Als gevolg van het koude voorjaar en de daardoor trage beginontwikkeling van de maïs is het de vraag of alle maïs die bedoeld was om te oogsten voor 1 oktober, dan voldoende rijp zal zijn. Dit kan betekenen dat, in tegenstelling tot wat de bedoeling was, het vanggewas toch ondergezaaid moet worden. Dit om hiermee aan de verplichting tot zaai van het vanggewas voor de genoemde datum te voldoen. De vraag is wat de beste beslissing is.
Het afgelopen voorjaar is, met een gemiddelde temperatuur van 8,1°C ten opzichte van het langjarig gemiddelde van 9,9 °C, koud verlopen. De laatste keer dat de lente zo koud verliep was in 2013, met een gemiddelde temperatuur van 7,4 °C. De drie maanden van de lente waren allemaal kouder dan normaal. In De Bilt (NL) werd geen enkele zomerse dag geteld in deze lente. Dit heeft zijn weerslag gehad op de beginontwikkeling van de gezaaide maïs. Dit kan mogelijk betekenen dat niet alle maïs tijdig rijp voor 1 oktober geoogst kan worden. De regelgeving geeft aan dat op percelen zand- en lössgrond waar maïs als silomaïs wordt geoogst, ten laatste op 1 oktober het vanggewas gezaaid moet zijn. Voor de wetgever is alleen een vanggewas zaaien niet genoeg. Er moet ook resultaat zijn wat zichtbaar is in de vorm van een bedekte bodem (resultaatverplichting). Daarnaast schrijft de wetgever dat er sprake moet zijn van een inspanningsverplichting. Dat wil zeggen dat de teler de nodige moeite gedaan moet hebben om het vanggewas te laten slagen door het gebruik van voldoende zaaizaad en de inzet van de juiste machine.
Tijdig rijpe maïs op basis van de korrel maakt dit jaar het verschil!
Landbouwkundig gezien gaat het er om dat het vanggewas in de herfst- en winterperiode nutriënten afvangt die niet door de hoofdteelt, in dit geval maïs, zijn opgenomen. Dit voor het verminderen van de nitraatbelasting in het grondwater zoals de Nitraatrichtlijn omschrijft. Daarvoor is, afhankelijk van het type vanggewas, een tijdige zaai een voorwaarde. Een tijdige zaai van het vanggewas komt niet in conflict met de oogst van de maïs, wanneer deze door een tijdige afrijping vroeg geoogst kan worden. Dit is dan ook het systeem voor nu en in de toekomst. Een combinatie van een maïsras waarvan bewezen is dat deze werkelijk vroeg is in de korrel met de zaai van een vanggewas wat zich door de relatief hoge bodemtemperatuur in de vroege herfst nog goed kan ontwikkelen. Door KWS wordt al jarenlang met vroegrijpe genetica gewerkt, met het oog op het voorkomen van dat ene minder positieve punt wat bij maïsteelt komt kijken, namelijk de kans op stikstofuitspoeling. Door de grote financiële inspanningen in onderzoek en ontwikkeling van tijdig rijpe maïsrassen gaat de genetische vooruitgang in met name de ultravroege en vroege groep van maïsrassen relatief snel.
Nevenvoordeel van het hanteren van in de korrel tijdig rijpe rassen, is dat maïs ook steeds vroeger als MKS geoogst kan worden en oogst voor 15 oktober echt geen uitzondering meer gaat zijn. Het laat in oktober of zelfs in november oogsten van silomaïs ligt achter ons. Er zijn proefvelden waar onderzoekers naar de silomaïsrassen staan te kijken voor bepaling van de oogstdatum, terwijl de proef met maïsrassen voor de korrel op hetzelfde perceel al lang als silomaïs geoogst had kunnen worden. Dat is op dit moment de realiteit!
Onderzaai
Onderzaai vindt normaal gesproken plaats kort voor het sluiten van de maïsrijen. Zaai van het vanggewas tijdens het groeiseizoen heeft als voordeel dat:
• De teler flexibel is om, in overleg met de loonwerker, het juiste oogstmoment te bepalen. Het loonbedrijf kan daarmee ook de spreiding van de oogst en daarmee de inzet van personeel en machines plannen.
• De oogst op het voor het maïsras ideale moment kan gaan plaatsvinden, wat betekent dat dit in oktober gaat zijn in plaats van september.
Er zijn echter ook aandachtspunten. Die zijn nadrukkelijk naar voren gekomen na de ervaringen met onderzaai in de afgelopen twee jaar:
• De kans op het welslagen van het vanggewas is een stuk geringer wanneer de rest van het groeiseizoen (te) droog verloopt. Er is door het zaaien van het vanggewas feitelijk wel voldaan aan de zogenaamde inspanningsverplichting. De vraag is bij droogte echter of na de oogst van de maïs in oktober de vanggewas voldoet aan de eisen van de controlerende instantie. Dit kan betekenen dat, zoals ook het afgelopen jaar is gebeurd, er voor een tweede keer gezaaid moet worden wat extra onvoorziene kosten met zich meebrengt.
