Een melkveebedrijf beginnen is een grote uitdaging, ook in Ontario. De dertigers Eric en Courtney Veldhuizen zijn met niks begonnen en melken nu 150 koeien op 2 locaties.
Eric Veldhuizen werkte in 2009 op het melkveebedrijf van zijn oom in Woodstock, Ontario. Hij greep als 17-jarige de kans om een grupstal in de omgeving te huren. Hij begon daar 17 koeien te melken. Gaandeweg breidde hij daar uit naar 60 koeien.
In 2018 kwam een bedrijf met een grupstal voor 80 koeien in Mossley te koop, 30 km van het bedrijf in Woodstock. “Dat zette ons echt op eigen benen als melkveehouders. Om de aankoop mogelijk te maken, besloten we door te gaan op twee locaties”, zegt Eric.
In 2020 kwam een bedrijf in Tillsonburg te koop, 25 km van het bedrijf in Mossley. Na de koop daarvan beëindigden de ondernemers de huur van het bedrijf in Woodstock en verplaatsten het vee dat daar zat naar de nieuwe locatie. “Daar staat een ligboxenstal, dus meer comfort voor de dieren”, aldus Eric.
Ruimtegebrek dwingt tot nieuwbouw
De ondernemers moesten veel jongvee transporteren tussen de bedrijven, alle dieren kalfden vanwege ruimtegebrek af in Mossley.”De ruimte werd te krap”, zegt Eric. “Daarom bouwden we in Mossley een nieuwe ligboxenstal met 2 melkrobots.”
De nieuwe stal voor 180 koeien is eind 2022 opgeleverd. Er zijn 152 ligboxen voor melkkoeien. Er is een 370 vierkante meter grote ingestrooide ruimte voor droge koeien annex afkalfruimte. De nieuwe stal is uitgerust met een automatische voeraanschuiver, kantelbare drinkbakken en computergestuurde ventilatoren. Ze melken daar nu 70 koeien die 3,2 keer per dag worden gemolken met de robots. De gemiddelde productie is 45 liter per koe per dag bij 4,15 procent vet.
In Tillsonburg melkt hij de koeien twee keer per dag in een 2×8 visgraatmelkstal. “De vaarzen gaan naar het bedrijf in Tillsonburg, omdat daar roostervloeren zijn en matten in de ligboxen. De melkproductie in Tillsonburg is gemiddeld 34 liter per koe per dag met een zelfde vetpercentage.”
Verschillende rantsoenen
De koeien staan jaarrond op stal. Ze worden één keer daags gevoerd met een voermengwagen. De rantsoenen verschillen per bedrijf. ‘Tillsonburg’ werkt met grassilage, hooi en een mix van aangekochte grondstoffen. In ‘Mossley’ staan triticale- en maissilage aan de basis, aangevuld met krachtvoer. “De afgelopen drie jaar hebben we meer triticale geteeld. Dat werkt gigantisch goed uit op de prestaties van de koeien, het verhoogde vooral het vetgehalte van de melk”, zegt Eric. “En na de vroege voorjaarsoogst van triticale kun je prima mais zaaien.”
Technologie speelt een grote rol op de twee boerderijen. “We houden van onze melkrobots”, zegt Courtney. “Daardoor kunnen we zelf de bedrijven aansturen, en ze bieden ons de vrijheid om tijd met onze zeer jonge kinderen zelf in te vullen. We willen nieuwe voerstrategieën onderzoeken om arbeid te besparen en het voer nog gerichter inzetten om de voerefficiëntie te verbeteren.” Geen vreemde woorden, als je bedenkt dat Courtney afgestudeerd nutritionist is die in een marketingfunctie bij Cargill werkt.
Opboksen tegen gevestigde orde
“Onze situatie is vrij uniek in Canada”, vervolgt ze. “We zijn jong en willen graag groeien in de melkveehouderij, meer koeien melken. We zijn in de positie om dat te doen.” De eerste stap is ombouw van de vrijgekomen grupstal in Mossley naar een kalverstal. “Daarna volgt mogelijk het plaatsen van melkrobots in Tillsonburg, zodra de middelen er weer zijn”, stelt Courtney.
Eric voegt toe: “Wij zijn eerste generatie boeren. Het gemiddelde Canadese melkveebedrijf bestaat al enkele generaties. Voor ons is het altijd moeilijk concurreren met gevestigde boeren bij aankoop van grond of locaties. Door onze scherpe focus op kritieke melkprijs, dus op efficiëntie, maken we wel kans op de markt.”