Jongveeopfokker wordt professioneler

De belangstelling voor het uitbesteden van de jongveeopfok neemt toe. Opfokkers leggen de lat voor zichzelf hoger en professionaliseren. De vergoeding is steeds meer maatwerk tussen ondernemers.

Uit CBS-cijfers blijkt dat er circa 1.600 bedrijven zijn met alleen jongvee voor de melkveehouderij. Over opfokkers leeft het beeld dat het oudere, gestopte melkveehouders zijn. “Opfokken komt ook regelmatig in beeld bij de groep 45-plus zonder opvolger, die mede door de politieke onzekerheid wil stoppen met melken maar het bedrijf nog niet wil staken”, weet Willem Hoogendoorn, bedrijfskundig adviseur bij Alfa Accountants.

Naast de grote groep die jongvee houdt om iets omhanden te hebben en daar niet te veel werk van wil hebben, professionaliseren steeds meer bedrijven. Die professionalisering ligt niet zozeer in de omvang van de bedrijven als wel in de gemaakte afspraken. Deze opfokkers kiezen voor uitdagingen en leggen de lat voor zichzelf hoog. Dit zijn ook de bedrijven die vaak voor meerdere melkveehouders het jongvee opfokken. Het gaat dan om een bedrijfsomvang van minimaal 100 tot 150 stuks jongvee.

Bij het uitbesteden heeft de melkveehouder twee keuzes: jongvee blijft op naam maar gaat naar een opfokker, of het kalf wordt verkocht en als hoogdrachtige vaars weer teruggekocht. De eerste opzet komt het meest voor. Bij koop/verkoop is het voor de melkveehouder belangrijk om goed te kijken hoeveel jongvee daadwerkelijk nodig is voor vervanging, en alleen dat aantal dieren uit te besteden. Daar is volgens Wilbert Swinkels, jongveespecialist bij Agrifirm, financieel nog veel te winnen: “Veel bedrijven zitten nog altijd te ruim in hun jongvee. Ik schat dat menig bedrijf nog altijd rond de 30 procent vervanging zit, terwijl dat niet veel hoger dan 25 hoeft te zijn”.

Vergoeding verschilt per geval

Een bedrag hangen aan de dagvergoeding voor jongvee-opfok is lastig. Voor 70 tot 80 procent wordt de dagvergoeding bepaald door voer-, strooisel- en arbeidskosten en gebruik van fosfaatrechten. Bij de voerkosten is het van belang wat de opfokker doet. Gaat het om vrijwel alleen weiden van drachtige pinken, of staan de kalveren er al vanaf een leeftijd van veertien dagen? Verder is de huisvesting een belangrijke factor. In de praktijk variëren de bedragen, dit kan oplopen tot €2,75 à €3,00 per dag. Dat betekent dat een vaars die op 23 maanden afkalft de melkveehouder tussen de €1.900 en €2.100 kost.

Veel contracten werken met een vorm van bonus/malusclausule. Een belangrijk onderdeel daarin is de leeftijd waarop een vaars afkalft.

Lees meer op www.boerderij.nl