• Er bestaat een kans op opbrengstderving van maïs door concurrentie met het vanggewas op vocht en nutriënten. Dit is met name een probleem op percelen waar de beschikbare hoeveelheid vocht en nutriënten toch al beperkend is.
• Het moment van onderzaai van het vanggewas komt vrij nauw en vraagt daarmee een nauwkeurige planning.
• Een latere oogst in oktober betekent automatisch ook dat de kans op structuur- of gewasschade toeneemt. Het ondergezaaide vanggewas wordt dan alsnog vernield.
• Mochten er sporen gereden zijn in oktober, dan kan er bij onderzaai geen goede grondbewerking plaats vinden.
• De onkruidbestrijding is lastiger, met name bij de aanwezigheid van gladvingergras in het perceel.
• Bij grondruil met akkerbouwers kunnen er geen vanggewassen gebruikt worden die aaltjes vermeerderen.
• Er zijn aanwijzingen dat door gras als vanggewas, wat veelal gebruikt wordt bij onderzaai, de schade door ritnaalden in het daaropvolgende groeiseizoen van de maïs toeneemt.
Nazaai
Door de voordelen die het vanggewas, wat gezaaid is na de oogst van de maïs, met zich meebrengt, maar ook als gevolg van tegenvallende resultaten van onderzaai, heeft de nazaai de laatste jaren een behoorlijke vlucht genomen.
• Omdat in september normaal gesproken de omstandigheden tijdens de oogst van de maïs beter zijn dan in oktober, bestaat er minder kans op structuurschade. Er kan door loonwerkers ook vlotter gewerkt worden, wat onnodige slijtage van machines voorkomt, brandstof bespaart en te lange werkdagen van het personeel tegengaat.
• De combinatie met de (tussen)teelt van Snelle Lente Rogge voor meer opbrengst aan eiwit en drogestof van eigen grond is zeer goed mogelijk.
• Een adequate onkruidbestrijding is heel goed uit te voeren, omdat er geen beperking ligt op de toegestane middelenkeuze.
• De nazorg van het perceel is heel goed mogelijk, zoals het verhelpen van structuurschade en het verbeteren van de pH middels een bekalking
• Omdat er simpelweg nog geen vanggewas staat, is er ook geen sprake van concurrentie op het vlak van vocht en nutriënten met de maïs.
Wel zijn er ook bij toepassing van dit systeem een aantal aandachtspunten te noemen:
• Oogst op het ideale moment van maïs komt in gevaar bij slecht weer in september en beperking van de oogstcapaciteit van alle loonwerkbedrijven
• In jaren met een minder gunstig groeiseizoen bestaat de kans dat menig maïsras niet voldoende rijp geoogst wordt. Dit geldt met name voor maïsrassen die op basis van haar genetica niet tijdig rijp zijn in de kolf.
Wanneer besloten wordt om de maïs bijvoorbeeld als MKS te oogsten, dan geldt een uiterste zaaidatum van het vanggewas van 31 oktober. Dat kan dit jaar een extra argument zijn, ook gelet op de wat ruimere ruwvoerpositie met gras, om te kiezen voor de oogst van maïs in de vorm van MKS. Deze nazaai kan dan evengoed nog met een geschikte winterhard gewas als Snelle Lente Rogge.
Maak de juiste keuze!
Er zijn dus meerdere opties mogelijk, al heeft ieder systeem wel 1 of meer serieus te nemen aandachtspunt(en). Het is aan u om te bepalen wat voor uw situatie de beste keuze is. Mogelijk heeft u ieder jaar behoefte aan een maïsras die een hogere opbrengst kan halen of bent u woonachtig in het noorden van Nederland waardoor het meer gewenst is om onderzaai toe te passen. Of besluit u om een ras te zaaien die zo vroeg is in de korrel, dat deze ook in groeiseizoenen met een lagere voorjaarstemperatuur zoals dit jaar, in september rijp geoogst kan worden. Dit jaar zal, wanneer gekozen wordt voor vroeg oogsten, wat dat laatste betreft het kaf van het koren gescheiden worden. Goede afspraken met de loonwerker zijn, ongeacht de keuze die er gemaakt wordt, altijd van groot belang!
Weet u nog niet wat u moet kiezen? Nazaai of toch maar onderzaai? Vraag dan om advies aan uw eigen regionale KWS-adviseur. Zijn contactgegevens zijn hier te vinden.