Fransen mikken na fusie op 400 melkkoeien

Een logische fusie

“De gesprekken over een fusie begonnen al twee jaar geleden”, legt Orly Courvoisier van GAEC de la Ruelle uit. “We kochten in 2010 gezamenlijk een oogstmachine en een mesttank”, zegt Orly. Ze voegt eraan toe dat het quadongeluk van haar partner Frédéric, dat in 2018 plaatsvond, het fusieproces in een stroomversnelling bracht. “Ik moest het bedrijf alleen draaiende houden, wat me veel stress opleverde.”

“Onze bedrijven hadden mankracht nodig”, zegt Christophe. Tijdens de wekelijkse vergadering beslisten ze dus unaniem om de twee bedrijven samen te voegen. “De fusie verliep soepel”, zegt Fabienne. “Als team vullen we elkaar aan en zijn we inwisselbaar”, voegt haar broer Christophe toe. “Nu kan ik zelfs een paar weekenden op vakantie”, zegt een glimlachende Orly. De partners kunnen nog meer voordelen noemen: beter koemanagement, meer creativiteit en het delen van nieuwe ideeën, meer economische slagkracht en minder stress.

De GAEC des 3 Communes investeerde in een nieuwe stal om Orly’s kudde van 130 koeien te kunnen plaatsen. Hiermee was een totale investering gemoeid van zo’n 200.000 euro, waarvan de helft gesubsidieerd is. De laatste honderd koeien van Orly en Frédéric kwamen in april 2019 aan. “We hebben in de twee maanden ervoor 30 koeien direct na droogzetten verplaatst omdat die kwetsbaarder zijn”, voegt Orly toe.“

Door de fusie besparen de ondernemers 4.000 euro per jaar op boekhoudkosten. In plaats van 5 werknemers op 2 bedrijven hebben ze nu 3 medewerkers die melken, waardoor 2 werknemers beschikbaar kwamen voor de akkerbouwtak, onderhoud en mechanisatie. “We hebben ook wat machines verkocht”, legt Christophe uit.

Meer luzerne

De partners hebben dezelfde doelen: winstgevend zijn, koeien melken met goede uiers en sterke poten en koeien die snel drachtig worden. “We besloten om de melkproductie terug te schroeven van 8.500 kilo per koe tot 7.700 kilo om te besparen op dierenartskosten en de levensduur van de koeien te verlengen”, legt Thomas uit. Hij is verantwoordelijk voor het voeren van de koeien. Het bedrijf gebruikt ProCross (fokprogramma met rotatiekruising Holstin, Montbeliarde en Scandinavisch roodbont, red), en gebruikt 6 à 7 stieren.

Het rantsoen van de melkkoeien heeft luzernehooi als basis (3 kilo per koe per dag), luzerne uit de kuil (17 kilo per koe met 30% drogestof), kuilmais (21 kilo per koe met 35% drogestof), gerst (1,2 kilo per koe), koolzaad (0,8 kilo per koe), maisgluten (4 kilo per koe), bierbostel (4 kilo per koe) en mineralen (250 gram per koe). “Dit onbeperkt gevoerde mengsel zorgt voor een gemiddelde melkproductie van 7,700 kilo per koe”, zegt Thomas. Het rantsoen voor droge koeien bestaat uit luzernehooi (5 kilo per koe), kuilmais (16 kilo per koe) en maisgluten (2,5 kilo per koe).

De vaarzen worden op 3 verschillende locaties gehouden. Ze krijgen een rantsoen van luzerne en kuilmais in een 50/50 mix. “Met dit voermanagement hebben we lage voerkosten in de opfok. Die komen op ongeveer 700 euro per vaars”, aldus Thomas.

Ecologische transitie

Fabienne en haar partners hangen een agro-ecologische aanpak aan. Dit blijkt uit de integratie van de Ecologische Transitiecontracten (ETC) van de regio Haute Côte-d’ Or in 2018. “Dankzij de ETC krijgen onze producten het label ETC en zijn we in staat ons eigen zuivelmerk te ontwikkelen”, legt Fabienne uit. Daardoor gingen de melkprijzen omhoog van 33 tot 39 cent per liter.

Hoe gaat de GAEC des 3 Communes zich in de toekomst ontwikkelen? Phillipe Chaudron, 1 van de 7 partners gaat in 2 tot 3 jaar met pensioen en zal vervangen moeten worden. “We fuseren dan mogelijk met een ander melkveebedrijf”, concludeert Fabienne Lepy.