Een Yellow-ration rantsoen voor de droge koeien, biest meten en en pH-metingen van de urine. “Het is een kwestie van details, zegt Menno Jensma, die meer uit eigen ruwvoer haalt. De basis voor dat succes hebben de veehouders gelegd door de droogstand en de opfok te optimaliseren. Menno en Vera vertellen welke aanpassingen een groot verschil hebben gemaakt op hun melkveebedrijf.
Na de geboorte van elk kalf analyseren Menno Jensma en Vera Velstra de kwaliteit van de biest met een refractometer (Brixmeter). Om twee redenen is dat een belangrijk peilmoment. In de eerste plaats is de biestkwaliteit belangrijk voor een gezonde start van het kalf. Maar het is ook een check hoe de verse koe ervoor staat, stelt Menno. “Het is een extra controle of het droogstandsrantsoen goed in elkaar zit.” Menno en zijn vrouw Vera hebben een melkveebedrijf in Engwierum, in het noordoosten van Friesland met 275 melk- en kalfkoeien.
Dikke melk
De bedrijfsvoering is altijd gericht geweest op een hoge productie, vertelt Menno. Onder invloed van de mest- en fosfaatwetgeving is er wel wat veranderd. “We willen meer uit de koeien halen op basis van ons eigen ruwvoer.” Sinds het najaar van 2018 voeren ze volgens de TMR Constant-methode van Agrifirm: ruwvoer en krachtvoer in één gemengd rantsoen voor alle koeien in een productiegroep. “We gebruiken nu minder krachtvoer, maar de productie is goed op peil gebleven. We zijn iets gezakt in liters, van 34 liter per koe per dag naar 32 à 33”, zegt Menno. “Maar wel met hogere gehaltes.” “Dikkere melk levert uiteindelijk meer op binnen dezelfde fosfaatrechten,” stelt adviseur rundvee Auke Johannes Breeuwsma van Agrifirm. “Door de toepassing van TMR Constant zijn de voerkosten hier 2 à 3 cent gezakt. Dat tikt behoorlijk door in het bedrijfsresultaat.”
Melkziekte aanpakken
Vera ziet ook gezondheidsvoordelen. “Doordat elke hap hetzelfde is, heb je minder schommelingen in de voeding.” De basis voor een gezonde veestapel ligt niet in de voeding van de melkgevende koeien, maar in de jongvee opfok en de droogstand, stelt ze. “De droogstand is echt heel belangrijk. Als je dat voor elkaar hebt, komt de rest vanzelf.”
Samen met toenmalig onafhankelijk adviseur Jorien Papen en hun Agrifirm-adviseur hebben de veehouders in de afgelopen jaren intensief gesleuteld aan het droogstandsmanagement. De directe aanleiding waren problemen bij de opstart van verse koeien. Ze wilden, om te beginnen, melkziekte aanpakken.
Als eerste stap schrapten ze het kuilgras van het menu voor de droge koeien. Het gras van de Friese zeeklei bevat namelijk veel kali. Melkziekte wordt veroorzaakt door een onbalans in de mineralenhuishouding rond het afkalven. Een overmaat aan kali vergroot het risico. Daarom zijn de veehouders overgestapt op wat in de VS een ‘yellow ration’ (geel rantsoen) is. Dat bestaat hier uit veel stro en mais, aangevuld met energie- en eiwitgrondstoffen voor de juiste energie en eiwitaanvulling. Afgelopen jaar hadden de veehouders voor het eerst in jaren gras met een laag kaligehalte. Daarom mag er weer een beperkte hoeveelheid kuilgras in het rantsoen. Met het yellow ration waren de problemen met acute melkziekte opgelost. Vervolgens wilden ze ook subklinische melkziekte aanpakken. Ze gingen anionische zouten toevoegen aan het voer. Die zorgen voor een verdere verbetering van de mineralenhuishouding, gericht op een optimaal kation-anionverschil (KAV).
SoyChlor nieuw en smakelijk product
Deze zouten werken goed, maar ze hebben één nadeel: de koeien vinden ze veelal niet lekker. Dat beperkt de dosering. Agrifirm kwam afgelopen najaar met een oplossing in de vorm van SoyChlor, een nieuw, smakelijk eiwitrijk product met anionische zouten. Het huidige droogstandsrantsoen heeft nu de optimale KAV én het wordt met smaak gevreten. De gemiddelde voeropname is 14 à 15 kg droge stof. Naast voeding hebben de melkveehouders meer veranderd. Zo is de huisvesting aangepast en de drinkwatervoorziening verbeterd. Meer comfort en minder stress.
Verder is het optimale droogstandsmanagement een kwestie van details. Zo verplaatst Menno de koeien in de laatste week van de lactatie naar een aparte voergroep. Daar wennen ze alvast aan het droogstandsrantsoen. Dat helpt ook de melkproductie te verlagen
Voortdurend vinger aan de pols
De melkveehouders houden op verschillende manieren de vinger aan de pols. Door pH-metingen in de urine controleren ze of het rantsoen de gewenste KAV-waarde houdt. Verder evalueren ze de gezondheid van de verse koeien regelmatig met hun dierenarts Marieke van Dijk van DAP Dokkum. “Menno en Vera realiseren zich het effect van een goede droogstandsaanpak en doen geen enkele concessie”, zegt Agrifirm-adviseur Auke Johannes. “Je ziet het resultaat ervan terug in de MPR-resultaten. Nieuwmelkte koeien zitten nu op 3,3 kilogram vet en eiwit. Dat was in het verleden 2,9 à 3,0”, besluit de adviseur enthousiast.
De droogstand op jouw bedrijf optimaliseren? Vraag een vrijblijvende afspraak aan met de droogstandsadviseur in jouw regio.
Bedrijfsgegevens:
• Veestapel: 275 melk- en kalfkoeien en 125 stuks jongvee
• Oppervlakte: 175 hectare grond
• Arbeid: 2 vaste medewerkers en 1 weekendmelker
• Productie: 10.340 kilo, 4,46 procent vet, 3,67 procent eiwit (MPR, rollend jaargemiddelde).