Doorgaan naar artikel

Mestafzet is nog prima te betalen

De pijn van de mestafzet zit hem niet in de kosten, maar in de onrust. De twijfel of de mest die weg moet, wel weggaat. Zelfs als het tegenzit, als de variabele kosten per koe de helft meer zijn dan gemiddeld, zijn koeien met 22 kilo melk per dag nog rendabel.

Bij mestafzet gaat het om veel geld. Elke vrachtwagen is ruim €1.000. Het gemiddelde derogatiebedrijf met 120 koeien en een normale jongveebezetting op 60 hectare moet dit jaar ongeveer 900 kuub afzetten, in 2025 1.200 kuub. Dat zijn 25 vrachtwagens, volgend jaar 34. Als alles tegen het hoogste tarief weggaat, is dat dit jaar €25 mille en volgend jaar richting €40 mille.

Zuur geld. Maar het goede nieuws: de middelen zijn er. De huidige melkprijs, rond €55 per 100 kilo, biedt voldoende ruimte. Sterker nog: puur financieel gezien hoeft er nu geen koe weg wegens mestkosten. Elke koe die meer dan 16 kilo melk per dag geeft, is nog rendabel, ook als alle voeders aangekocht worden en alle mest van de dam moet. Zelfs als het tegenzit, als de variabele kosten per koe de helft meer zijn dan gemiddeld, zijn koeien met 22 kilo melk per dag nog rendabel. Alle koeien die in dat scenario meer leveren, doen de kassa rinkelen. En weet wel: dan is de mest van die koeien weggegaan tegen €45 per kuub.  

Dus ja, mestafzet is duur, maar is nog prima te betalen. Bij varkenshouders praat je niet over €40 mille per jaar aan afzetkosten, maar voor de gemiddelde mester of vermeerderaar al snel over anderhalve ton. Ze zijn al decennia gewend dat ze dergelijke bedragen in april/mei moeten ophoesten. Voor rundveehouders is dat nieuw, zeker voor de extensievere die dit jaar voor het eerst aan de beurt zijn door aanscherping van de derogatienormen.

Ik schreef al: nog prima te betalen. In het woordje ‘nog’ zit de crux. De melkprijs is nu hoog, maar hoe zeker is die? Een ding is zeker: what goes up, will come down. Zodra je denkt dat er een nieuw normaal is, keert het oude normaal terug. De eerste voortekenen voor afkoelende melkprijzen doemen al op. China is op deelmarkten (UHT-melk) in een overproductie gekomen door meer productie en dalende consumptie. Het keert de wereldmarkt nu de rug toe, importeert 35% minder mageremelkpoeder, wat vooral de EU treft.  

De betere bedrijven zijn bij een lagere melkprijs beter bestand tegen hoge mestkosten, dus focus op kritieke melkprijs blijft nodig. En de betere ondernemers regelen hun afzet zelf, gebruiken hun netwerk, hebben als eerste afspraken met stoppende veehouders of gaan zelf verwerken. Ze hadden hun plan al getrokken voor het probleem bij anderen op het netvlies kwam.

De pijn van de mestafzet zit hem dus niet in het geld. De pijn zit in de onrust. De twijfel of de mest die weg moet, wel weggaat. En die onrust wordt almaar groter. Want het overschot stijgt komend jaar met zo’n 6 miljoen kuub rundveemest, in 2026 met nog eens 10 miljoen kuub. Daarvoor is zonder derogatie echt geen plek in Nederland. Exporteren dan maar? Weet dat de export van rundveemest maar marginaal is. Die was in de eerste negen maanden van 2024 iets meer dan 41.000 ton met 163.000 kilo fosfaat en 258.000 kilo stikstof. Op een totale mestexport van 2,2 miljoen ton met 23,6 miljoen kilo fosfaat en 24,6 miljoen kilo stikstof is dat verwaarloosbaar. En er zit ook geen groei in. In 2019 ging er meer rundveemest op export, bijna 58.000 ton. De door de minister geopperde mestgezant zal daar weinig aan veranderen.

Uiteindelijk dwingt de markt. Op enig moment, als de melkprijs weer ‘normaal’ is, gaan de mestkosten leiden tot bedrijfsbeëindigingen. Maar nu nog niet, zo lang de melkprijs en de marge op het huidige hoge niveau blijven.  

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin