‘Stabiel rantsoen en constante productie met weinig arbeid’

Als fervent TMR-voerder was veehouder Henk Binnendijk overtuigd van de voordelen van een hoog basisrantsoen. Toen hij overstapte op melkrobots wilde hij dit principe zoveel mogelijk vasthouden. Met een uitgekiende voerstrategie ondervond hij dat robotmelken en een hoog basisrantsoen prima samengaan. “En de loop op de robot, die is prima. Als het rantsoen klopt en de koeien zijn mooi actief, dan komen ze echt wel.”

Een hoog basisrantsoen past voor de Friese veehouder Henk Binnendijk perfect bij zijn manier van boeren. “Door aan het voerhek een hoog basisrantsoen te voeren kan ik goed sturen op eiwit en energie, en daardoor de koeien het beste voeren voor een gezonde productie en gemakkelijk werken.” In 2020 stapte de VOF over op melkrobots en daarmee ook op een gebruikelijke voerstrategie. “Het robotmelken was nieuw, dus hielden we vast aan de standaard adviezen voor de voergift in de robot. Ik was bang dat ze anders niet zouden komen. Toch beviel dat niet goed.”

Constant rantsoen

Als belangrijkste voordeel van TMR noemt Henk de vlakke lactatie. “De koeien blijven ook tegen het eind van de lactatie mooi op productie. Daardoor geven ze lang door en loopt het veel makkelijker. Ook met de melkrobots wilden we op deze manier kunnen werken.” Inmiddels voert Henk volgens de CRF-strategie van Agrifirm, met speciaal ontwikkelde voertabellen en een extra smakelijke brok om de loop op de robot te houden. CRF staat voor Constant Robot Feeding. De essentie van CRF is dan ook de stabiele verhouding tussen ruwvoer en krachtvoer gedurende de lactatie. “We voeren nu minimaal brok en werken met vochtrijke bijproducten om veel energie te voeren aan het voerhek. Daardoor hebben we relatief lage voerkosten en weinig werk. We werken met een lasagnekuil, waar we het hele jaar van voeren. Bij het aanbreken van de nieuwe kuil is dat dan even zoeken naar de juiste verhoudingen, daarna kunnen we het hele jaar werken met een stabiel, constant rantsoen waar precies hetzelfde in zit. Daardoor blijven de koeien ook heel goed en stabiel op productie.” Het levert VOF Galamaweide een rollend jaargemiddelde op van 11,5 duizend kilo melk en een BSK van 53.

‘De koeien blijven ook tegen het eind van de lactatie mooi op productie’

Robotbezoeken

Een extra uitdaging voor de Friese veehouder is dat hij de melkrobots ook combineert met weidegang. “We hebben gelukkig genoeg percelen rondom de huiskavel, dus dan kan dat ook. Voor het voeren vraagt het natuurlijk wel wat extra aandacht, omdat de voeropname buiten anders is dan aan het voerhek. Het sturen is dus nog belangrijker, we kijken goed naar de mest en de productie. Daardoor weten we precies wat erbij moet aan het voerhek, juist omdat we daar zo’n stabiel rantsoen voeren. En de combi gaat absoluut niet ten koste van de robotbezoeken. Ik denk dat dit voor veel bedrijven een heel goede werkwijze kan zijn.”