Doorgaan naar artikel

‘Grillig beleid en almaar stijgende kosten demotiveren’

Aardbeien(planten)teler Frans van den Bighelaar en melkveehouder Jos Heeren geloven niet in ot-en-sienlandbouw vanuit de overheid. Beiden ervaren druk door grillig overheidsbeleid, maar varen hun eigen koers.

Melkveehouder Jos Heeren is te gast bij Tuinderij van den Bighelaar van Doorn VOF in Uden (N.-Br.). Dat bedrijf is gespecialiseerd in de teelt van aardbeien. Het legt zich sinds 1991 ook toe op aardbeientrayplanten, ontstaan uit eigen kweek, omdat de ondernemers in 1991 bij de start van het bedrijf moeilijk aan goed uitgangsmateriaal konden komen. Frans van den Bighelaar is geboren op een melkveebedrijf in Velddriel in de Bommelerwaard. “De melkveehouderij is mij niet vreemd. Een van mijn broers heeft het ouderlijk bedrijf overgenomen en mijn zus is getrouwd met een melkveehouder”, vertelt Van den Bighelaar. “Ik wilde ook graag een boerenbedrijf. Ik heb eerst in de varkenshouderij gewerkt, maar dat beviel mij niet. Daarna heb ik ervaring opgedaan bij tuinders in chrysanten- en tomatenteelt.”

Een andere broer van Frans werkt als voorlichter in de tuinbouw en bracht Frans op het idee van aardbeienteelt. “In 1991 hadden we de eerste kas met aardbeien op een halve hectare grond. De teelt in kassen was toen nog een niche. Onze aardbeienteelt is uitgebreid naar een hectare en er staan nu aardbeientrayplanten op vier hectare.”

Voor melkveehouder Jos Heeren is de aardbeienteelt niet geheel onbekend. “Mijn oom Pieter en neef Hans hadden een aardbeienkwekerij in Odiliapeel en hier in de regio zijn wel meer telers”, zegt Heeren. Hij nam het melkveebedrijf van zijn ouders over, maar houdt niet alleen melkvee. Hij heeft ook vleesstieren en teelt 8 hectare suikerbieten en 8 hectare consumptieaardappelen. “Vanaf de mond- en klauwzeercrisis in 2001 hebben mijn ouders heel lang rundvlees aan huis verkocht. We verkochten jaarlijks dertig vleesstieren ofwel 15.000 kilo vlees aan huis. Veelal vers en deels ingevroren. De eerste jaren liep dat erg goed, maar doordat supermarkten steeds meer gingen stunten met vlees, werd het lastig om eraan te verdienen. Ook willen consumenten steeds minder vaak vleespakketten kopen, ze willen kleinere porties. Voor ons is dat te veel werk”, vertelt Heeren, die daarvoor ook te weinig tijd heeft. “We mesten nog wel onze eigen stiertjes af, maar daar blijft het bij. De laatste tien jaar gaat het om het slachten van drie tot vier stieren per jaar.”

Lokale verkoop

Van den Bighelaar is zich juist meer gaan richten op huisverkoop van aardbeien. “Dat levert voor ons een hogere marge op. Ongeveer 75% van onze aardbeien gaat rechtstreeks naar consumenten en lokale ondernemers, die de aardbeien zelf komen halen.” Tijdens de coronacrisis in 2020 begonnen Frans en Dorethé met de verkoop van aardbeien aan huis in een tent. “Dorethé hield zich daarmee bezig, maar dat kostte veel tijd.”Daarom gaat vanaf 2021 de verkoop via automaten op het erf. Dorethé vult de automaten en verzorgt de PR. 25% van de aardbeien gaat via huisverkoop weg en 50% verkopen de ondernemers aan vaste afnemers, zoals bakkers, groente- en aspergeboeren en horeca in de regio. Nog maar een kwart van de aardbeien gaat naar de veiling.

Jos Heeren kent ook de Aardbeien Drive-In van Jan en Brigitte van den Elsen in Uden. “In de coronapandemie stonden mensen twee uur te wachten voor een bakje aardbeien. Mensen hebben er echt veel voor over om lekkere aardbeien te kopen”, concludeert Heeren. De aardbeienautomaten van Van den Bighelaar voorzien ook in een behoefte van consumenten. “Ze kunnen bij ons dagelijks bijna 24/7 verse aardbeien kopen en voor ons werken de automaten veel efficiënter. Ons bedrijf ligt ook gunstig ten opzichte van de uitdijende bebouwing van Uden-Zuid en de route langs ons bedrijf.”

