Een groep van vijf Australische melkveehouders en hun families verlieten hun verwerker en begonnen hun eigen zuivelcoöperatie. Op die manier verwierven zij weer grip op hun toekomst.
In 2017 kondigde het Australische Murray Goulburn aan dat het zijn coöperatie voor €800 miljoen zou verkopen aan het Canadese zuivelbedrijf Saputo. Murray Goulburn had enkele controversiële beslissingen genomen. Zo eiste het een bedrag van €113 miljoen terug van zijn melkhouders, terwijl dit al was uitbetaald.
Vijf families uit het noordoosten van Victoria lieten het er niet bij zitten. Ze vertrokken bij Murray Goulburn en richtten de Mountain Milk Coöperatie op. Voorzitter Stuart Crosthwaite van Mountain Milk benadrukt dat de melkveehouders zich in de steek gelaten voelden. “Murray Goulburn was gedwongen het bedrijf te verkopen door mismanagement”, zegt hij. “Dat was een grote teleurstelling. Generaties lang hebben we coöperaties van melk voorzien. Op het laatst was dat Murray Goulburn. Maar zij bleken niet in staat ons een fatsoenlijke melkprijs te bieden.”
De vijfde generatie melkveehouders uit de Kiewa Vallei maakten duidelijk dat Murray Goulburn zich gedroeg als ‘elke andere grote concurrent’. “Wij maakten ons zorgen over hoe we werden behandeld. Als boeren, als mensen en als leden van een coöperatie. We waren verre van tevreden hiermee.”
€68.000 subsidie om coöp op te richten
De vijf families, met hun boerderijen slechts tien kilometer van elkaar verwijderd, zochten elkaar op en overwogen hun opties. “We dachten: het is mooi om een lokale verwerker te hebben als deze ook goed presteert”, zegt Stuart. “Maar wanneer dat niet het geval is, dan is het een groot risico om maar één manier te hebben om je melk op de markt te brengen. In het begin hoopten we nog een andere verwerker in de regio te introduceren maar we zitten hier geografisch in een hoek. De meeste verwerkers zitten op ten minste 2,5 uur rijden hier vandaan.”
De melkveehouders ontvingen een overheidssubsidie van ruim €86.000 om een eigen coöperatie op te richten. “Dat dwong ons om heel snel de zaken op orde te krijgen”, legt Stuart uit. “Het verraste ons ook wel een beetje. We hadden nog geen adressen om onze melk naartoe te sturen op dat moment. De melkveehouders die zich aansloten bij ons initiatief, namen een moedige stap.”
Stuart en twee andere melkveehouders gebruikten de subsidie om een opleiding te volgen op het gebied van coöperaties aan de Universiteit van Newcastle. “Dat opende onze ogen. We beseften voor het eerst wat een coöperatie eigenlijk is. We kenden alleen Murray Goulburn. Aanvankelijk was ons belangrijkste doel de winstgevendheid van onze bedrijven te vergroten. Maar in een coöperatie als de onze help je elkaar ook om dit te bereiken. We zagen het sindsdien meer vanuit het perspectief van de boeren en niet vanuit het perspectief van de verwerker. Vroeger of later zullen de grote verwerkers zich ook meer moeten richten op de winstgevendheid van de boeren.”
Veel steun uit omgeving
Mountain Milk bood de melkveehouders ook de gelegenheid om hun eigen werk meer te waarderen, beklemtoont Stuart. “We zijn allemaal goede boeren. We zorgen goed voor onze dieren, voor onze omgeving, onze mensen, en we willen de juiste beslissingen nemen. We leven in een prachtig deel van de wereld. Maar we genoten niet van al deze dingen. Toen we de start van onze coöperatie aankondigden, kregen we heel veel steun van bedrijven en mensen. Vooral van coöperaties. We beseften op dat moment dat we op de juiste weg waren.”
Kort na de bekendmaking van de oprichting van Mountain Milk, diende zich het zuivelbedrijf Freedom Foods aan met een contract voor lange termijn voor de coöperatie. “Zij nemen nu het meeste van onze melk af voor een periode van drie jaar”, zegt Stuart. “Maar we zoeken nog steeds naar manieren om beter samen te werken en de dingen beter te doen. Om erachter te komen hoe we efficiënter kunnen werken en hoe we de wat meer ingewikkelde zaken kunnen aanpakken.”
Nu 22 miljoen liter melk
Mountain Milk telt inmiddels acht leden uit de Kiewa-, King- and Yackandandah-valleien. Alle leden van de coöperatie hebben één stem en elke kilo melk krijgt dezelfde prijs. De coöperatie heeft zo’n 2.800 melkkoeien en produceert ongeveer 22,5 miljoen liter melk. Daarvan gaat 20 miljoen liter naar Freedom Foods. Mountain Milk heeft ook leveringscontracten met Gundowring Fine Foods and Lactalis.
Na 18 maanden in de coöperatie maakt Stuart duidelijk dat Mountain Milk hem een gevoel van richting en zin heeft gegeven. “Ik voel dat ik weer controle heb over mijn eigen lot. Na de ellende van het fiasco met Murray Goulburn is dit bijna therapeutisch. En met Freedom Foods hebben we nu een melkprijs die jaren vaststaat. Dat geeft ons zekerheid.”
De melkveehouders van Mountain Milk zijn aan het investeren en concentreren zich weer op hun bedrijf, geeft Stuart aan. “Als boeren hebben we weer vertrouwen in de toekomst. Het gaat goed.”
De coöperatie kijkt nu naar de mogelijkheden om rechtstreeks melk te bieden aan de mensen in de eigen regionale gemeenschap. “Dat was ook een reden voor ons om een coöperatie te beginnen”, zegt Stuart. “We willen onze banden met de lokale gemeenschap verbeteren. Dat is iets dat we misten voorheen. Grote coöperaties zijn vaak gericht op winst en geven niets terug aan de gemeenschap. En wat is een betere manier om ons te verbinden met de mensen hier dan met het aanbieden van onze melk?”