Melkziekte, verborgen melkziekte en slepende melkziekte vereisen elk een andere aanpak en een andere behandeling.
De periode rondom afkalven is ingrijpend voor een koe. Er vinden allerlei processen in het lichaam plaats. Daarvan is het op gang komen van de melkproductie een van de meest zichtbare. De onzichtbare effecten van de melkproductie is een behoefte aan extra energie en calcium.
Wanneer extra energie en calcium niet uit voeding opgenomen kunnen worden, worden ze elders uit het lichaam gehaald. Met de kans op melkziekte, verborgen melkziekte of slepende melkziekte tot gevolg. Deze aandoeningen worden nog wel eens door elkaar gehaald, maar vereisen een andere aanpak en een andere behandeling. Bolus, infuus of toch wat anders?
Melkziekte en verborgen melkziekte
Melkziekte wordt veroorzaakt door een acuut tekort aan calcium in het bloed. Dit wordt veroorzaakt door de op gang komende melkproductie rondom het kalven waardoor calcium aan het bloed wordt onttrokken. Het (te) lage calciumgehalte in het bloed leidt tot spierslapte, trillingen en onderkoeling. Als het calcium in het bloed niet aangevuld wordt, kan de koe aan de grond raken en in het ergste geval overlijden. Deze vorm van melkziekte is goed zichtbaar en daarom ook goed behandelbaar. Het wordt ook wel klinische melkziekte genoemd.
Het tegenovergestelde daarvan is subklinische melkziekte, ofwel verborgen melkziekte. Hier spreken we van als het calciumgehalte in het bloed rondom afkalven weliswaar laag is, maar je dit aan de koe niet (goed) kan zien. Zo lijkt het alsof er niets aan de hand is, maar het is bekend dat deze koeien wel degelijk schade ondervinden van hun te lage calciumwaarde, zoals:
- Verminderde afweer
- Verminderde activiteit pens, lebmaag en baarmoeder
- Verminderde vruchtbaarheid
- Verminderde melkgift
De schade door subklinische mastitis kan oplopen tot 1 cent per liter melk.
Voor elk klinisch geval zijn er 3 tot 6 andere koeien op het bedrijf die kunnen lijden aan subklinische (verborgen) melkziekte. Dan gaat het bijvoorbeeld om dieren waarbij het afkalven niet op gang komt en die rondom het afkalven slecht vreten. Vaak zijn dit koeien met een te royale conditie, die eerder melkziekte hebben gehad, kreupel zijn geweest in de droogstand of een hoge melkproductie hadden in de vorige lactatie.
Slepende melkziekte
Slepende melkziekte is geen calciumprobleem, maar een energieprobleem. Door de naam levert het soms verwarring op, dus is het wellicht duidelijker om over ketose te spreken. Ketose treedt wel op hetzelfde moment op als klinische melkziekte, namelijk rondom het afkalven. Het heeft ook te maken met de melkproductie.
Wanneer de melkproductie op gang komt verbruikt de koe hiervoor een grote hoeveelheid energie. Die energie moet dus tijdig aangevuld worden om de gezondheid op peil te houden. Als de koe te weinig energie opneemt, bijvoorbeeld door zwakte van de kalving, ontstaat een negatieve energiebalans. De koe moet lichaamsvet afbreken om aan energie te komen. Daarbij komen afvalstoffen, ketonen, vrij. Door het energietekort kunnen deze afvalstoffen moeilijk worden opgeruimd, met alle gevolgen van dien. Een koe met slepende melkziekte heeft vooral glucose, energie, nodig.
Zowel ketose als klinische melkziekte zitten wel op de radar van de veehouder. Dat is bij verborgen melkziekte anders. Een korte enquête onder veehouders leert dat de geënquêteerde veehouders wel gehoord hebben van verborgen melkziekte, maar dat het preventief behandelen van risicodieren niet gebruikelijk is. Alle koeien lopen risico op melkziekte rondom afkalven, maar verhoogde risicofactoren zijn:
- Hogere leeftijd/lactatienummer
- Hoge conditiescore
- Hoge melkgift in de voorgaande lactatie
- Eerder melkziekte gehad
- Kreupelheid
Veehouders houden deze dieren wel extra in de gaten op tekenen van melkziekte, maar klinische melkziekte wordt dan toch gemist. Studies tonen aan dat het behandelen van deze risicodieren problemen in de daaropvolgende lactatie kan voorkomen.
Behandeling: advies wordt gewaardeerd
Voor de behandeling van melkziekte zijn er vele calciumproducten beschikbaar. De veehouder kan kiezen uit bolussen, infusen, poeders en drankjes, met verschillende hoeveelheden calcium en verschillende bestanddelen. Een rondje zoeken op het internet levert al gauw 50 verschillende producten op. Geen wonder dat veehouders soms door de bomen het bos niet meer zien.
De keuze is reuze wat betreft calciumproducten. Een rondvraag onder veehouders leert dat de meerderheid ook verschillende producten heeft geprobeerd. Toch zijn de veehouders die Bovikalc-bolus zijn gaan gebruiken over het algemeen trouw aan dit product.
Resultaten online enquête calciumproducten
Voor een onderzoeksstage naar de markt van calciumproducten heeft een student Dier- en Veehouderij een enquête gehouden onder veehouders. Ruim 250 veehouders hebben de online vragenlijst ingevuld en hun mening gegeven. Tevens zijn 25 veehouders geïnterviewd.
Uit de vragenlijst en gesprekken blijkt dat de meeste veehouders producten gebruiken die hen door hun dierenarts zijn aangeraden. Daarna geldt uiteraard dat de ervaringen en het gebruiksgemak bepalend zijn of het product gebruikt blijft worden. Naast het advies van de dierenarts en het gebruiksgemak kijken veehouders ook naar de technische kenmerken van hun producten. Voor de calciumbolussen geldt dat er een voorkeur is voor bolussen die zowel een snelle als een langzame afgifte van calcium hebben en in totaliteit een hoog gehalte aan beschikbare calcium hebben. Prijs is belangrijk genoeg om op de derde plek te eindigen in de antwoorden.
Meer informatie
Als het gaat om melkziekte is er veel informatie en zijn er veel producten en veel keuzemogelijkheden. Uw dierenarts kan u helpen in het vinden van de protocollen en de producten die bij uw melkvee passen. Lees meer over de Bovikalc calcium bolus.