Heeren heeft zijn handen vol aan het rondzetten van de arbeid op zijn melkvee- en akkerbouwbedrijf. “Ik zie weinig in verbreding van ons melkveebedrijf. Het past niet bij onze arbeidsfilm en onze locatie is niet gunstig voor directe afzet van zuivelproducten. Je moet er ook de persoon voor zijn om veel met mensen te werken”, zegt Heeren. Hij vindt groei in aantal koeien of areaal niet per se nodig en legt de focus op optimalisatie van zijn melkveehouderij en akkerbouwtak met zoveel mogelijk eigen arbeid. “Ik wil mijn melkvee efficiënt laten produceren en mijn teelten goed laten renderen. Dat vraagt alle tijd en aandacht.” Met eigen mechanisatie voert Heeren veel landwerk zelf uit. “Ik vind het ook leuk werk om bijvoorbeeld mais te zaaien en dan in het najaar een mooi gewas te oogsten.”   

Bedreigingen en kansen

Beide ondernemers vinden het grillige overheidsbeleid, de almaar stijgende kosten en het vinden van goed personeel een bedreiging voor de land- en tuinbouw. De personeels- en energiekosten van de aardbeienteler maken elk ongeveer een derde van de totale kostprijs uit. “Wij werken met veel personeel. Het wordt steeds moeilijker om goede medewerkers te vinden. Dat geldt niet alleen voor de primaire sector, maar ook voor de verwerkende industrie. Daarnaast zien we de personele kosten elk jaar stijgen. Net als de energiekosten”, zegt Van den Bighelaar. Met een houtpelletkachel probeert hij samen met een buurman de stookkosten laag te houden. Ze hadden daarvoor een tijdelijke vergunning die binnenkort afloopt. “Als dat gebeurt en we moeten aan het gas en een warmtepomp dan lopen de kosten wel erg hoog op en loopt het rendement terug.”

Heeren heeft net als veel andere melkveehouders veel last van de uitfasering van derogatie en de aanwijzing van NV-gebieden. “We hebben een intensief bedrijf, waardoor we ineens €80.000 extra mestafzetkosten hebben per jaar. Dat komt er zo maar even bij, en dat moeten we wel opbrengen. Om onze omzet en rendement te verhogen, moet ik mij volledig focussen op het management van ons melkvee- en akkerbouwbedrijf. Je moet bovengemiddeld presteren om in de running te blijven.” Ook beleid dat toewerkt naar grondgebondenheid hangt voor veel intensieve melkveehouders als een zwaard van Damocles boven het hoofd. “Je weet niet waar het naartoe gaat, dat maakt het heel lastig”, zegt de Brabantse melkveehouder. “Concurrentie met akkerbouw en tuinbouw om grond is ook een bedreiging.” In afname van het aantal melkveebedrijven in Nederland, maar ook daarbuiten, ziet hij wel kansen. “Het aanbod van melk gaat dalen. Als je overeind blijft bij een stijgende kostprijs, ga je daar als melkveehouder de komende jaren wel van profiteren via een hogere melkprijs.”

Van den Bighelaar geeft aan dat ongeveer 60% van zijn omzet uit de aardbeienplanten komt. Hij levert jaarlijks 1,5 miljoen aardbeienplanten aan tien vaste afnemers in Nederland, België, Duitsland en Oostenrijk. “De planten hebben een redelijk vaste prijs. De prijs van aardbeien op de veiling schommelt veel meer en is erg afhankelijk van het weer in Europa en de vraag en het aanbod.”

Hij ziet het toenemend aanbod van aardbeien in Europa als een bedreiging, met name van grote bedrijven die draaien op de winst van stroomlevering via hun warmtekrachtkoppeling. “Daarom is lokale productie en afzet met korte lijnen zo belangrijk. Wij hanteren jaarrond een vaste prijs voor onze aardbeien, die boven de prijs in de supermarkt ligt.”

De teler ziet het als een kans dat consumenten extra willen betalen voor kwaliteit. Hij speelt daarop in met raskeuze van smaakvolle aardbeien. “Om het verkoopseizoen te verlengen, telen we rassen die van 1 april tot 1 augustus en van half september tot eind december aardbeien blijven produceren in plaats van 1 april tot 1 juni. Zo blijf ik, net als Jos, altijd zoeken naar mogelijkheden om de omzet te verhogen. Want dat is nodig om over tien jaar ook nog boer of tuinder te zijn”, zegt Van den Bighelaar.

Het melkveebedrijf van Jos Heeren en zijn vriendin Anneloes in Odiliapeel (N.-Br.). Jos nam in 2024 het bedrijf over van zijn ouders, die gelukkig nog steeds actief zijn op het bedrijf. In 2013 is een nieuwe ligboxenstal gebouwd met ruimte voor 230 koeien. Goede looplijnen, drie melkrobots en een melktaxi zorgen voor arbeidsgemak.
Het melkveebedrijf van Jos Heeren en zijn vriendin Anneloes in Odiliapeel (N.-Br.). Jos nam in 2024 het bedrijf over van zijn ouders, die gelukkig nog steeds actief zijn op het bedrijf. In 2013 is een nieuwe ligboxenstal gebouwd met ruimte voor 230 koeien. Goede looplijnen, drie melkrobots en een melktaxi zorgen voor arbeidsgemak.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin