Edwin Smits en Arnold Tijhuis, ondernemers in de Achterhoek, houden graag zelf de regie. Groenteler Smits begon met oliepompoenen en Tijhuis werkt met privé-investeerders voor innovaties op zijn melkveebedrijf op landgoed Wisch.
Arnold Tijhuis, melkveehouder in Terborg, is te gast bij Smits Groentekwekerij in De Heurne die gespecialiseerd is in het kweken en verwerken van verschillende groenten. Groenteteler Edwin Smits vertelt Tijhuis graag over zijn kwekerij en onderneming. Bij beide ondernemers verliep de aanloop naar waar ze nu staan niet zonder hobbels. Edwin Smits’ vader begon in 1985 met het telen en verkopen van vollegrondsgroenten. “In 2000 specialiseerde hij zich in de preiteelt, waarvoor hij een hal liet bouwen. Hij teelde 100 hectare prei en had vijftien Poolse medewerkers voor de arbeidsintensieve teelt. Maar hij was overgeleverd aan een grillige markt. Soms ging het goed, maar vanaf 2016 werd het structureel slechter door een overschot aan prei en lage prijzen. We werden uitgespeeld door retailers. Het leverde niks meer op. Je kon de prei beter omploegen dan kosten maken om hem uit de grond te halen. Het rendement van prei bleef te laag, dus die teelt hebben we geleidelijk afgebouwd tot nul.”
Melkveehouder Tijhuis kan meepraten over een ‘rocky road’. Hij verhuisde dertien jaar geleden uit het Twentse Lattrop naar de Achterhoek. Maar de weg naar het uiteindelijk runnen van een eigen melkveebedrijf was lang. “Op de MAS in Twente heb ik mijn vrouw leren kennen en wij wilden graag een melkveebedrijf. We werkten allebei buitenshuis en mijn vader had een goed ruilverkavelingsbedrijf dat we hebben overgenomen. Dat lag naast het Natura 2000-gebied Brekkelenkampseveld-Bergvennen en had geen groeikansen voor ons. We hebben toen ook emigratie overwogen, maar dat lukte niet, want we kregen het bedrijf niet verkocht. Later gaf provincie Overijssel aan dat het melkveebedrijf in een EHS-verbindingszone lag tussen Bergvennen en het Denekamperveld. Om die reden moesten we daar toch weg.” Omdat Arnold en Jolanda in die jaren al wel 6,5 ton melkquotum hadden gekocht, wilde provincie Overijssel het bedrijf met 19 hectare grond, 90 koeien en in totaal 8,5 ton quotum wel kopen. “We hadden nog steeds emigratieplannen, maar door te weinig eigen vermogen ging dat niet door. We hebben veel melkveebedrijven in Noord-Nederland bekeken, maar we kwamen er met onderhandelen niet uit, of het bedrijf was te klein of het was niet te financieren”, vertelt Tijhuis.
Uit het dal omhoog
Na de teleurstelling in de preiteelt ging Smits actief op zoek naar andere, meer bijzondere en hoogwaardige teelten. In 2016 begon hij met aardbeien op stellingen en in 2017 met asperges. Ook zette hij steeds meer in op lokale afzet van zijn groenten en doorontwikkeling van de winkel. “Aardbeien en asperges bleken een gouden greep. Er zijn weinig asperges bij ons in de buurt, de afzet loopt erg goed en onze asperges genereren een hoge en stabiele omzet. Het blijft een gewild product, net als aardbeien”, vertelt Smits.
Het bedrijf levert met eigen bedrijfsauto’s ook asperges, aardbeien en dagverse rauwkost aan horeca, Jumbo-supermarkten en boerderijwinkels. “Het hele AGF-assortiment gaat daarin mee. Daarmee creëren we toegevoegde waarde en gemak voor de afnemer. We leveren ready-to-eat-producten, zoals knolselderijblokjes of geschilde aardappelen.” Tijhuis reageert: “klinkt als een heel intensieve tak van sport waar veel handwerk in zit.” Smits zegt dat hij daarmee een deel van de Poolse medewerkers uit de preiteelt opnieuw werk kan bieden. “En het kan ook uit, want de marge en het verdienmodel van deze producten zijn goed.” Vier jaar geleden begon hij met een wel heel bijzondere teelt: oliepompoenen. Daarmee is hij de enige in Nederland.
In 2010 kwam voor Arnold en Jolanda Tijhuis de kans om een volledig inkomen uit een melkveebedrijf te halen. De oplossing bleek het huidige pachtbedrijf op landgoed Wisch, waar ze nu boeren. “Daar konden we onze droom voortzetten. De financiering was makkelijk, omdat we geen grond kochten, maar alleen opstal. Daardoor konden we herinvesteren. We pachten in het begin 80 hectare grond, later is dat uitgebreid naar 125 hectare pacht”, zegt Arnold. “Op die locatie was een biologisch vleesveebedrijf, maar door mijn ervaring in de agrarische metaalbouw zag ik direct dat we er een mooi melkveebedrijf van konden maken. De oude ligboxenstal is met eigen arbeid omgebouwd voor jongvee, droge koeien en afkalfhokken. Voor het melkvee is in 2010 een nieuwe stal gebouwd voor 125 koeien, in 2014 is deze verlengd naar 200 koeplaatsen.
Oliepompoenen unieke teelt
In 2019 begon Smits met de teelt van oliepompoenen. “Wij zijn de enige in Nederland die dat doen. Het is een speciaal soort pompoen en anders dan de sierpompoenen die iedereen wel kent”, vertelt Smits. Hij kwam er mee in aanraking via een hobbyteler, die handmatig de pitjes er uithaalde en liet drogen. “Omdat oliepompoen naaktzadig is, zijn de gedroogde pitjes eetbaar. In Oostenrijk telen ze heel veel oliepompoenen, dus daar ben ik ook gaan kijken. Ik heb onderzocht wat wij ermee zouden kunnen doen, teelttechnisch en qua afzet. Je kunt de zaden tot pompoenpitolie verwerken. Maar wij leveren het grootste gedeelte van de pompoenpitten rechtstreeks af aan bakkerijen en notenhandelaren. Daarmee hebben we veel meer regie over de afzet dan met de prei.”
Smits heeft de laatste jaren behoorlijke investeringen gedaan in de winkel en in een speciale oogstmachine voor pompoenen. Deze machine slaat de vrucht kapot en oogst de pitten die in de pompoen zitten. “Vorig jaar is onze nieuwe winkel geopend, maar dat verdienen we wel terug, want de winkel loopt goed. Gelukkig hebben we wel subsidies gekregen vanuit Leader+, want met deze pompoenteelt doen we iets nieuws.” Voor het drogen van de pompoenpitten heeft de groenteteler zelf een drooginstallatie gebouwd van een zeecontainer. “Met een krap budget word je vanzelf inventief, waardoor het drogen een tiende kost in vergelijking met de aanschaf van een nieuwe drooginstallatie.”
Tijhuis innoveert graag
Tijhuis heeft met een pachtbedrijf een relatief lage hypotheek. “Maar het nadeel van een pachtbedrijf is dat we weinig geld kunnen lenen bij een bank. Dan zoek je andere wegen. Door fosfaatwetgeving in 2016 moesten we fosfaatrechten kopen om van 145 koeien weer naar 185 te gaan. Daar was serieus geld voor nodig. Uiteindelijk hebben we dat met privé-investeerders voor elkaar gekregen”, vertelt Tijhuis. “Waar een wil is, is een weg en als je een goed plan hebt en je kunt daar mensen van overtuigen, dan lukt dat. Wij bieden investeerders meer zekerheid dan de grillige aandelenmarkt.”
De bank draagt bij Tijhuis via groenfinanciering wel geld aan om te investeren in 900 zonnepanelen. Omdat teruglevering van energie straks weinig oplevert, is de ondernemer op zoek naar andere mogelijkheden om de opgewekte energie beter te benutten. Hij is in gesprek met Meko Mueller om te kijken of hij vloeistof in een grote tank kan opslaan en eigen energie kan gebruiken om de melk met gekoelde vloeistof snel en efficiënt af te koelen naar 4 graden. “Ik zoek ook oplossingen om de mest beter te gaan benutten. Gea heeft een compleet mestverwerkingssysteem wat mogelijk interessant is. We hebben dat in Duitsland samen met onze zuivelafnemer A-ware bekeken. Ik wil graag vooroplopen, maar innovatieve technieken moeten financieel wel worden ondersteund, want je loopt er meer risico mee.