvriendelijker. Ook manoeuvreert het scherper omdat het voertuig de bak volgt.
Prestaties
Hefhoogte is een helder verhaal, hoewel de hoogte van de arm boven de grond nog niet op centimeters nauwkeurig vertelt hoe hoog je werkelijk kunt kippen. Specificaties voor hefhoogte kun je op verschillende manieren weergeven. Hoogte van het draaipunt of hoogte onderkant van de bak maakt verschil, maar waar het bij het vullen van een voermengwagen om gaat, is of je ook vlot over de rand van de bak kunt kippen. Behalve van de telescooparm zelf kan dat ook afhangen van de bak die eraan hangt. Snelwisselsystemen zijn algemeen, maar per merk verschillend en hoewel iedere bak wel passend te maken is, kan de constructie beperkend zijn voor het aantal graden dat de bak ook werkelijk kan kippen. Bij een voorlader of een wiellader met vaste armen speelt dat argument regelmatig, omdat het met de hefhoogte vaak maar nét aan is. Hier heeft de telescooparm het voordeel dat die meestal royaal omhoog kan. Bij shovels en verreikers is de zogenoemde kiplast een prestatiepunt. Hoeveel kan er in de bak voordat de machine met de achterwielen van de grond komt? Met de arm recht vooruit uitgeschoven is het maximaal te heffen gewicht een stuk minder dan met de arm volledig ingeschoven. Fabrikanten geven die specificatie vaak aan bij het zwaartepunt op het midden van een palletvork, maar gemeten aan het draaipunt, dat ook wel wordt gehanteerd, is het benutbare hefvermogen weer net wat groter. Met ingeschoven arm heffen en dan pas naar maximale hoogte uitschuiven is de manier om verantwoord met maximaal haalbaar gewicht zo hoog mogelijk te gaan. Om ongelukken te voorkomen, zijn telescooparmen ook elektronisch beveiligd. Met een maximaal gewicht in de bak of aan de pakkenklem zul je zien dat je niet of nog maar beperkt kunt uitschuiven. Probeer niet met handigheidjes de grens te overschrijden. Genoeg is hier ook echt genoeg!
Hydrauliek
Hoe snel een telescooplader een wagen vol kan scheppen, wordt bepaald door de snelheid van de cyclus van heffen, uitschuiven en kippen. Hoe groter de opbrengst van de hydrauliekpomp, hoe sneller dat zal kunnen, maar dat hangt ook samen met de grootte van de cilinders. Liters per minuut zeggen dus niet alles. Deels zegt het wel wat over de hoeveelheid olie die beschikbaar is voor een externe functie zoals een bezem. Veel fabrikanten geven voor verschillende bewegingen met de arm een cyclustijd in seconden aan. Opbreekkracht zegt wat over de mogelijkheden van de lader om een berg grond op te scheppen. Onderling verschillen machines daarin. Anderzijds, voor gebruik in de landbouw speelt dat minder sterk dan in het grondverzet. Staat er een rij vrachtwagens gereed om vol te scheppen met zand, dan bepaalt de cyclustijd wie er het meeste werk kan verzetten. Voor het werk dat er in de landbouw wordt gedaan, is de capaciteit op dat punt geen groot verschil, omdat niet gauw het maximale wordt gevraagd. In het veehouderijbedrijf komt het erop neer dat een traditionele verreiker met 6 of 7 meter maximale hefhoogte het meest verkocht wordt. Voor de wiellader is dat dan een hefhoogte van zo rond 5 meter. Daar hoort meteen een gewicht en een hefvermogen bij waar de veehouder zich uitstekend mee redt en dat zijn daarom ook de types waar het bijgevoegde overzicht zich toe beperkt.
Meer namen dan fabrikanten
Omdat de telescooplader in de landbouw een factor van belang is geworden, bieden de grote werktuigfabrikanten ook telescoopladers aan. Meestal worden die van derden betrokken en onder eigen naam en kleur eventueel met wat afwijkende specificaties verkocht. Ook de toeleverancier wisselt nog wel eens. Claas betrekt op dit moment zijn laders van Liebherr, Massey Ferguson van Bobcat, John Deere verkoopt Kramer en Fendt betrekt telescoopladers van Sennebogen. Dat is een verreiker met liftcabine. Deze staat niet in het overzicht, omdat die een maatje groter is dan de overige, hoewel Fendt meldt volgend jaar met een kleiner, meer voor de Nederlandse veehouder geschikt model te komen. New Holland bouwt de verreikers zelf en verkoopt die ook als Case-IH. Een aantal biedt specifieke Agri-modellen, hoewel dan de kleur vaak het grootste verschil is.